direct naar inhoud van 5.9 Water
Plan: Bentinckspark 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20098016001-OH01

5.9 Water

Beleidskader

In het waterbeheer zijn drie grote beleidsthema's:

  • 1. Voor het dagelijkse waterbeheer is dat het Gewenste Grond- en Oppervlaktewater Regime (GGOR). Doel daarvan is gedurende een heel groot deel van het jaar die wateromstandigheden te realiseren die het beste passen bij de functie zoals de provincies die hebben vastgesteld.
  • 2. Om in extreem natte en extreem droge omstandigheden de schade als gevolg van wateroverlast of watertekort te beperken, kennen we WB21. Hierin zit de trits vasthouden-bergen-afvoeren als voorkeursvolgorde en afwegingskader en het principe van niet afwentelen. Het stedelijk gebied dient dus waterneutraal te zijn. Mocht dit door de enige goede reden – de veiligheid is ernstig in het geding, de kosten zijn te hoog, er spelen nijpende ruimtevraagstukken – niet kunnen, dan komen het waterschap en de gemeente passende afspraken overeen. Doel is het watersysteem zo in te richten dat het in extreme omstandigheden en in de toekomst goed functioneert.
  • 3. Voor het bereiken van de goede ecologische toestand van het water zijn er de Europese richtlijnen voor ecologie en waterkwaliteit. Dit thema bestaat uit de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) en de Vogel- en Habitatrichtlijnen (vertaald in Flora- en Faunawet en Natuurbeschermingswet). Doel daarvan is dat alle Europese wateren, zowel oppervlaktewater als grondwater, zich in 2015 in een goede ecologische en goede chemische toestand bevinden. Met goede argumenten is uitstel mogelijk tot uiterlijk 2027. Voor de Natura 2000-gebieden is geen uitstel mogelijk.

Deze drie thema's hangen zo met elkaar samen dat het niet mogelijk is ze afzonderlijk van elkaar te realiseren. Dat doen we dus ook niet. We zorgen er voor dat het watersysteem tijdig op orde is, duurzaam is ingericht, voldoet aan de landelijke normen voor het voorkomen van wateroverlast, bijdraagt aan het bereiken van grond- en oppervlaktewaterpeilen in relatie tot de functies van die wateren en gebieden, we gaan verdroging tegen en houden rekening met de eisen vanuit de KRW.

Om aan deze punten te voldoen treedt in december 2009 de Waterwet in werking. Deze waterwet vervangt acht bestaande wetten voor het waterbeheer in Nederland. Deze wet regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater. Ook verbetert deze wet de samenhang tussen waterbeleid en ruimtelijke ordening. Hierdoor zijn waterschappen, gemeenten en provincies beter in staat wateroverlast, waterschaarste en watervervuiling tegen te gaan. Ook voorziet de waterwet in het toekennen van functies voor het gebruik van water zoals scheepvaart, drinkwatervoorziening, natuur, landbouw, industrie en recreatie. Op basis van deze functies worden eisen gesteld aan de kwaliteit en de inrichting van het water. De instrumenten vanuit de Waterwet zijn Waterplannen (rijk en provincie), waterbeheerplannen (waterbeheerder) en vergunningen.

Planbeschrijving

Het Bentinckspark bevindt zich ten oosten van het centrum van Hoogeveen en ligt in het beheersgebied van waterschap Reest en Wieden. Het plangebied heeft een totale oppervlakte van 639.369 m2. Binnen of in de nabijheid van het plangebied bevinden zich schouwsloten of hoofdwatergangen van het waterschap. Binnen het gebied zijn geen gevallen van grondwateroverlast bekend.

Het Bentinckspark bestaat uit 2 watersystemen. Het grootste, noordelijke, gedeelte is een poldersysteem. De afwatering van de sportvelden en de bestaande afwatering van de waterpartijen vindt plaats door middel van drainage. Het drainagewater wordt geloosd op de industriehaven. Het 2e systeem ligt in het uiterste zuiden van het plangebied. Om een aantal (kunst)grasvelden te kunnen realiseren voor de voetbalverenigingen is hier een aantal sloten gedempt. Dit zal gecompenseerd worden in het plan. De uitvoering hiervan zal plaatsvinden in overleg tussen de gemeente en het waterschap.

Waterwingebied

Een gedeelte van het Bentinckspark is ingericht als 'waterwingebied' van Waterleidingmaatschappij Drenthe. Dit houdt in dat er sprake is van een milieubeschermingsgebied in het plangebied. De betekenis van dit gebied ligt primair in het beschermen en verbeteren van de aanwezige milieukwaliteit ten aanzien van water. Het gebruik van de bodem en het grondwater dient dan ook zodanig plaats te vinden dat het grondwater aan de gestelde eisen van de drinkwaterkwaliteit kan voldoen. Door een gedeelte van het plangebied aan te wijzen als waterwingebied wordt getracht te voorkomen dat de kwaliteit van het grondwater wordt aangetast door verontreinigingen.

Tevens geldt een beschermingsregime ten aanzien van diepe boringen. Boringen dieper dan 50 meter zijn binnen het beschermingsgebied niet toegestaan, om zodoende de aanwezige kleilagen in stand te houden.

In het plangebied bevindt zich een aantal pompputten. In de huidige situatie is in de zuidoostelijke hoek van het park sprake van een reservelocatie. Deze locatie zal in de nieuwe situatie komen te vervallen. Ter compensatie is een nieuw gebied binnen het Bentinckspark aangewezen. Globaal ligt deze strook tussen de Vos van Steenwijklaan en de Bentincksdijk. In overleg met de WMD kan in het westelijk gedeelte een pompput verplaatst worden naar het westen om ruimte te bieden aan het daar geprojecteerde hockeyveld. Het al ingerichte waterwingebied zal daarmee tot de Sportlaan worden uitgebreid.

Riolering

Rondom en bij het Bentinckspark is een gemengd rioolstelsel aanwezig. In het Bentinckspark zelf is alleen een kleine DWA-leiding aanwezig om het afvalwater van de aanwezige kleedruimtes en toiletgebouwen af te voeren. Bij nieuwbouw, die past binnen de kaders van dit bestemmingsplan, zal rekening worden gehouden met de mogelijkheden tot de aanleg van een gescheiden systeem.

Waterkwantiteit

Bij een toename van verhard oppervlak zoals daken en verharding, zal meer regenwater worden afgevoerd in plaats van infiltreren. Waterschap Reest en Wieden hanteert daarom dat, indien de toename verhard oppervlak meer dan 750 m2 is, er gecompenseerd moet worden. Deze compensatie geschiedt, door 10% van het toegenomen verhard oppervlak als nieuw oppervlaktewater aan te leggen binnen hetzelfde gebied. Ook kan, in het kader van duurzaamheid, gedacht worden aan de aanleg van waterbergende verharding, dakwaterbergingsconstructies of sedumdaken. Hierdoor zal regenwater vertraagd worden afgevoerd. Ook kan regenwater worden hergebruikt t.b.v. sanitaire doeleinden.

Bij de nieuwbouw die in het park plaatsvindt, zal ruim rekening gehouden worden met deze compensatieregeling. Door de aanleg van een vijver aan de Bentincksdijk zal de waterbeleving én de compensatie gewaarborgd zijn. Bij een bestemmingsplanwijziging voor bijvoorbeeld nieuwe bouwwerkzaamheden zal het gewijzigde plan opnieuw worden voorgelegd aan Waterschap Reest en Wieden.

Waterkwaliteit

Uit onderzoek is gebleken dat de waterkwaliteit van veel watergangen in het gebied verre van optimaal is. Dit komt mogelijk door de uitspoeling van meststoffen van de sportvelden en het gebrek aan voldoende doorstroming. Bij de aanleg van de nieuwe waterpartijen zal rekening gehouden worden met zowel de natuurwaarden als de waterkwaliteit. Dit gebeurt door het aanleggen van natuurvriendelijke en glooiende oeverzones. De mogelijkheden tot de verbetering van de doorstroming worden onderzocht.

Invloed op de waterhuishouding

Het plan bevindt zich niet in een beekdal of risicogebied en in het verleden is geen grondwateroverlast of wateroverlast als gevolg van overstromingen geconstateerd. Het plan ligt niet in een zone van hydrologische beïnvloeding. Kleine wijzigingen in de grondwaterstand binnen het peilbeheer van het waterschap hebben geen invloed op de omliggende functies van het plan. Grotere verschillen in de grondwaterstand kunnen wel invloed op de omliggende functies hebben. Hoge grondwaterstanden maken traditioneel bouwen onmogelijk. Het grondgebruik kan verslechteren en er bestaat een verhoogde kans op wateroverlast.

Proces

De initiatiefnemer heeft het waterschap tijdig ingelicht over de planvorming. Hierdoor heeft het waterschap de initiatiefnemer goed op de hoogte kunnen stellen van de waterhuishoudkundige aspecten binnen het plan. De waterhuishoudkundige aspecten die aan bod komen zijn tijdens gesprekken met het waterschap behandeld.

Wateradvies Waterschap Reest en Wieden

De bestemming en grootte van het plan hebben een geringe invloed op de waterhuishouding. De procedure voor de standaard watertoets is gevolgd. Afwijkingen met betrekking tot het beleid zijn door de initiatiefnemer voldoende onderbouwd. Waterschap Reest en Wieden komt tot het volgende advies:

Met de bovenstaande waterparagraaf zijn de wateraspecten van waterschap Reest en Wieden voldoende belicht. Het waterschap heeft voor het plan Bentinckspark een positief wateradvies afgegeven.