direct naar inhoud van Artikel 4 Maatschappelijk
Plan: Bentinckspark, deelplan Kalkoven 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20087016002-OH01

Artikel 4 Maatschappelijk

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor “Maatschappelijk” aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gezondheidszorg;
  • b. welzijnsinstelling;
  • c. zorginstelling;
  • d. dienstverlening;
  • e. praktijkruimte, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding "praktijkruimte uitgesloten", geen praktijkruimtes zijn toegestaan;
  • f. ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - muur", erfafscheiding dan wel buitenmuur als stedenbouwkundig dragend element;

met daarbij behorende:

  • g. gebouwen;
  • h. bijgebouwen;
  • i. wegen en paden;
  • j. parkeervoorzieningen, met een minimum van 36 parkeerplaatsen voor motorvoertuigen;
  • k. groenvoorzieningen;
  • l. nutsdoeleinden;
  • m. geluidwerende voorzieningen;
  • n. tuinen, erven en terreinen;
  • o. bouwwerken geen gebouwen zijnde.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen de volgende bepalingen gelden:

  • a. een hoofdgebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de gebouwen dienen qua bouwaanduiding zoals weergegeven op de plankaart en welke overeenkomt met de bouwaanduiding zoals genoemd in onderstaande matrix, en de daarbij behorende categorie(n), aantal bouwlagen, dakhelling, en maatvoering, te voldoen aan de eisen die in de volgende matrix zijn gesteld:

Bouwaanduiding   Aantal bouwlagen   Goothoogte (m)   Bouwhoogte (m) max  
sba-1   2   -   9,50  

  • c. de oppervlakte van gebouwen ten behoeve van nutsdoeleinden mag niet meer dan 25 m² bedragen.
4.2.2 Bijgebouwen

Voor het bouwen van bijgebouwen, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van bijgebouwen mag niet meer dan 3 meter bedragen;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen mag maximaal 60 m² bedragen, met dien verstande dat ten hoogste 50% van het bij het hoofdgebouw aansluitende erf mag worden bebouwd;
  • c. de bijgebouwen dienen achter het verlengde van de voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd.
4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - muur", mag de hoogte niet meer dan 2 meter bedragen;
  • c. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 6 meterbedragen.
4.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming , zoals bedoeld in artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. zelfstandige bewoning van bijgebouwen.