direct naar inhoud van Artikel 13 Tuin
Plan: Pesse 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20098014001-OH01

Artikel 13 Tuin

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen;
  • b. toegangspaden tot de gebouwen op het bijbehorende bouwperceel;
  • c. balkons en erkers;

met de daarbij ten dienste van de bestemming behorende:

  • d. bouwwerken geen gebouwen zijnde, zoals pergola's en erf- of perceelsafscheidingen;
  • e. andere werken.
13.2 Bouwregels
  • a. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van erkers;
  • b. binnen deze bestemming zijn erkers bij woningen met een maximale diepte van 1,5 meter en een maximale breedte van 2/3 van de breedte van de voor- en/of zijgevel van het bijbehorende hoofdgebouw toegestaan, mits de hoogte van de erker ten hoogste gelijk zal zijn aan de hoogte van de eerste bouwlaag van het bijbehorende hoofdgebouw;
  • c. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2 meterbedragen, met dien verstande dat voor erf- of perceelsafscheidingen geldt dat de hoogte:
    • 1. maximaal 1 meter mag bedagen of;
    • 2. maximaal 2 meter mag bedragen, mits meer dan 1 meter achter het verlengde van de voorgevel van het hoofdgebouw;
    • 3. de bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen.
13.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. een goede woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
13.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd middels een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 13.2 sub a, en toestaan dat een carport wordt opgericht, mits:

  • a. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3 meter;
  • b. de caport niet meer dan 1 meter voor de voorgevel wordt geplaatst;
    • 1. De in lid 13.4 sub a genoemde ontheffingen kunnen slechts worden verleend, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van :
      • het straat- en bebouwingsbeeld;
      • de sociale veiligheid;
      • de woonsituatie;
      • de verkeersveiligheid;
      • de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
13.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik of het laten gebruiken van de gronden en de daarop voorkomende bouwwerken als seksinrichting(en);
  • b. het gebruik of het laten gebruiken van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen.