direct naar inhoud van Artikel 10 Verkeer
Plan: Dalerend 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20098019001-OH01

Artikel 10 Verkeer

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegverkeer;
  • b. voet- en fietspaden;
  • c. groenvoorzieningen;
  • d. parkeervorzieningen;

met daaraan ondergeschikt:

  • e. nutsvoorzieningen;
  • f. geluidswerende voorzieningen;
  • g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van het verzamelen van huishoudelijke afvalstoffen, hieronder mede verstaan ondergrondse afvalopslag;
  • h. gebouwen ten behoeve van het wegverkeer, zoals bushokjes;
  • i. zend-/ontvangstinstallatie ten behoeve van de openbare orde;
  • j. water;
  • k. evenementen

met de daarbij behorende:

  • l. verhardingen;
  • m. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • n. andere werken.
10.2 Bouwregels
10.2.1 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van:

  • a. de in lid 10.1 sub e en/of h genoemde gebouwen, mits:
    • 1. de hoogte niet meer dan 3 meter bedraagt;
    • 2. de bruto-oppervlakte niet meer bedraagt dan 25 m²;
10.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van de in lid 10.1 sub g genoemde bouwwerken mag, gemeten vanaf het aansluitend terrein, niet meer dan 1,5 meter bedragen;
  • b. de bruto-oppervlakte van de in lid 10.1 sub g genoemde bouwwerken mag, voor zover het bouwwerk bovengronds wordt geplaatst, niet meer dan 2 m² bedragen;
  • c. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan die zoals genoemd onder lid 10.1 sub g en i en anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mag niet meer dan 3 meter bedragen;
  • d. de hoogte van zend-/ontvangstinstallaties ten behoeve van de openbare orde mag niet meer dan 40 meter bedragen.
10.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de verkeersveiligheid;
  • b. de sociale veiligheid; en
  • c. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld.