direct naar inhoud van 5.5 Ecologie
Plan: Bentinckspark 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20098016001-OH01

5.5 Ecologie

In het bestemmingsplan dient rekening te worden gehouden met Europese en nationaal beleid en wetgeving ten aanzien van de natuurbescherming. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen gebiedsbescherming en soortenbescherming. De gevolgen van natuurwet- en regelgeving voor dit bestemmingsplan zijn in beeld gebracht in het rapport 'Quickscan natuurtoets herinrichting Bentinckspark, Hoogeveen' van 25 augustus 2009 (zie bijlage 9). Het onderzoek is uitgevoerd door Ecogroen Advies BV.

Gebiedsbescherming

Voor wat betreft de gebiedsbescherming geldt dat in en in de nabijheid van het plangebied geen sprake is van gebieden die zijn aangewezen als Speciale Beschermingszone (SBZ) in de zin van de Europese Vogel- of Habitatrichtlijn. Ook liggen binnen een straal van een kilometer geen gebieden die behoren tot de EHS. Bij ontwikkelingen binnen het plangebied is aantasting van de beschermde waarden van een SBZ of aantasting van de wezenlijke kenmerken en waarden van de EHS dan ook niet te verwachten. Ook zijn geen waardevolle ecologische structuren aanwezig zoals vermeld op de POP II-kaart 7.

Soortenbescherming

Bij de soortenbescherming is de Flora- en faunawet van belang en eventueel het provinciaal soortenbeleid. In de Flora- en faunawet wet is bepaald dat beschermde dieren die in de wet zijn of worden aanwezen, niet gedood, gevangen of opzettelijk verontrust mogen worden, dat planten niet geplukt of verzameld mogen worden en dat het niet is toegestaan om nesten, holen of andere vaste rust- verblijfplaatsen van dieren te beschadigen, vernietigen of te verstoren. Door twee recente uitspraken van de Raad van State is de beoordeling van ontheffingen veranderd. Het bevoegd gezag kan niet meer onder voorwaarden een ontheffing van de verbodsbepalingen verlenen bij de uitvoering van werkzaamheden in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling.

Uit het ecologisch onderzoek van 2009 is naar voren gekomen dat er diverse laag beschermde dier- en plantensoorten in Bentinckspark aangetroffen of te verwachten zijn. In het plangebied zijn geschikte biotopen voor vaste verblijfplaatsen van vleermuizen aanwezig (zie bijlage 3 ecologisch rapport). Bij sloopwerkzaamheden of renovatie van gebouwen dient vooraf een nader vleermuizenonderzoek uitgevoerd te worden. Verder zijn diverse vleermuissoorten foeragerend aangetroffen. De Meervleermuis heeft een jachtroute over het kanaal van de Industriehaven. In het plangebied wordt de Bentincksdijk als duidelijke jachtroute voor de gewone dwergvleermuizen gebruikt.

Verder is nog de aanwezigheid van de middelhoog beschermde Brede orchis naar voren gekomen in het noordoostelijk deel van het plangebied. Aantasting van de standplaats van de Brede orchis is zonder ontheffing op grond van de Flora- en faunawet niet toegestaan. Ook is het van belang bij het beheer rekening te houden met de aanwezigheid van deze soort. Overige juridisch zwaarder beschermde soorten of soorten van de Rode Lijst zijn in het plangebied -met uitzondering van broedvogels – niet bekend.

In de bosstrook ter hoogte van de Bentincksdijk is een kolonie roeken aanwezig van ca. 23 nesten. Kolonies van broedvogels mogen niet zonder meer worden verwijderd ook niet buiten het broedseizoen. De nesten van roeken zijn jaarrond beschermd. Dit geldt ook voor nesten van de gierzwaluw en de huismus. Bij ruimtelijke ontwikkelingen of renovatie en sloop van bestaande bebouwing zal dan ook nader ecologisch onderzoek plaats moeten vinden naar het voorkomen van deze soorten.

Bij ruimtelijke ontwikkelingen in het plangebied dient rekening te worden gehouden met de volgende ecologische aspecten:

  • het inpassen en zo mogelijke versterken van de waardevolle laan met zomereiken langs de Bentincksdijk als jachtroute voor de Gewone Dwergvleermuis. In het stedenbouwkundig programma van eisen is met dit aspect rekening gehouden;
  • indien nieuwe verlichting wordt aangebracht in het park dient rekening te worden gehouden met de eisen die vleermuizen stellen aan een lichtarme omgeving. Er zijn speciale armaturen die de verstrooiing van licht beperken;
  • het groepje zomereiken in de oksel van De Vos van Steenwijklaan met de Galileïlaan is het behouden waard vanwege de hoge leeftijd;
  • natuurvriendelijke en glooiende oeverzones aanleggen om de waterkwaliteit en de natuurwaarden te verhogen. Bij de aanleg van de waterpartijen (bijvoorbeeld het water in het stadsparkgedeelte) is dit een uitgangspunt;
  • verbetering van de lichtinval en het terugdringen van bladinval door met name aan de oost-, zuid- en westzijde van waterpartijen hoge beplanting te verwijderen of terug te dringen.

Bij ruimtelijke ingrepen en activiteiten in het bestemmingsplangebied dient altijd rekening gehouden te worden met de mogelijke aanwezigheid van beschermde soorten uit de Flora- en faunawet. Voor elk voornemen waarvan niet met zekerheid is uit te sluiten dat er effecten op beschermde soorten optreden is een toetsing aan de Flora- en faunawet noodzakelijk.