direct naar inhoud van 5.2 Archeologie en Cultuurhistorie
Plan: Buitengebied Zuid herziening 2007, deelplan Oosterveld-N48, 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20108000005-OH01

5.2 Archeologie en Cultuurhistorie

Het verdrag van Malta regelt de bescherming en het behoud van archeologische waarden. Nederland heeft dit verdrag in 1992 ondertekend en in 1998 geratificeerd. Het Verdrag van Malta (ook wel Verdrag van Valletta genoemd) is geïmplementeerd in de Monumentenwet. De wet op de archeologische monumentenzorg is in april 2006 door de Tweede Kamer aangenomen en in december van dat jaar door de Eerste Kamer bekrachtigd. Op 1 september 2007 is de wet als onderdeel van de monumentenwet in werking getreden. Het belangrijkste doel is de bescherming van het archeologische materiaal in de bodem (in situ) omdat de bodem doorgaans de beste garantie biedt voor een goede conservering.

Het is verplicht om in nieuwe bestemmingsplannen rekening te houden met de mogelijke aanwezigheid van archeologisch waarden. Dit was in de voorgaande periode reeds een gebruikelijke praktijk. Daarom is door Oranjewoud BV een archeologisch onderzoek uitgevoerd (Archeologische Rapporten Oranjewoud 2010/138, Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek op vier locaties langs de N48 in de gemeenten De Wolden en Hoogeveen (Drenthe) en Hardenberg (Overijssel), d.d. november 2010, revisie 00). Omdat het ontwerp gewijzigd is nadat dit onderzoek is uitgevoerd is er een aanvullend onderzoek gedaan (bijlage 3) dat verwerkt is in het gelijknamige rapport van april 2011 (revisie 01).

Resultaten onderzoek

Op locatie Oosterveld bestaat de ondiepe ondergrond uit afzettingen behorend tot de Drente Formatie.Deze Formatie bestaat uit afzettingen die direct verband houden met de landijsbedekking in de voorlaatste IJstijd, het Saalien (350.000 - 150.000 jaar voor heden). In dit geval betreft het keileem (laagpakket van Gieten): een mengsel van keien, zand en klei dat is uitgesmolten uit het landijspakket en vervolgens is samengedrukt tot een vrijwel ondoorlatend pakket. Na het afsmelten van het landijs is de top van het keileem geërodeerd gedurende een warmere fase, het Eemien (150.000-120.000 jaar voor heden). Op basis van het bureauonderzoek is vastgesteld dat dit plangebied ligt in een gebied dat qua archeologische restanten een middelhoge tot hoge algemene verwachtingswaarde heeft. Op basis hiervan heeft er een verkennend en karterend booronderzoek plaatsgevonden op de locatie.

In het plangebied zijn in totaal 43 boringen verricht, waarvan 33 verkennende- en 10 karterende boringen.Op basis van de resultaten van het veldonderzoek kan worden geconcludeerd dat in het plangebied sprake is van een kansrijke zone ten oosten van de N48 (boringen 11 t/m 13, 057,062,103 en 105). Dit kansrijke gebied valt binnen dit bestemmingsplan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.BP20108000005-OH01_0010.png"

Figuur 8: overzicht boorlocaties en resultaten

In dit gebied is een intact podzolprofiel aangetroffen, hetgeen betekent dat het gehele dekzandpakket nog aanwezig is en bovendien slechts in geringe mate is verstoord. Hoewel de aanvullende karterende boringen en de oppervlaktekartering vooralsnog geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van een vindplaats hebben aangetoond, kan dit nog niet worden uitgesloten. In de rest van plangebied is sprake van een verstoord bodemprofiel. Eventueel aanwezige vindplaatsen zullen deels zijn verstoord of verdwenen. Eventueel aanwezige diepere grondsporen, zoals paalkuilen en waterputten kunnen echter wel bewaard zijn gebleven. Dergelijke vindplaatsen hebben nog wel enige informatiewaarde.

Het intacte bodemprofiel is aangetroffen in het zuidelijk gedeelte (ten oosten van de N48) van het plangebied grenzend aan die N48. Op deze nieuwe locatie komen mogelijk nog archeologische restanten voor die nu niet aangetroffen zijn.

De werkzaamheden (het graven van de tunnel) worden dan ook begeleid door een deskundig archeoloog. Hiervoor zal een programma van eisen worden opgesteld door het bevoegd gezag. Dit is verwerkt in de regels van het bestemmingsplan.

Er hoeft op dit moment geen verder onderzoek plaats te vinden. Door deze manier van werken kan ter plekke bepaald worden of er nog archeologisch waardevolle resten aanwezig zijn en kunnen die meteen veilig gesteld worden. Hiermee geeft het aspect archeologie geen beperkingen

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.BP20108000005-OH01_0011.png"

Figuur 9: archeologische verwachtingskaart met in zwart aangegeven de globale ligging van de tunnel. Legenda: rood: gestuwde keileemwelvingen. Lichtgeel: keileem- welvingen. Donkergeel: hoge keileem- of dekzandwelvingen. Lichtgroen: dekzandvlakten (laaggelegen). Grasgroen:rivierafzettingen (Reest). Donkerblauw: laagten met veen/dobben. .