direct naar inhoud van 5.6 Externe veiligheid
Plan: Landelijk gebied, deelplan Hollandscheveldse Opgaande 23-25, 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20107028002-VG01

5.6 Externe veiligheid

Het aspect Externe Veiligheid heeft te maken met de gevolgen van ongevallen met gevaarlijke stoffen en de bescherming hiertegen. De veiligheidsrisico's worden uitgedrukt in het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Verder kunnen de veiligheidsrisico's worden verdeeld in risico's veroorzaakt door bedrijvigheid (inrichtingen) en in risico's veroorzaakt vanwege het transport (weg, spoor, water, buisleidingen) van gevaarlijke stoffen. Conform het nationale veiligheidsbeleid en de Visie Externe Veiligheid van de gemeente Hoogeveen is onderzoek verricht naar de veiligheidssituatie rondom het plangebied. Dit onderzoek bestaat uit het in beeld brengen van alle relevante risicofactoren met de bijbehorende risico's alsmede het vaststellen van de invloed hiervan op het plangebied.

Binnen het plangebied zijn, op basis van de in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) géén inrichtingen als bedoeld in de Wet milieubeheer aanwezig, die verhoogde risico's met zich meebrengen voor de in de omgeving gelegen risicogevoelige objecten en waarvoor veiligheidafstanden in acht moeten worden genomen.

Route gevaarlijke stoffen

Binnen of in de nabijheid van het plangebied bevinden zich geen vastgestelde transportroutes voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, spoorweg en waterweg waarvoor op basis van de "Wet Vervoer Gevaarlijke Stoffen" (WVGS) en de "Nota Risico Normering Vervoer Gevaarlijke Stoffen" (RNVGS) veiligheidafstanden in acht moeten worden genomen bij eventuele planontwikkeling.


Buisleidingen

Op basis van de provinciale risicokaart blijkt dat er een hoge druk aardgasleiding ten westen van het plangebied loopt. Het betreft de aardgasleiding kenmerk A-503-KR-09607. Deze leiding is in beheer van de Gasunie N.V. Hierdoor wordt aardgas onder een overdruk van 66,2 bar getransporteerd. De leidingen hebben een diameter van 48 inch. Op grond van de Circulaire zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen 1984 dient voor deze leiding een veiligheidszone in acht te worden genomen van 5 meter. Hierbij is uitgegaan van incidentele bebouwing. Op 17 september 2010 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) van 24 juli 2010 gepubliceerd. Het Bevb regelt onder andere welke veiligheidsafstanden moeten worden aangehouden rond buisleidingen met gevaarlijke stoffen. De normstelling is in lijn met het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi).

Plaatsgebonden risico

Het plaatsgebonden risico is de berekende kans per jaar, dat een persoon overlijdt als rechtsreeks gevolg van een ongeval bij een risicobron, aangenomen dat hij op die plaats permanent en onbeschermd verblijft. De PR(10-6)-contour van beide aardgasleidingen bedraagt 0 meter en ligt hiermee als het ware op de leiding. De PR-contour vormt dan ook geen belemmering voor de planontwikkeling.

Groepsgebonden risico

Groepsgebonden risico heeft betrekking op de cumulatieve kansen per jaar dat tenminste 10, 100 of 1000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is. Het groepsrisico moet binnen het invloedsgebied van 540 m rondom de aardgasleiding worden verantwoord in het bestemmingsplan. Aangezien het bestemmingsplan slechts 1 woning mogelijk maakt zal de personendichtheid in het invloedsgebied met ca. 3 personen toenemen. Dit is geen significante toename van het totaal aantal personen in het invloedsgebied. Er zal dan ook naar verwachting geen toename van het groepsrisico plaatsvinden. Het groepsrisico hoeft dan ook niet verder verantwoord te worden.

Het plan is voorgelegd aan de Hulpverleningsdienst Drenthe (HVD). De HVD heeft aangegeven, gezien de aard van het bestemmingsplan, geen advies uit te brengen.


Hoogspanningsleidingen

Binnen het plangebied lopen geen hoogspanningsleidingen. Het is daarom niet noodzakelijk om in enige vorm uitvoering te geven aan het voorzorgsbeleid (brief 24 december 2004 Sts. Secr. Van Geel) inzake de magnetische velden veroorzaakt door hoogspanningslijnen.