direct naar inhoud van 9.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Plan: Buitengebied Zuid herziening 2007, deelplan Riegshoogtendijk 87
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20108000003-OH01

9.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Bestemmingsplan Buitengebied Zuid, herziening 2007, deelplan Riegshoogtendijk 87 heeft van 21 september tot en met 1 november 2011 ter inzage gelegen in het Compagnieshuis, Raadhuisplein 24 te Hoogeveen. Tijdens de inzage periode kon het plan eveneens worden geraadpleegd via www.ruimtelijkeplannen.nl Een kennisgeving van de ter inzage legging is gepubliceerd in de Hoogeveensche Courant van 20 september 2011 . Tijdens de termijn van ter inzage ligging hebben een tweetal personen per brief een zienswijze ingediend.

Waar er wordt gesproken over het akoestisch- of geluid rapport/onderzoek wordt het rapport van Stroop raadgevende ingenieurs met nummer 072874-00 van 15 mei 2007 bedoeld In het onderstaande zijn de zienswijzen samengevat en voorzien van een reactie.

Zienswijze 1:
De indiener geeft aan dat zij moeite hebben met het feit dat de gemeente na goedkeuringsonthouding van de Raad van State, opnieuw een procedure heeft gevoerd om de realisatie van een hondenkennel en fokkerij aan de Riegshoogtendijk 87 te Hollandscheveld, mogelijk te maken.

Reactie gemeente:
De indiener geeft met zijn zienswijze zijn mening weer over het proces tot nu toe. Dit is zijn goed recht. De indiener geeft echter geen ruimtelijke argumenten die tot aanpassing van het plan kunnen leiden. Er wordt daarom niet verder ingegaan op deze zienswijze.

Zienswijze 2:
Deze zienswijze bestaat uit een aantal onderdelen.


Onderdeel 1:
De indiener geeft aan dat een hondenkennel niet past in de kleinschalige plattelandsomgeving.

Reactie gemeente:
Planologisch worden er met het bestemmingsplan geen verruiming van de bebouwingsmogelijkheden gerealiseerd. De initiatiefnemer mag conform bestemmingsplan niet meer dan 250 m2 aan bebouwing realiseren. Ruimtelijk gezien past de realisatie van de hondenkennel daarom in een kleinschalige plattelandsomgeving.

Onderdeel 2:
Het geluidsrapport zegt alleen op één punt iets over de gevolgen voor de leefomgeving, dat zegt niets over de soort overlast en de gevolgen daarvan voor de buren.

Reactie gemeente:
Voor de wijziging van een bestemmingsplan wordt aan de hand van de VNG publicatie "Bedrijven en milieuzonering" bepaald wat de maatgevende afstand is voor de daarin aangegeven milieuaspecten. Hierin zijn opgenomen, geur, stof, geluid en gevaar. Het biedt mogelijkheden voor maatwerk en flexibiliteit bij het inpassen van bedrijvigheid in de fysieke omgeving en bij het inpassen van woningen en andere gevoelige functies nabij bedrijven. De aangegeven afstanden zijn richtafstanden.

Met bijlage 1 van de publicatie kan de afweging worden gemaakt of een bepaald bedrijfstype past in de omgeving. Liggen de te beschermen objecten binnen de straal van de grootste afstand in de tabel, dan is inpassing niet zondermeer mogelijk. Voor geluid geldt dat de aangegeven afstand toepasbaar is voor het omgevingstype dat in de "Handreiking Vergunning verlenging Industrielawaai 1998" is te kwalificeren als "Rustige woonwijk met weinig verkeer". Hiervoor wordt een richtwaarde aangegeven van 45 dB(A) in de dagperiode, 40 dB(A)in de avondperiode 35 dB(A) in de nachtperiode. In dit geval komt de te hanteren gebiedstypering overeen met de afstanden uit de publicatie en kunnen deze rechtstreeks worden toegepast. Voor de geplande bedrijfsactiviteiten aan de Riegshoogtendijk 87 gaat het om een hondenfokkerij. Deze is in te delen onder de SBI-code 0125.3 "Fokken en houden van overige dieren, huisdieren". De maatgevende de afstand is 50m voor het milieuaspect geluid. In het meest ongunstigste geval zou het mogelijk te omschrijven zijn als een dierenpension daarvoor geldt een richtafstand van 100 m.
De omliggende woningen bevinden zich op een afstand van minimaal 137 meter van de geplande activiteiten. Dit betreft de woning aan de Zuideropgaande 160. De overige woningen zijn gelegen op 390 meter (Riegshoogtendijk 85), 198 meter (Ritmeesterweg 1), 192 meter (Riegshoogtendijk 214). De afstanden zijn groter dan de aangegeven richtwaarde, waardoor gesteld kan worden dat de ruimtelijke inpasbaarheid mogelijk is.

In het akoestisch onderzoek is, in tegenstelling tot het gestelde dat er geen rekening wordt gehouden met soort overlast en de gevolgen voor de buren, wel degelijk met het type geluid rekening gehouden. Op de berekende niveaus is volgens de Handleiding meten en rekenen industrielawaai 1999 (HMRI) een straffactor van 5 dB toepast wegens het impulsachtig karakter van het honden geblaf. Door het toepassen van deze straffactor is er rekening gehouden met het type geluid (soort overlast). Naast de gemiddelde geluidniveaus zijn ook de maximale geluidsniveaus inzichtelijk gemaakt en getoetst aan de normen 55/50/45 dB(A) (LAr,LT+10). Het maximale geluidsniveaus is gebaseerd op de hoogste aflezing in de meterstand 'fast'. Voor de berekening in het model betekent dit dat het berekende niveau (Li) moet worden gepresenteerd zonder aftrek van bedrijfsduurcorrectie, maar met aftrek van de meteocorrectie. De maximale niveaus geven ook een mogelijke maat van herkenbaarheid aan. In het rapport wordt geconcludeerd dat na het treffen van de omschreven maatregelen aan deze niveaus kan worden voldaan. De uiterste maximale geluidsniveaus van 70/65/60 dB(A) voor de dag-, avond- en nachtperiode worden, op basis van jurisprudentie, over het algemeen aanvaarbaar geacht. De hier berekende niveaus liggen ruim onder deze maximaal aanvaardbare waarden.

Onderdeel 3:
In het plan staat dat een deel als speelweide zal worden gebruikt. Er bestaat geen garantie dat het daar bij blijft. Volgens het plan mogen niet bebouwde gedeelten gebruikt worden voor het houden van honden, met alle overlast van dien.

Reactie gemeente:
Het treffen van de maatregelen is niet afdwingbaar in het bestemmingsplan, maar wel binnen de omgevingsvergunning (voorheen milieuvergunning). Om deze vergunning te kunnen verkrijgen is akoestisch onderzoek gedaan naar de effecten van de inrichting op de omgeving. Indien een onderzoek uitwijst dat er overschrijding is van de richtwaarde voor geluid zullen de omschreven maatregelen moeten worden getroffen. Indien de wens van de ondernemer bestaat om hiervan af te wijken, zal met een nieuw akoestisch onderzoek moeten worden aangetoond dat aan de gestelde grenswaarden kan worden voldaan.
Het akoestisch onderzoek heeft aangetoond dat na het treffen van maatregelen aan de gestelde grenswaarden kan worden voldaan. Deze maatregelen bestaan uit een scherm van 2 meter hoogte.
Onderdeel 4:
Het gehanteerde geluidsrapport en de tekst van het bestemmingsplan garandeert niet dat de geluidshinder van de hondenfokkerij beperkt zal blijven tot hetgeen daarin is beschreven. Het is immers vanuit het bestemmingsplan niet gegarandeerd dat de gewenste maatregelen zullen moeten worden gerealiseerd laat staan dat die nu voldoende zouden zijn.

Reactie gemeente:
Zie onderdeel 3

Onderdeel 5:
Er wordt verwezen het beroepsschrift en de pleitnotitie van 17 augustus 2009, waarin is aangegeven waarom naar het oordeel van indiener de vestiging van de hondenfokkerij geen doorgang zou moeten vinden.

Reactie gemeente:
Omdat verwezen wordt naar het beroepsschrift en de pleinoititie van 17 augustsu 2009 wordt ingegaan op punt 6 van de Pleitnotitie-> Alinea's Akoestisch onderzoek en Blaffrequentie. Daarin wordt het volgende aangegeven:
Er worden twijfels uitgesproken over (1)de vergelijkbaarheid van een hondenfokkerij met een industrieel bedrijf en de bedrijven genoemd in de handleiding industrielawaai en verkeersaspecten, (2) de juistheid van de uitgangspunten van de bedrijfssituatie, (3) indirecte hinder die niet is meegnomen in de beoordeling en (4) de effecten van incidentele bedrijfssituaties die zich met dieren kunnen voordoen.
Hieronder wordt puntsgewijs ingegaan op de uitgesproken twijfels.

(1) Hier wordt waarschijnlijk bedoeld dat voor de beoordeling de Handleiding meten en rekenen Industrielawaai is gebruikt. In de Handleiding meten en reken Industrielawaai geeft voorschriften, wenken en randvoorwaarden voor meet- en rekenmethoden om geluid afkomstig van inrichtingen vast te stellen. Tevens geeft de handleiding technische procedures in het kader van vergunningverlening in het kader van de Wet milieubeheer. Het is een wettelijk voorgeschreven handleiding om op een representatieve manier geluid van inrichtingen te bepalen. Het onderzoek is uitgevoerd op basis van deze handleiding en voldoet daar mee aan de voorwaarden.

(2) Deze opmerking gaat over de representatieve bedrijfssituatie en de wijze van berekening volgens de handleiding meten en reken industrielaai. Dit is in de vergunningsaanvraag aangegeven door de aanvrager en wij hebben geen reden om te twijfelen aan deze gegevens. Deze passen bij het type bedrijf en de omvang van het bedrijf.

(3) De indirecte hinder is een aspect dat wordt meegenomen in het kader van vergunningverlening en niet voor een bestemmingsplan. Wel is dit in het akoestisch onderzoek aangegeven dat dit niet de grenswaarde van 50 dB(A) overschrijdt.

(4) In hoofdstuk 5 van het akoestisch onderzoek wordt duidelijk aangegeven dat er geen afwijkende of incidentele bedrijfssituaties van toe passing zijn, waarvoor een afweging kan worden gemaakt om in specifieke gevallen een hoger geluidniveau op de omgeving toe te staan. De representatieve bedrijfssituatie (RBS) is ook de enige situatie die is vergund.

Wij achtten de gehanteerde blafpercentages reëel doordat:

  • De in het akoestisch rapport gehanteerde blaftijd van de honden is gebaseerd op het artikel"Blaffende honden bijten niet" opgesteld door ing. M.J. Tennekes, gepubliceerd in Geluid, nummer 1, maart 1998. Dit artikel geeft een goede afwegingsmethodiek voor het vaststellen van blafpercentages.
  • Er maatregelen worden getroffen die impulsen van buitenaf sterk verminderen zoals de schermen rond de speelweides en de oostzijde van de buitenrennen.
  • De honden zijn met elkaar opgegroeid en is er geen situatie zoals in een dierenpension met allerlei verschillende honden van diverse rassen die elkaar niet kennen.