direct naar inhoud van Regels
Plan: Stadscentrum, parapluherziening wonen en parkeren
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.2022BP8017021-ON01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan "Stadscentrum, parapluherziening wonen en parkeren" met identificatienummer NL.IMRO.0118.2022BP8017021-ON01 van de gemeente Hoogeveen;

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

1.3 bestaand

de op het moment van ter inzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan en conform de op dat moment geldende regels aanwezige gebouwen/ oppervlakten/ gebruik of waarvoor een bouwvergunning is verleend danwel een aanvraag om bouwvergunning is ingediend die kan worden verleend;

1.4 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.5 eigen toegang

een deur die direct toegang geeft tot de woning, die bereikbaar is via de straatzijde of vanuit een gemeenschappelijke hal en die voorzien is van een door de gemeente verleend huisnummer;

1.6 gebruiksoppervlakte woning

de bewoonbare vloeroppervlakte, exclusief opslagruimten en dergelijke op basis van de Meetinstructie bepalen gebruiksoppervlakte woningen volgens NEN 2580;

1.7 huishouden

een persoon, of groep personen die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling. Kamerbewoning en inwoning worden hieronder niet begrepen;

1.8 inwoning

het toevoegen van een tweede afzonderlijk huishouden in een woning met het oog op mantelzorg;

1.9 kamerbewoning

geëxploiteerde woning voor één of meer personen welke woning geen eigen toegang heeft tot de openbare ruimte en waarbij sprake is van gezamenlijk gebruik van één of meer gemeenschappelijke voorzieningen zoals sanitair, kookgelegenheid, wasgelegenheid.

1.10 mantelzorg

intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond;

1.11 Parkeernota 2011

de Parkeernota 2011 van de gemeente Hoogeveen zoals opgenomen in Bijlage 1;

1.12 wonen

de bewoning van een woning;

1.13 woning

een complex van ruimten dat door de indeling en inrichting uitsluitend bedoeld is voor de huisvesting van één huishouden;

1.14 wooncentrum

onder wooncentrum wordt verstaan:

  • a. gebouwen ten behoeve van woningen, al dan niet in combinatie met gemeenschappelijke voorzieningen, zoals recreatieruimtes, keuken, kleinschalige detailhandelsvoorzieningen, sociale dienstverlening en daarmee samenhangende administratieve diensten, danwel;
  • b. de bestaande begripsbepaling indien de plannen als bedoeld in Bijlage 2 zijn voorzien van een afwijkende begripsbepaling, met dien verstande dat:
    • 1. de afwijkende begripsbepaling uitsluitend van toepassing is voor het plangebied van het plan waar de afwijkende begripsbepaling betrekking op heeft.

Artikel 2 Werking van dit bestemmingsplan

2.1 Toepassingsbereik

De regels van dit plan worden toegevoegd aan de regels van alle bestemmingsplannen, (partiële) herzieningen van bestemmingsplannen, wijzigingsplannen en uitwerkingsplannen, die op het moment van vaststelling van dit plan zijn vastgesteld.

2.2 Verhouding tot andere bestemmingsregelingen
  • a. De bestemmingsplannen die met dit bestemmingsplan worden herzien, zijn opgenomen in Bijlage 2 van de regels.
  • b. Als op een locatie ook regels van een eerder vastgesteld bestemmingsplan gelden die dezelfde strekking hebben als een regel van dit plan, dan blijven die regels van dat eerder vastgestelde bestemmingsplan buiten toepassing.

Hoofdstuk 2 Algemene regels

Artikel 3 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 4 Algemene aanduidingsregels

4.1 Overige zone - kamerbewoning, inwoning en oppervlakte woning
4.1.1 Kamerbewoning

Kamerbewoning is niet toegestaan.

4.1.2 Inwoning

Inwoning in een woning is toegestaan, mits;

  • a. de inwoning wordt opgelost binnen de toegestane bouwmogelijkheden op basis van het vigerende bestemmingsplan, wijzigingsplan of uitwerkingsplan;
  • b. er sprake is van een gezamenlijke hoofdingang;
  • c. er sprake is van maximaal één inwoning per woning;
  • d. er sprake is van gezamenlijk gebruik van één of meer gemeenschappelijke voorzieningen zoals sanitair, kookgelegenheid, wasgelegenheid;
  • e. de inwoningsverblijven bij de oorspronkelijke woning worden getrokken, indien de inwoning eindigt.

4.1.3 Oppervlakte woning

In geval op basis van het vigerende bestemmingsplan, wijzigingsplan of uitwerkingsplan, als bedoeld in Bijlage 2 één of meer woningen binnen een bestemming zijn toegestaan, gelden de volgende aanvullende voorwaarden:

  • a. het gebruiksoppervlak van een woning bedraagt minimaal 75 m², met dien verstande dat:
    • 1. bij bestaande woningen met een kleiner gebruiksoppervlak, het bestaande gebruiksoppervlak als minimum wordt beschouwd;
  • b. het gestelde onder a is niet van toepassing op gronden voorzien van de bestemming 'Wooncentrum' of 'Wonen - Wooncentrum'.
4.2 Overig zone - parkeren auto's en fietsen, laden en lossen
4.2.1 Regeling
  • a. Een omgevingsvergunning voor het bouwen of gebruiken van gronden, zoals toegestaan op grond van de onderliggende ruimtelijke plannen, waarbij sprake is van een parkeerbehoefte, wordt niet eerder verleend dan nadat in voldoende mate is voorzien in parkeergelegenheid voor auto's en fietsen, overeenkomstig de 'Parkeernota 2011' van de gemeente Hoogeveen;
  • b. Een omgevingsvergunning voor het bouwen of gebruiken van gronden, zoals toegestaan op grond van de onderliggende ruimtelijke plannen, waarbij sprake is van een behoefte aan ruimte voor het laden en lossen van goederen, wordt niet eerder verleend dan nadat in voldoende mate is voorzien in ruimte voor het laden en lossen van goederen, overeenkomstig de 'Parkeernota 2011' van de gemeente Hoogeveen;
  • c. Als de onder a en b bedoelde beleidsregels worden gewijzigd, worden de nieuwe beleidsregels als geldend kader aangemerkt.

4.2.2 Afwijken van de regeling
  • a. Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning en overeenkomstig de 'Parkeernota 2011' van de gemeente Hoogeveen afwijken van het bepaalde in artikel 4.2.1 onder a en b inzake de eis dat in voldoende parkeergelegenheid voor auto's en fietsen en ruimte voor laden en lossen moet worden voorzien, mits in dat geval sprake is van een integrale afweging en daarmee een ander, zwaarder wegend belang wordt gediend en dit niet leidt tot een onevenredige aantasting van de kwaliteit van de openbare ruimte.
  • b. Als de onder a bedoelde beleidsregels of nota wordt gewijzigd, worden de nieuwe beleidsregels als geldend kader aangemerkt.

4.2.3 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken met een parkeerbehoefte dan wel een behoefte aan ruimte voor het laden en lossen van goederen zonder dat hierin in voldoende mate is voorzien overeenkomstig de 'Parkeernota 2011', danwel de op dat moment geldende parkeernota van de gemeente Hoogeveen.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels

Artikel 5 Overgangsrecht

5.1 Overgangsrecht bouwwerken

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

5.2 Afwijking

Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 5.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 5.1 met maximaal 10%.

5.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken

Lid 5.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

5.4 Overgangsrecht gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

5.5 Strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 5.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

5.6 Verboden gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in lid 5.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

5.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik

Lid 5.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 6 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:


Regels van het bestemmingsplan Stadscentrum, parapluherziening wonen en parkeren.