direct naar inhoud van 5.3 Water
Plan: Hollandscheveld, deelplan de Oplegger 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20107024003-OH01

5.3 Water

Door Civicon is in september 2010 een uitwerking van de watertoets uitgevoerd (Bijlage 3 Watertoets). Noemenswaardig is dat in deze waterparagraaf uitgegaan is van een drietal varianten van het verkavelingsplan. Het oostelijk deel van het plangebied is hierbij variërend. Voor de berekeningen is uitgegaan van de variant met het meeste verharde oppervlak.

5.3.1 Het afstromend oppervlak

In de bestaande situatie is het plangebied volledig onverhard. Na realisatie van het bouwplan neemt het verhard oppervlak toe. Het totaal afstromend verhard oppervlak is in de huidige situatie 0 m². In de toekomstige situatie neemt het verhard oppervlak toe met, particulier en openbaar, 5300 m².

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.BP20107024003-OH01_0007.jpg"

In de bestaande situatie is er geen sprake van een DWA-afvoer. Het aan te leggen DWA-stelsel kan worden aangesloten op het bestaande gescheiden stelsel in de Boeten.

Om wateroverlast, kwantitatief en kwalitatief, nu en in de toekomst te voorkomen geniet het de voorkeur om het hemelwater niet af te voeren op het bestaande gescheiden stelsel, maar het te bergen en te infiltreren in het plangebied zelf.

Binnen het plangebied en de aangrenzende percelen wordt (grond-)wateroverlast ten gevolge van dit plan voorkomen. Hiervoor kunnen de volgende maatregelen worden genomen:

  • ophogen terrein
  • bodemverbetering
  • aanbrengen drainage of open leidingen

Het afgekoppelde hemelwater wordt volgens de trits vasthouden, bergen en afvoeren behandeld volgens de afkoppelbeslisboom.

5.3.2 Behandeling afvalwater

In het plangebied wordt een nieuw DWA-stelsel aangelegd. In het nader uit te werken waterhuishoudingsplan dient dit stelsel verder te worden uitgewerkt. Bekend is dat in de omliggende straten van het plangebied een gescheiden stelsel aanwezig is. Geadviseerd wordt om het aan te leggen DWA-stelsel hierop aan te sluiten. Tevens dient in het waterhuishoudingsplan hydraulisch getoetst te worden of het bestaande gescheiden stelsel het extra aanbod van DWA kan verwerken.

5.3.3 Systeemkeuze

Het verhard oppervlak neemt toe van 0 m² in de huidige situatie naar 5.020 m² in de toekomstige situatie. Gezien het voorliggende stedenbouwkundig plan en de heersende gebiedskenmerken, een hoge grondwaterstand en schijngrondwaterstanden veroorzaakt door slecht doorlatende lagen, is gekozen voor het toepassen van waterbergende verharding in de rijbaan en de parkeerplaatsen. Voor een betere infiltratie van het hemelwater in de bodem wordt geadviseerd om ook bodemverbetering toe te passen.

5.3.4 Bergingsberekening

Voor de berekening van het toekomstige waterbergende verharding wordt uitgegaan van de onderstaande gegevens.

  • Totaal bruto oppervlak plangebied: 12.600 m²
  • Verhard oppervlak: 5.300 m²
  • K-waarde: 0,1 m/d
  • GHG: 11,23 m +NAP
  • GWS: 10,78 m +NAP
  • GLG: 10,42 m +NAP
  • Beschikbaar oppervlak rijbaan en
    parkeerplaatsen: 2.150 m²
  • Maatgevende bui (T): 100 + 10%
  • Hoogte fundering: 0,35 m
  • Poriënvolume: 37%
  • Landbouw afvoernorm: 1,2 l/s/ha


Op basis van een infiltratieberekening waar gebruik is gemaakt van bovenstaande gegevens, kan geconcludeerd worden dat er een oppervlak van 2.150 m² nodig is om te voldoen aan de bergingseis van T=100 + 10%. De waterbergende verharding heeft een totale berging van 52,5 mm (278 m³).