direct naar inhoud van 3.1 Europees beleid
Plan: Noordscheschut 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20098015001-VG01

3.1 Europees beleid

3.1.1 Verdrag van Malta

In 1992 werd het Europese Verdrag van Valletta (Malta) ondertekend door een groot aantal EU-landen, waaronder Nederland, met als doel om het (Europese) archeologische erfgoed veilig te stellen. De ondertekenaars hebben zich verplicht, archeologische belangen tijdig te betrekken bij de ruimtelijke planvorming voor woningbouw, landinrichting, wegenaanleg en dergelijke. Het beleid is gericht op het behoud van de archeologische waarden in de bodem en de planologische bescherming van waardevolle archeologische vindplaatsen. In Nederland is dit beleid verwerkt in de Monumentenwet. De gronden vallende binnen de herziening van het bestemmingsplan Noordscheschut zijn op basis van deze wet getoetst.

3.1.2 Vogel- en Habitatrichtlijn / Natura-2000

De laatste tijd ondervindt de ruimtelijke ordening steeds meer invloed van het Europese beleid. In het bijzonder geldt dit voor de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn. Bij herzieningen van bestemmingsplannen wordt aandacht gevraagd voor het veiligstellen van de beschermde flora en fauna. Hiervoor dient als basis de Flora- en faunawet van 1 april 2002; deze wet regelt de bescherming van soorten. De doelstelling van de wet is de bescherming en het behoud van de gunstige staat van instandhouding van in het wild levende planten- en diersoorten. Activiteiten met een schadelijk effect op beschermde soorten zijn in principe verboden. Daarnaast erkent de wet dat ook dieren die geen direct nut opleveren voor de mens van onvervangbare waarde zijn. Van het verbod op schadelijke handelingen kan onder voorwaarden worden afgeweken, met een ontheffing of een vrijstelling. Het verlenen hiervan is de bevoegdheid van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) of, in geval van beheer en schadebestrijding, van Gedeputeerde Staten.

Op basis van de Natura-2000 richtlijn zijn in heel Europa gebieden aangewezen die belangrijk zijn voor de instandhouding van soorten, habitats en landschappen. In de provincie Drenthe zijn dat ondermeer het Dwingelderveld en het Mantingerzand. Deze Natura-2000 gebieden vallen onder de werking van de Natuurbeschermingswet. Doelstelling van deze wet is het bereiken van goede randvoorwaarden voor flora en fauna in het gebied. Deze randvoorwaarden zijn vastgelegd in de instandhoudingsdoelstellingen voor ieder afzonderlijk gebied. Het voorkomen van negatieve effecten op die instandhoudingsdoelstellingen is geregeld in een vergunningenstelsel. Daarnaast moet bij het vaststellen van ruimtelijke bestemmingen rekening worden gehouden met de aanwezigheid van de Natura-2000 gebieden. Gedeputeerde Staten van Drenthe zijn bevoegd gezag voor de Natuurbeschermingswet. De herziening van het bestemmingsplan Noordscheschut is aan de hiervoor vermelde wetten getoetst.