direct naar inhoud van Artikel 26 Algemene aanduidingsregels
Plan: Noordscheschut 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20098015001-OH01

Artikel 26 Algemene aanduidingsregels

26.1 Veiligheidszone - lpg

Op de gronden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Veiligheidszone - lpg' mogen geen nieuwe, niet zijnde bestaande, (beperkt) kwetsbare objecten worden gerealiseerd.

26.1.1 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de voor die gronden aangewezen bestemmingen geldt ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Veiligheidszone - lpg' dat het bouwen van (beperkt) kwetsbare objecten niet is toegestaan.

26.2 Luchtvaartverkeerzone - beperkingengebied - geluid

Op de gronden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Luchtvaartverkeerzone (beperkingengebied - geluid)' zijn geen nieuwe woningen, met uitzondering van bedrijfswoningen, of geluidgevoelige gebouwen toegestaan, die vanwege de geluidsbelasting van het vliegveld een te hoge geluidsbelasting ondervinden.

26.2.1 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de voor die gronden aangewezen bestemmingen geldt ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Luchtvaartverkeerzone (beperkingengebied - geluid))' voor het bouwen van gebouwen dat het bouwen van woningen of geluidsgevoelige gebouwen niet is toegestaan .

26.2.2 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 26.1.1.voor het bouwen van een op grond van de aangewezen bestemmingen toelaatbaar gebouw of de uitbreiding daarvan, welke aangemerkt kan worden als een woning of geluidgevoelig gebouw, overeenkomstig de bepalingen van de ter plaatse geldende bestemming(en), mits de provincie Drenthe een verklaring van geen bezwaar heeft afgegeven onder de voorwaarde dat de woning of geluidgevoelig gebouw:

  • a. een open plek in de bestaande bebouwing opvult; of
  • b. dient ter vervanging van op die plaats reeds aanwezige bebouwing; of
  • c. gelegen binnen de contour van het beperkingengebied wordt verplaast naar een locatie waar de geluidbelasting ten gevolge van het luchthavenluchtverkeer minder is, met als voorwaarde dat de verklaring niet eerder kan worden afgegeven dan nadat het oude geluidgevoelige object aan de bestemming is onttrokken.
26.2.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met lid 26.2, zoals bedoeld in artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van niet-geluidsgevoelige objecten als geluidsgevoelig object.

26.3 Wro-zone - wijzigingsgebied - 1

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, het plan wijzigen in die zin dat:

  • a. de bestemming 'Agrarisch' wordt gewijzigd in de bestemming 'Wonen', 'Verkeer' en 'Tuin';
  • b. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast binnen het gebied dat op de kaart is voorzien van de aanduiding 'Wro - zone - wijzigingsgebied 1';
  • c. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid voor de betreffende gronden de bepalingen van artikel 18 van toepassing zijn, met dien verstande dat de volgende uitgangspunten gelden:
    • 1. het aantal te bouwen woningen mag in het gebied aan de Boogerdweg niet meer dan
      2 bedragen;
    • 2. het aantal te bouwen woningen mag in het gebied aan de Coevorderstraatweg niet meer dan 5 bedragen;
    • 3. de bestemming zal pas worden gewijzigd als de milieuhinderlijke belemmeringen uit de omgeving zijn opgeheven;
    • 4. aansluiting wordt gezocht bij de bestaande bebouwingsstructuur;
    • 5. er mogen zowel vrijstaande als twee-aan-een gebouwde woningen worden gebouwd;
    • 6. het ontwerp-wijzigingsplan zal worden voorgelegd aan het betreffende waterschap met het verzoek hierover advies uit te brengen;
    • 7. de waterhuishouding niet mag worden verstoord;
    • 8. parkeren moet opgelost worden op eigen terrein, op basis van de parkeernormen zoals die gelden op het moment dat een wijzingsplan in procedure wordt gebracht.

26.4 Wro-zone - wijzigingsgebied - 2

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden met de aanduiding 'Wro-zone - wijzigingsgebied 2' te wijzigen in de bestemming , Maatschappelijk, met dien verstande dat:

  • a. aangetoond wordt dat het verzoek voldoet aan de standaardvoorwaarden van de Gasunie;
  • b. de leidingbeheerder toestemming heeft verleend aan het verzoek;
  • c. de waterhuishouding niet gewijzigd mag worden.