direct naar inhoud van Artikel 25 Algemene gebruiksregels
Plan: Noordscheschut 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20098015001-VG01

Artikel 25 Algemene gebruiksregels

  • a. Het is verboden de gronden en de bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de aangegeven bestemming.
  • b. Tot een gebruik, strijdig met de in dit bestemmingsplan voorkomende bestemmingen, zoals bedoeld in artikel 7.2 van de Wet op de ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
    • 1. het gebruik of laten gebruiken van gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
    • 2. het gebruik of laten gebruiken van gronden en van de daarop voorkomende bouwwerken als seksinrichting(en).
  • c. Het is verboden bouwwerken, voor het bouwen waarvan op grond van de bestemmingsbepaling ontheffing is verleend, te gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met het doel, waarvoor die ontheffing is verleend.
  • d. Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van de bestemmingen Bedrijf, met inachtneming van de milieusituatie, bij een omgevingsvergunning afwijken van:
    • 1. het bepaalde in lid a en toestaan dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de toegestane bedrijven zoals genoemd in artikel 4, mits het geen geluidzoneringsplichtige inrichting betreft;
    • 2. het bepaalde in lid a en toestaan dat de gronden en gebouwen worden gebruikt voor de uitoefening van detailhandel in de vorm van e-commerce.
  • e. De in lid d genoemde vergunningen kunnen slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de milieusituatie;
    • 3. de verkeersveiligheid;
    • 4. de gebruiksmogelijkheden van omliggende gronden.
  • f. Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid a, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.