direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Buitengebied, parapluherziening externe veiligheid en overige milieucontouren
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.2016BP8096003-VG01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Dit bestemmingsplan omvat regels omtrent de actualisatie van een aantal milieucontouren van gasleidingen, hoogspanningsleidingen en bedrijven in het buitengebied van de gemeente Hoogeveen. Ook zijn twee reserveringsstroken opgenomen voor de aanleg van nieuwe buisleidingen, zoals opgenomen in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening. Deze actualisatie is noodzakelijk als voorbereiding op het maken van een beheersverordening voor het buitengebied van de gemeente Hoogeveen.

1.2 Opgave bestemmingsplan

De voorliggende parapluherziening heeft tot doel een aantal milieucontouren van gasleidingen, hoogspanningsleidingen en bedrijven in het buitengebied te actualiseren en het planologisch mogelijk maken van twee reserveringsstroken voor de aanleg van nieuwe buisleidingen.

1.3 Opbouw toelichting

De toelichting van dit bestemmingsplan bestaat uit 6 hoofdstukken. Dit inleidende hoofdstuk beschrijft de aanleiding tot het opstellen van dit bestemmingsplan. Hoofdstuk 2 beschrijft de huidige situatie. Hoofdstuk 3 bevat het beleid waaraan dit bestemmingsplan moet voldoen. Hoofdstuk 4 gaat in op de omgevingsaspecten. Hoofdstuk 5 beschrijft de juridische aspecten van het bestemmingsplan en hoofdstuk 6 gaat in op de economische en maatschappelijke uitvoerheid.

Hoofdstuk 2 Huidige situatie

De begrenzing van dit bestemmingsplan is nagenoeg gelijk aan de begrenzing van het buitengebied van de gemeente Hoogeveen. Binnen het plangebied gelden de volgende bestemmingsplannen:

Buitengebied Noord  
Buitengebied Noord, deelplan clubaccomodatie roeivereniging de compagnie hoogeveen  
Buitengebied Noord, Wijsterseweg 147 Stuifzand  
Buitengebied Noord, deelplan Hoogeveenseweg 43/43a, 2013  
Buitengebied Noord, deelplan Kinholtweg 1 Fluitenberg 2010  
Buitengebied Noord, wijzigingsplan Beilerstraat 21-23 Pesse  
Buitengebied Noord, wijzigingsplan Domeinweg 11 Fluitenberg  
Buitengebied Noord, wijzigingsplan Europaweg 35 Noordscheschut  
Buitengebied Noord, wijzigingsplan Hoogeveenseweg 36 Pesse  
Buitengebied Noord, deelplan Kalenberg 1 Fluitenberg  
Buitengebied Noord, wijzigingsplan Kerkweg 51A Tiendeveen  
Buitengebied Noord, wijzigingsplan Kerkweg 8 Pesse  
Buitengebied Noord, wijzigingsplan Kerkweg 9 Pesse  
Buitengebied Noord, wijzigingsplan Kerkweg 9 Pesse (2)  
Buitengebied Noord, wijzigingsplan RVR, Kerkweg 9 te Pesse  
Buitengebied Noord, wijzigingsplan Kinholtweg 3 te Fluitenberg  
Buitengebied Noord, wijzigingsplan natuurontwikkeling Oostering  
Buitengebied Noord, wijzigingsplan Noorder Hoofdddiep 15 Nieuweroord  
Buitengebied Noord, wijzigingsplan Noorder Hoofddiep 16 Nieuweroord  
Buitengebied Noord, wijzigingsplan Noorder Hoofddiep 26/28  
Buitengebied Noord, wijzigingsplan Noorder Hoofddiep ongenummerd  
Buitengebied Noord, wijzigingsplan Noorderweg 12 Tiendeveen  
Buitengebied Noord, wijzigingsplan Oostering 45 Pesse  
Buitengebied Noord, wijzigingsplan Schoolpad 12 Noordscheschut  
Buitengebied Noord, wijzigingsplan Schoolpad 16 Noordscheschut  
Buitengebied Noord, wijzigingsplan Secteweg 21 Stuifzand  
Buitengebied Noord, wijzigingsplan Siberie 30 Stuifzand  
Buitengebied Noord, wijzigingsplan Wijsterseweg 2 Hoogeveen  
Buitengebied Noord, wijzigingsplan Molenweg 22 Tiendeveen  
Buitengebied Noord, wijzigingsplan Zwartschaap 22, 2013  
Buitengebied Zuid  
Buitengebied Zuid, herziening 2007  
Buitengebied Zuid, deelplan Riegshoogtendijk 87  
Buitengebied Zuid, wijzigingsplan Alteveer 76  
Buitengebied Zuid, deelplan Alteveer 119  
Buitengebied Zuid, wijzigingsplan 3e Zandwijkje 8 Hollandscheveld  
Buitengebied Zuid, wijzigingsplan Brandligtswijk 5 Elim  
Buitengebied Zuid, wijzigingsplan Noord 108 Noordscheschut  
Buitengebied Zuid, wijzigingsplan Coevorderstraatweg 93  
Buitengebied Zuid, wijzigingsplan Coevorderstraatweg nabij 93  
Buitengebied Zuid, wijzigingsplan Coevorderstraatweg 95  
Buitengebied Zuid, wijzigingsplan Coevorderstraatweg 109 Nieuweroord  
Buitengebied Zuid, wijzigingsplan Hendrikus Zomerweg 11 Alteveer  
Buitengebied Zuid, wijzigingsplan Jufferswijk 114  
Buitengebied Zuid, wijzigingsplan Jufferswijk 116  
Buitengebied Zuid, wijzigingsplan Krakeel 31  
Buitengebied Zuid, wijzigingsplan Krakeel 38 Noordscheschut  
Buitengebied Zuid, wijzigingsplan Krakeel 50-52 Noordscheschut  
Buitengebied Zuid, wijzigingsplan Meerboomweg 2 Hollandscheveld  
Buitengebied Zuid, wijzigingsplan Meerboomweg 11a Hollandscheveld  
Buitengebied Zuid, wijzigingsplan Oosterveld 4-4a Hoogeveen  
Buitengebied Zuid, wijzigingsplan Riegshoogtendijk 168  
Buitengebied Zuid, wijzigingsplan Trambaan 5  
Buitengebied Zuid, wijzigingsplan Barsweg 24-26;  

Hoofdstuk 3 Beleidskader

Het betreft hier het actualiseren van een aantal milieucontouren van gasleidingen, hoogspanningsleidingen en bedrijven in het buitengebied van de gemeente Hoogeveen. Het actualiseren van deze regels heeft geen raakvlakken met het Europees danwel rijksbelang. Met betrekking tot het provinciaal belang wordt verwezen naar hoofdstuk 7 van deze toelichting, waarin de vooroverlegreactie van de provincie is verwerkt.

Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

De wet- en regelgeving rondom externe veiligheid geven aanleiding om voor buisleidingen de milieucontouren te actualiseren. Ook liggen er in het buitengebied een tweetal bedrijven waarvoor de geluidszone aangepast dient te worden. Met het onderhavige plan worden de aspecten van externe veiligheid en geluid geregeld in het buitengebied en ligt dit plan ten grondslag aan het opstellen van de beheersverordening Buitengebied.

4.1 Geluid

4.1.1 Geluidzones

In het buitengebied van de gemeente Hoogeveen ligt een tweetal bedrijven, waar een geluidcontour van 50 dB(A) als gevolg van industrielawaai omheen ligt op grond van de Wet geluidhinder. Buiten deze contour mag de geluidbelasting veroorzaakt door het bedrijf niet meer bedragen dan
50 dB(A). Deze geluidcontouren zijn abusievelijk niet juist op de verbeelding van het vigerend bestemmingsplan Buitengebied Noord opgenomen. Dit wordt met onderhavig plan hersteld.

De gasbehandelings- en compressorinstallatie van de NAM, locatie Ten Arlo, ligt aan de Koedijk in Hoogeveen. Het bedrijf is op grond van art. 2.1, lid 3 van het Besluit Omgevingsrecht een inrichting als bedoeld in art. 41 van de Wet geluidhinder, een zogenaamde grote lawaaimaker. Op grond van art. 40 van de Wet geluidhinder wordt rond een dergelijke gezoneerde industrieterrein een geluidszone vastgesteld waarbuiten de geluidsbelasting niet meer mag bedragen dan 50 dB(A).

Op dit moment komen de vergunde geluidcontour en de vastgestelde geluidszone op grond van de Wet geluidhinder niet overeen. Juridisch gezien is het niet mogelijk dat de vergunde geluidcontour groter is dan de geluidszone op basis van de Wet geluidhinder. Uit archief onderzoek is gebleken dat deze discrepantie is ontstaan begin jaren negentig. In die periode is de installatie uitgebreid met de depletiecompressor en de fakkel. Bij deze uitbreiding hadden het bestemmingsplan en de geluidszone moeten worden aangepast. Dit is ook niet hersteld in het vigerend bestemmingsplan Buitengebied Noord. Om deze situatie op te lossen, wordt in dit plan de geluidszone van 50 dB(A) op basis van de Wet geluidhinder conform de vergunde geluidcontour opgenomen op de verbeelding.
Dit betekent dat de vastgestelde geluidszone (afb. 1, rode cirkel (rechts)), Wet geluidhinder, groter wordt dan de geluidszone zoals deze is opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied Noord.

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.2016BP8096003-VG01_0001.jpg"Afbeelding 1: Geluidszone 50 dB(A) NAM-locatie Ten Arlo, (rode cirkel (nieuw), gearceerd (oud))

Binnen de grotere geluidszone liggen echter geen geluidgevoelige objecten. Ook vormt de vergrote geluidszone rondom het bedrijf van de NAM geen knelpunt voor de ontwikkelingen rondom de voormalige zandwinplas Nijstad. Ten overvloede wordt opgemerkt dat er in de feitelijke geluidssituatie geen verandering optreedt. De bedrijfsactiviteiten zijn ten opzichte van de vergunde situatie in 2001 niet gewijzigd.

De rioolwaterzuiveringsinstallatie ligt eveneens op een gezoneerde industrieterrein met daaromheen een geluidszone op grond van de Wet geluidhinder. De rioolwaterzuivering wordt sinds 1 januari 2016 niet meer aangemerkt als een grote lawaaimaker in de zin van art. 41 van de Wet geluidhinder. Op het terrein is naast een rioolwaterzuivering een grote lawaaimaker in de vorm van een energiedistributiebedrijf met een transformatorvermogen tussen 200 MVA en maximaal 1000 MVA toegestaan. Dit houdt in dat het terrein waar nu alleen de rioolwaterzuivering aanwezig is, aangemerkt blijft worden als een gezoneerde industrieterrein met bijbehorende geluidszone conform art. 40 van de Wet geluidhinder. Ook hier is gebleken dat de geluidszone in het bestemmingsplan Buitengebied Noord niet geheel juist is opgenomen (zie afb. 1). De rode contour (links in de afbeelding) geeft de actuele geluidszone weer.
Dat wordt in dit plan hersteld. Er komen als gevolg van de gewijzigde geluidszone geen geluidgevoelige objecten binnen de geluidszone te liggen. De wijziging heeft ook geen gevolgen voor de ontwikkelingen rondom de voormalige zandwinplas Nijstad.

Tot slot ligt in de buurgemeente De Wolden een motorcrossterrein van motorcrossclub Zuidwolde (MCCZ). Rondom dit terrein is ook een geluidszone van 50 dB(A) vastgesteld. Deze geluidszone ligt gedeeltelijk over de gemeente Hoogeveen (zie afb. 2, de oranje contour). Ook deze geluidszone is niet goed opgenomen op de verbeelding behorende bij het bestemmingsplan Buitengebied Noord. Dit wordt in het voorliggend plan gecorrigeerd. Ook hier geldt dat binnen de aangepaste geluidcontour geen geluidgevoelige objecten liggen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.2016BP8096003-VG01_0002.jpg"

Afbeelding 2: Geluidszone 50 dB(A) motorcrossterrein MCCZ

4.1.2 Luchthavenbesluit Luchtsportcentrum Hoogeveen (LHB)

Op 21 december 2011 heeft de Provinciale Staten het Luchthavenbesluit (LHB) Luchtsportcentrum Hoogeveen vastgesteld. Dit heeft tot gevolg dat onder meer een aanvullende beperkingengebied is vastgesteld rondom het vliegveld in Hoogeveen. Dit is een ruimtelijke ordeningscontour. De provincie heeft van het Rijk de vrijheid gekregen om een beperkingengebied vast te stellen, die ruimer is dan de berekende geluidcontouren. Dit gebied is onderdeel van de eerder gemaakte bestuurlijke afspraken tussen de provincie en de gemeente Hoogeveen. In dit aanvullende beperkingengebied gelden dezelfde beperkingen als binnen de geluidcontour van 48 dB.

Dit betekent dat conform het LHB nieuwbouw van een woning of geluidgevoelig gebouw, zoals gedefinieerd in het Besluit burgerluchthavens, niet is toegestaan binnen het aanvullende beperkingengebied. Hiervan kan worden afgeweken als het gaat om nieuwbouw van een bedrijfswoning of als een verklaring van geen bezwaar is afgegeven voor realisatie van een woning of geluidgevoelig gebouw door de provincie Drenthe, onder de volgende voorwaarden:

  • het opvullen van een open plek in de bestaande bebouwing;
  • de woning of geluidgevoelig gebouw zal dienen ter vervanging van op die plaats reeds aanwezige bebouwing;
  • de woning of geluidgevoelig gebouw wordt binnen het desbetreffende gebied verplaatst naar een locatie waar de geluidbelasting ten gevolge van het luchthavenluchtverkeer minderis en waarbij de oude woning of het oude geluidgevoelige gebouw aan de bestemming is onttrokken.


Het aanvullende beperkingengebied heeft op de verbeelding de gebiedsaanduiding Luchtvaartverkeerszone (Beperkingengebied - Geluid) gekregen. In de planregels worden de bijbehorende beperkingen en voorwaarden geborgd.

4.1.3 Conclusie

Met het wijzigen van de geluidszones worden de juiste geluidszones vastgesteld, die overeenkomen met de vergunde rechten van de RWZI, de NAM-locatie Ten Arlo en het motorcrossterrein van MCCZ in gemeente De Wolden.

Door het opnemen van de Luchtvaartverkeerszone worden de beperkingen en voorwaarden voor geluid rondom het vliegveld in Hoogeveen, zoals opgenomen in het LHB, ruimtelijk geborgd in de planregels.

4.2 Externe veiligheid

4.2.1 Buisleidingen

Met het voorliggend bestemmingsplan worden de belemmeringenstroken voor buisleidingen geregeld en wordt een tracé gereserveerd voor de uitbreiding van ondergrondse buisleidingen van nationaal belang.

Voor het transport van gevaarlijke stoffen via buisleidingen zijn de normen voor externe veiligheid in het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) vastgelegd. In de gemeente Hoogeveen vindt via ondergrondse buisleidingen alleen het transport van aardgas plaats. De hoge druk aardgasleidingen zijn eigendom van de Gasunie of de NAM. De regels voor buisleidingen zijn op basis van het Bevb uitgewerkt in de Ministeriële regeling externe veiligheid buisleidingen (Revb).

Belemmeringenstrook
Op grond van artikel 14 van het Bevb moet in het bestemmingsplan de buisleiding en de zogenaamde belemmeringenstrook van de hoge druk aardgasleidingen worden weergegeven. De belemmeringenstrook bedraagt 5 meter aan weerszijden van een buisleiding met een druk van meer dan 40 bar, gemeten uit het hart van de leiding. De belemmeringenstrook bedraagt 4 meter voor buisleidingen met een druk van maximaal 40 bar. In het bestemmingsplan Buitengebied Noord en Zuid zijn deze belemmeringenstroken niet opgenomen. De belemmeringenstroken worden in dit plan opgenomen op de verbeelding.

Binnen de belemmeringenstrook mogen in beginsel geen bouwwerken mogelijk worden gemaakt. Daarnaast geldt een vergunningenstelsel voor werken of werkzaamheden die van invloed kunnen zijn op de integriteit en werking van de buisleiding, niet zijnde graafwerkzaamheden als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netwerken (Wion). Dit wordt geborgd in de planregels. Voor graafwerkzaamheden waarop de Wion van toepassing is geldt een zogenaamde klic-melding.

Structuurvisie buisleidingen 2012-2035
Het ministerie van Infrastructuur en Milieu en het ministerie van Economische Zaken hebben de Structuurvisie buisleidingen 2012-2035 opgesteld. Hierin zijn voorkeurstracés vastgelegd voor toekomstige uitbreidingen van ondergrondse buisleidingen die van nationaal belang zijn. Er zijn twee voorkeurstracés te onderscheiden, namelijk een noord-zuid en een oost-west tracé.
Voor deze voorkeurstracés is voor het nood-zuid tracé een strook grond van 70 meter breedte gereserveerd. Voor het oost-west tracé bedraagt de breedte van deze strook 45 meter. Hier kan worden volstaan met een smallere strook, omdat het gaat om een verbinding naar een grensovergang die van belang is voor met name aardgastransport. Het gaat in dit tracé om een beperkt aantal (2 of 3) leidingen. In afbeelding 3 zijn beide tracés weergegeven.


afbeelding "i_NL.IMRO.0118.2016BP8096003-VG01_0003.jpg"

Afbeelding 3: Twee voorkeurstracés (grijze lijnen) voor toekomstige buisleidingen van nationaal belang

In het bestemmingsplan moet deze ruimte voor toekomstige buisleidingen van nationaal belang worden gereserveerd. De twee voorkeurstracés worden als zone opgenomen op de verbeelding. Daar waar het voorkeurstracé een knelpunt oplevert door aanwezigheid van (beperkt) kwetsbare objecten binnen deze zone, heeft de gemeente de mogelijkheid om van het tracé af te wijken door het zoekgebied met maximaal 250 meter vanaf de buitenste begrenzing van het voorkeurstracé te verplaatsen. Daarbij moet het tracé wel dezelfde breedte (70 meter of 45 meter) houden als het voorkeurstracé.

Vanwege de ligging van een aantal (beperkt) kwetsbare objecten binnen het voorkeurstracé ter hoogte van Krommewijk en Bakkerswijk, (afbeelding 4) is dit tracé op een aantal plaatsen gewijzigd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.2016BP8096003-VG01_0004.jpg"

Kromme wijk

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.2016BP8096003-VG01_0005.jpg" afbeelding "i_NL.IMRO.0118.2016BP8096003-VG01_0006.jpg" afbeelding "i_NL.IMRO.0118.2016BP8096003-VG01_0007.jpg"

Bakkerswijk

Afbeelding 4: Gewijzigde locaties voorkeurstracé ter hoogte van Krommewijk en Bakkerswijk

De wijzigingen in de ligging van het voorkeurstracé zijn voorgelegd aan het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Het ministerie heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen de voorgestelde wijzigingen in het voorkeurstracé.
Dit betekent dat het voorkeurstracé grotendeels conform de Structuurvisie buisleidingen 2012-2035 op de verbeelding wordt opgenomen met in acht neming van de wijzigingen in het tracé zoals weergegeven in afbeelding 4 waarin het grijze gebied het tracé is, zoals vastgelegd in de Structuurvisie en het gele gebied het gewijzigd tracé weergeeft.

4.2.2 Luchthavenbesluit Luchtsportcentrum Hoogeveen (LHB)

In het vastgestelde Luchthavenbesluit van de provincie Drenthe voor het Luchtsportcentrum Hoogeveen zijn naast geluid ook beperkingengebieden op grond van externe veiligheid bepaald. Het gaat om een tweetal gebieden die afgebakend worden door de plaatsgebonden risicocontour 10-5 en de plaatsgebonden risicocontour 10-6. Voor dit plan is alleen de plaatsgebonden risicocontour 10-6 van toepassing.

Binnen de PR10-6 risicocontour geldt een verbod voor het oprichten van gebouwen, zoals gedefinieerd in het Besluit burgerluchthavens, niet zijnde bedrijfswoningen, tenzij een verklaring van geen bezwaar door de provincie is gegeven. Het beperkingengebied begrensd door PR10-6 is op de verbeelding opgenomen. In de planregels zijn de beperkingen verwoord, overeenkomstig het Luchthavenbesluit.

4.2.3 Hoogspanningslijnen

In het buitengebied loopt een drietal bovengrondse hoogspanningslijnen en één ondergrondse hoogspanningsverbinding:
- Hoogeveen – Dedemsvaart Sluis (110 kV; (zwart))
- Hoogeveen – Veenoord (110 kV, (zwart), deze verbinding is eind 2016 geamoveerd)
- Zeijerveen – Hessenweg (220 kV; (groen))
- Zwolle – Meeden (380 kV; (rood) die gecombineerd is met een 110 kV Ommen Witharen - Holsloot)
- Wijster Oosterseveldweg – Hoogeveen (110 kV; ondergronds)

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.2016BP8096003-VG01_0008.png"

Afbeelding 5: Hoogspanningslijnen in het plangebied (Bron: www.TenneT.org)

Het toenmalige ministerie van VROM heeft in 2005 gelet op de maatschappelijke discussie ten aanzien van de gezondheidsaspecten en straling uit voorzorg beleid opgesteld. De rijksoverheid adviseert om zoveel als redelijkerwijs mogelijk is, te vermijden dat er nieuwe situaties ontstaan waarbij kinderen langdurig verblijven in het gebied rond bovengrondse hoogspanningslijnen, waarbinnen het jaargemiddelde magneetveld hoger is dan 0,4 microtesla.

Hierbij dient rekening te worden gehouden met een indicatieve zone en de specifieke zone. De 110 kV hoogspanningslijn heeft een indicatieve zone van 50 meter aan weerszijden van de hoogspanningslijn. Voor de 220 kV en de 380 kV hoogspanningslijnen komt deze indicatieve zone overeen met respectievelijk 60 meter en 165 meter.
Er wordt bij planvorming rekening gehouden met het advies van VROM door in beginsel geen nieuwe gevoelige objecten, zoals woningen, scholen, kinderopvang, crèches etc, op te richten binnen de indicatieve zone. Als het om zwaarwegende redenen toch niet mogelijk is om gevoelige objecten in dit gebied uit te sluiten, dan dient de specifieke zone te worden berekend. De gevoelige objecten dienen in ieder geval buiten de specifieke zone te worden gerealiseerd.

Het voorliggend plan heeft echter een consoliderend karakter en er worden geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, dan wel nieuwe gevoelige objecten mogelijk gemaakt in het plangebied. Het advies heeft geen betrekking op bestaande situaties en leidt dan ook niet tot knelpunten.

In het huidige bestemmingsplan Buitengebied Noord en Zuid zijn de hoogspanningslijnen wel op de verbeelding opgenomen, maar is er geen zone aan weerszijden van de hoogspanningslijnen opgenomen. In deze zone gelden beperkingen ten aanzien van (grond)werkzaamheden en het oprichten van bebouwing. Op de verbeelding in het voorliggend plan is een zone van 25 meter aan weerszijden van de bovengrondse hoogspanningslijnen van 110 kV en 220 kV opgenomen en 34 meter aan weerzijden van de hoogspanningslijn van 380 kV en zijn er regels aan verbonden die het optimaal functioneren van de hoogspanningslijnen borgen.

Voor de ondergrondse hoogspanningskabel (110 kV) dient ook rekening gehouden te worden met een veiligheidszone. In overleg met TenneT is destijds gebleken dat een veiligheidszone van 5 meter aan weerszijden van de kabel in acht moet worden genomen. De veiligheidszone is opgenomen op de verbeelding en in de planregels zijn de voorwaarden opgenomen die in acht moeten worden genomen in deze veiligheidszone.

4.2.4 Conclusie

Met het voorliggend bestemmingsplan zijn de belemmeringenstroken aan weerszijden van de buisleidingen in het buitengebied opgenomen op de verbeelding. Hieraan zijn regels verbonden, die het oprichten van bebouwing en werkzaamheden die de integriteit van de buisleiding kunnen verstoren in beginsel niet toestaan.
Ook is overeenkomstig de Structuurvisie buisleidingen 2012-2035 een tracé voor toekomstige hoge druk aardgasleidingen gereserveerd, waardoor de uitbreiding van ondergrondse buisleidingen van nationaal belang geborgd is in de gemeente Hoogeveen.
Verder zijn de voorwaarden met betrekking tot externe veiligheid uit het LHB geborgd in het plan. Tot slot zijn er zones aan weerszijden van de hoogdspanningslijn opgenomen op de verbeelding met daaraan gekoppeld de planregels die een goed functioneren van de hoogspanningslijnen borgen.

4.3 Antennemasten

In een tweetal masten van de hoogspanningsverbinding Hoogeveen-Veenoord (110 kV) is telecomapparatuur geplaatst, om ook in het buitengebied van Hoogeveen voldoende dekking te hebben op het gebied van draadloze communicatie. Het betreft de masten, nummer 13, nabij Schoolpad 12 en nummer 19, nabij Kanaal Oostzijde 49 in Tiendeveen.

Eind 2016 is deze hoogspanningsverbinding geamoveerd en wordt dan ook niet meer opgenomen op de verbeelding. Zodoende is de amovering ook planologisch geregeld. De twee masten waarin de telecomapparatuur aanwezig is, zijn ontdaan van de kabels en de traversen en hebben hun functie als hoogspanningsmast verloren. De masten hebben nu alleen nog de functie van een antennemast. In de planregels is het gewijzigd gebruik van de masten geregeld.

Hoofdstuk 5 Planbeschrijving

5.1 Juridisch systeem

Als opzet voor de planologische regeling van dit gebied, is gekozen voor een verbeelding met flexibele bestemmings- en bouwregels, waarin het door de gemeente vastgestelde beleid wordt omschreven. Hiermee wordt een materiële rechtszekerheid beoogd; alleen activiteiten die in het karakter van het gebied passen zijn toegestaan. De in het plangebied voorkomende stedenbouwkundige kwaliteiten worden door de keuze van de bestemming en de daarin gegeven bouwregels zoveel mogelijk gewaarborgd.
Het bestemmingplan valt onder de Wet ruimtelijke ordening (Wro), die op 1 juli 2008 in werking is getreden. Dit betekent dat het bestemmingsplan is opgezet volgens de nieuwste wettelijke regelgeving en volgens de nieuwste Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) 2012. Deze nieuwe standaard is per 1 juli 2013 verplicht volgens het Besluit ruimtelijke ordening (Bro).
Het plan is technisch als een digitaal raadpleegbare versie uitgevoerd en voldoet aan de eisen van DURP (Digitale Uitwisseling in Ruimtelijke Processen). Deze digitale versie is bedoeld om de burger 'online' informatie te verschaffen omtrent het bestemmingsplan. Bovendien is de digitale versie bedoeld voor uitwisseling van gegevens binnen de gemeente en met andere overheidsinstanties. De digitale versie is voor (ontwerp)plannen die na 1 januari 2010 ter inzage worden gelegd verplicht op grond van de nieuwe Wro. Er zal een analoge (papieren) versie van het bestemmingsplan naast het digitale plan blijven bestaan.

5.2 Regels

De regels zijn vervat in artikelen die onderverdeeld zijn in vier delen. In de "Inleidende regels" zijn algemene artikelen opgenomen die voor het gehele plan van belang zijn. In artikel 1 zijn omschrijvingen opgenomen van de in het plan voorkomende relevante begrippen. In artikel 2 is vastgelegd op welke wijze dient te worden gemeten.
Door deze vaste omschrijving van de begrippen en van de wijze van meten wordt eenduidigheid in de bedoelingen van het plan gegeven en wordt de rechtszekerheid vergroot.
In de "Bestemmingsregels" zijn de bestemmingen en de gebruiks- en/of bebouwingsmogelijkheden van de betreffende gronden aangegeven. De bestemmingen zijn op alfabetische volgorde benoemd. Deze bestemmingsregels worden in paragraaf 5.3 nader uitgewerkt.
In de "Algemene regels" staan artikelen benoemd die voor alle of meerdere bestemmingen gelden. Het betreffen onder andere de voor alle bestemmingen geldende afwijkingsregels en de algemeen geldende aanduiding regels.
De algemene aanduiding regels geven de mogelijkheid voor algemene aanduidingen, die als een extra laag over meerdere bestemmingen kan liggen. In dit bestemmingsplan zijn 3 van deze algemene aanduidingen aanwezig, te weten:

  • Geluidszone - industrie 50 dB(A);
  • Luchtvaartverkeerzone - beperkingengebied - geluid;
  • Vrijwaringszone - buisleidingenstraat.

In de "Overgangs- en slotregels" staan artikelen benoemd die voor alle voorgaande regels gelden. Het overgangsrecht voor bouwwerken en gebruik is hierin geregeld alsmede de slotregel.

5.3 Verklaring van de bestemmingen

5.3.1 Bedrijf - nutsvoorziening

Binnen de bestemming bedrijf - nutsvoorziening zijn gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen geregeld, alsmede de hieraan ondergeschikte functies.

5.3.2 Bedrijventerrein

Binnen de bestemming bedrijventerrein is rioolwaterzuiveringsinstallatie gelegen. Ook de diverse antennemasten zijn binnen deze bestemming geregeld.

5.3.3 Leiding Gas 1 en 2

De in het plangebied aanwezige ondergrondse hogedruk aardgastransportleidingen hebben de dubbebestemming 'Leiding - Gas' gekregen. Hierbij is een onderscheid gemaakt tussen de leidingen waarbij binnen een zone van 4 meter geen bouwwerken mogen worden gebouwd, anders dan ten behoeve van de bestemming, en leidingen waarbij binnen een zone van 5 meter geen bouwwerken mogen worden gebouwd anders dan ten behoeve van de bestemming.

5.3.4 Leiding - Hoogspanning (ondergronds)

Door het plangbied loopt een ondergrondse hoogspanningsleiding richting Wijster. Deze hoogspanningsleiding heeft de dubbelbestemming 'Leiding-Hoogspanning' gekregen.

5.3.5 Leiding - Hoogspanning (bovengronds)

De in het plangebied aanwezige bovengrondse hoogspanningsleidingen hebben de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' gekregen. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen Hoogspanningsverbinding 1 van 380 kilovolt, Hoogspanningsverbinding 2 van 220 kilovolt, en Hoogspanningsverbinding 1 van 110 kilovolt.

Hoofdstuk 6 Handhaving

6.1 Algemeen

Het bestemmingsplan wil een sturend instrument zijn voor de ruimtelijke en functionele inrichting van het plangebied. Aan de hand van de in het bestemmingsplan opgenomen regels worden voorgenomen activiteiten (activiteiten en gebruik van gronden) getoetst. Als blijkt dat in afwijking van de regels activiteiten plaatsvinden, is handhaving in enge zin aan de orde, gericht op het ongedaan maken van een overtreding. Handhaving is belangrijk om de sturing die het bestemmingsplan beoogt tot haar recht te laten komen.

6.2 Beleidskeuzen

De gemeenteraad heeft op 3 februari 2011 de Kadernota Toezicht en handhaving vastgesteld. Het handhavingsbeleid maakt onderdeel uit van het programma Veilig. De looptijd van de kadernota Integrale handhaving loopt van 2011-2014, waarmee wordt aangesloten bij andere plannen waarin op onderdelen wordt verwezen naar handhaving. Dit zijn het Drentse veiligheidsplan, Integrale veiligheidsplan Hoogeveen en de visie externe veiligheid.

De afgelopen jaren is er veel veranderd en de komende jaren gaat er nog veel veranderen. Er vindt een verschuiving plaats van vergunningplicht naar steeds meer algemene regels in het VROM-domein. Gevolg hiervan is dat er meer nadruk komt te liggen op de uitvoering van de handhaving.

6.3 Inzet gemeentelijk apparaat

Op basis van de kadernota Toezicht en handhaving wordt jaarlijks een gemeentelijk werkprogramma opgesteld. Hierin worden op basis van een evaluatie voor het komende jaar de prioriteiten (bij)gesteld. In dit werkprogramma worden alle taken, taakonderdelen, de wettelijke of gewenste prioriteitstelling, prestatie en capaciteitstoekenning op het gebied van handhaving opgenomen. Tevens wordt de voortgang van de projecten die spelen inzichtelijk gemaakt.

De werkprogramma's worden gemonitord en geëvalueerd (jaarverslagen). Voor de monitoring en evaluaties zal aansluiting worden gezocht bij de programmasturing zoals die in Hoogeveen wordt gebruikt. Aan deze programma's ligt een visie (1x10 jaar) ten grondslag die vervolgens worden uitgewerkt in beleidsnota's (1x4 jaar) en uitvoeringsprogramma's (jaarlijks).

Tevens wordt beoordeeld of nog de juiste prioriteiten worden gesteld en of het handhavingsbeleid en de handhavingsstrategieën nog doelmatig en effectief zijn. Ieder jaar rapporteert het college van B&W de evaluatie aan de gemeenteraad. Indien nodig worden op basis van de evaluatie aanpassingen gedaan in de kadernota.

Hoofdstuk 7 Uitvoerbaarheid

7.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Inspraak is in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) niet verplicht gesteld. Het is uiteraard wel van belang dat burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties worden betrokken bij de totstandkoming van een bestemmingsplan.

Vooroverleg
Het bestemmingsplan is voorgelegd aan de betrokken partijen als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening. Naar aanleiding hiervan hebben Gedeputeerde Staten van Drenthe, de Gasunie, en het waterschap aangegeven geen op- of aanmerkingen op het conceptbestemmingsplan te hebben. Ook Tennet heeft een reactie gegeven op het conceptbestemmingsplan. Naar aanleiding van deze reactie is overleg gevoerd met Tennet en zijn conform de reactie wijzigingen aangebracht in artikel 7 en 8 van de planregels.

Ontwerpfase
Het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied, parapluherziening externe veiligheid en overige milieucontouren heeft van 23 februari tot en met 5 april 2017 ter inzage gelegen bij de Gemeentewinkel aan het Raadhuisplein 24 in Hoogeveen. Tevens was het plan digitaal te raadplegen via de website www.ruimtelijkeplannen.nl en www.hoogeveen.nl/inzage. De bekendmaking hiervan heeft plaatsgevonden in de Hoogeveensche Courant alsmede in de Staatscourant en via elektronische weg.

Een ieder is in de gelegenheid gesteld zienswijzen op het ontwerpbestemmingsplan naar voren te brengen. In deze periode zijn 15 zienswijzen ingediend, welke allen gericht waren tegen het planlogisch regelen van een zendmast nabij Tiendeveen. Deze zienswijzen vormden geen aanleiding om wijzigingen aan te brengen ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan.

Ook door de Gasunie is een zienswijze ingediend. De Gasunie heeft de volgende punten onder de aandacht gebracht ten aanzien van het onderhavig plan.

Hieronder zijn de zienswijzen samengevat en beantwoord.

Zienswijze Gasunie

De Gasunie heeft de volgende punten onder de aandacht gebracht ten aanzien van het onderhavig plan:

  • De leiding ter hoogte van de Hendrikus Zomerweg is niet opgenomen op de verbeelding;
  • De belemmeringenstrook is in een aantal gevallen niet goed opgenomen rondom de afblaasleidingen;
  • De afsluiterlocaties dienen alleen bestemd te worden als 'Leiding-Afsluiterlocatie' en geen dubbelbestemming;
  • De Gasunie wil in de toekomst betrokken worden bij het vooroverleg, zoals bedoeld in artikel 3.1.1 Bro.

Reactie gemeente

Ondanks het feit dat de gemeente alle zorgvuldigheid heeft betracht om alle leidingen in het buitengebied met bijbehorende belemmeringenstrook op te nemen op de verbeelding, is de leiding ter hoogte van de Hendrikus Zomerweg abusievelijk niet opgenomen op de verbeelding. Dit zal worden hersteld door de leiding met bijbehorende belemmeringenstrook alsnog op te nemen op de verbeelding.

Bij eerdere planvorming waarin ook sprake was van buisleidingen zijn de belemmeringenstroken niet opgenomen rondom de afblaasleidingen. De Gasunie heeft hier geen opmerkingen over gemaakt. Voor het onderhavig plan geeft de Gasunie aan dat de belemmeringenstrook ook rondom de afblaasleidingen moet worden opgenomen. Voor een aantal afblaasleidingen zal de belemmeringenstrook worden aangepast, zodat deze voldoet aan de wettelijke afstand van 4 of 5 meter, afhankelijk van de druk van de aardgasleiding.

Bij de meeste afsluiterlocaties van de Gasunie, heeft de Gasunie wel de gronden in gebruik, maar is zij geen eigenaar van de grond. In dat geval zal de dubbelbestemming worden gehandhaafd. Als de Gasunie zowel gebruiker als eigenaar is ter plaatse van een afsluiterlocatie dan zal de bestemming gewijzigd worden van een dubbelbestemming naar een enkelbestemming 'Nutsvoorziening' met bijbehorende planregels.

De Gasunie geeft tot slot aan dat zij in de toekomst bij het vooroverleg betrokken wil worden conform artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening. De Gasunie is een vooroverlegpartner van de gemeente. Alle plannen worden in concept naar de Gasunie gestuurd in het kader van het vooroverleg. Het onderhavige plan is op 7 november 2016 naar de Gasunie gestuurd. Op 28 november 2016 hebben wij van de Gasunie een reactie ontvangen op het conceptplan. Het conceptplan gaf de Gasunie toen geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.

Zienswijzen omwonenden van zendmast nabij Schoolpad 12   Noordscheschut

De omwonenden van de zendmast nabij Schoolpad 12 hebben samen 15 zienswijzen ingediend tegen het handhaven van een voormalige hoogspanningsmast (nr. 13) die is voorzien van telecomapparatuur. Hierna volgt een samenvatting van de punten die zij hebben ingebracht.

Communicatie

Indieners van de zienswijzen merken op dat de omwonenden op geen enkele manier door de gemeente, NOVEC, Tennet of KPN zijn geïnformeerd over het laten staan van mast 13 na beëindiging van de functie als hoogspanningsmast en het gebruik van deze mast te wijzigen naar antennemast. Dit is in strijd met het Nationaal Antennebeleid.

Wet- en regelgeving

Omwonenden zouden niet betrokken zijn bij het besluit om mast 13 te laten staan. Dit zou volgens de indieners van de zienswijzen in strijd zijn met paragraaf 7.1 van de toelichting van het bestemmingsplan. Er is volgens de indiener geen deugdelijk besluit genomen zoals artikel 3:2 van de Awb voorschrijft. Het rechtszekerheidsbeginsel is geschonden nu de gemeente in strijd met haar eigen beleid de mast heeft laten staan. Dit zou een schending zijn van het vertrouwensbeginsel.

Extra mast

Er zou in tegenstelling tot wat in het ontwerpbestemmingsplan staat een extra mast zijn blijven staan op het terrein van de Hoogeveense Metaal Recycling BV aan Fokkerstraat 4 in Hoogeveen. Hierin zijn ook antennes geplaatst voor telecommunicatie. De gemeente heeft dus in plaats van 1 mast, 2 masten laten staan.

Gemeentelijk antennebeleid

De gemeente houdt zich niet aan haar eigen antennebeleid uit 2010. Daar is opgenomen dat per wijk of dorp er maximaal 1 centrale mast van 40 meter zal worden geplaatst die zover mogelijk van bestaande woningen, scholen en verzorgingshuizen ligt. Op basis van een aantal criteria is een aantal plaatsen aangewezen. Mast 10 is een van de aangewezen plaatsen, mast 13 is dat niet.

De gemeente houdt zich niet aan haar eigen beleid omdat:

  • Er in hun wijk 2 antennemasten staan op minder dan 1000 meter van elkaar, terwijl de gemeente heeft vastgesteld dat er maar 1 mast per wijk zal worden geplaatst.
  • Mast 13 staat in een gebied waar dagelijks 25-30 jonge kinderen wonen, terwijl de gemeente aangeeft dat de masten zo ver mogelijk moeten liggen van bestaande woningen.
  • De mast staat in open veld en is van alle kanten te zien terwijl de gemeente in haar beleid stelt dat waar mogelijk een mast aan de rand van een park en of in de nabijheid van hoge beplanting zal worden geplaatst. Hier voldoet mast 13 niet aan.

Mast 13 had niet in gebruik mogen worden genomen, omdat het aan geen enkel besluit voldoet en daarmee in strijd is met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.

Gezondheid

Zij maken zich ernstig zorgen om hun gezondheid. Niet voor niets heeft elk land blootstellingslimieten die ervoor moeten zorgen dat burgers aan niet meer straling worden blootgesteld dan verantwoord is voor de gezondheid. Nederland heeft één van de hoogste blootstellingslimieten wereldwijd. Dit gaat echter alleen om het thermische effect. Andere mogelijke biologische effecten die al bij veel lagere blootstellingshoeveelheden optreden, zijn niet meegenomen. Zij willen niet proefondervindelijk vaststellen of straling van telefoonmasten al dan niet schadelijk zijn voor de gezondheid. Ondanks dat er vermoedelijk nooit 100% wetenschappelijk consensus zal komen over dit onderwerp, zal er ook nooit 100% kunnen worden aangetoond dat het niet schadelijk is voor je gezondheid.

Hoogspanningsmasten

Voor hoogspanningsmasten is dezelfde maatschappelijke discussie gevoerd. De uitkoopregeling is gestart in 2017 om bewoners onder hoogspanningsmasten te ontlasten. Bij nieuwe lijnen worden woningen en andere gevoelige bestemmingen zoveel mogelijk vermeden op basis van het beleidsadvies van het ministerie van infrastructuur en Milieu. De hoogspanningsmasten worden aangehaald om bij antennemasten dezelfde zorgvuldigheid in acht te nemen als bij de hoogspanningsmasten.

Overige bezwaren

Een antennemast zo dicht bij een woning kan gevolgen hebben voor de WOZ-waarde. De belastingkamer van het gerechtshof van Amsterdam heeft in 2012 in een zaak met kenmerk 10/00095 erkend dat van plaatsing van een zendmast een waarde verminderende invloed uitgaat. De kans bestaat dat zij hun woning helemaal niet kunnen verkopen of deze voor een lagere prijs dan de marktwaarde moeten verkopen.

De mast verstoort verder het vrije uitzicht en is een verstoring van hun woongenot.

Eis

De indieners van de zienswijzen willen dat mast 13 wordt verwijderd en dat de antennes volgens de verplichting tot site-sharing in mast 10 worden geplaatst. Zij zijn van mening dat door plaatsing van de apparatuur in mast 10 er voldoende dekking op het gebied van draadloze communicatie in het buitengebied blijft bestaan.

Reactie gemeente

Communicatie

Het Rijk en de gemeente informeren de burgers door middel van (beleids)documenten die voor een ieder toegankelijk zijn. Het beleid en de informatievoorziening rondom antennes is vastgelegd in onder meer het nationale antennebeleid en het gemeentelijk antennebeleid. Ook zijn er verschillende publicaties over het antennebeleid beschikbaar gesteld door het Rijk en is veel informatie te verkrijgen via de website antennebeleid.nl.

In het nationale antennebeleid zijn ter uitvoering van het onderdeel communicatie verschillende acties benoemd. Hieraan is grotendeels invulling gegeven. Het niet specifiek informeren van omwonenden dat telecomapparatuur in een hoogspanningsmast is geplaatst, leidt dan ook niet tot de conclusie dat er gehandeld is in strijd met het nationale antennebeleid.

Wet- en regelgeving

De indieners van de zienswijzen stellen niet betrokken te zijn bij het besluit om mast 13 te handhaven en deze te voorzien van antenneapparatuur. Er is echter geen sprake van een besluit in de zin van art. 1:3 Algemene wet bestuursrecht (Awb). In het vigerende bestemmingsplan Buitengebied Noord is de 110 kV hoogspanningslijn Hoogeveen – Veenoord planologisch bestemd. Voor de locatie van deze hoogspanningslijn, inclusief de masten, is in het verleden reeds een ruimtelijke afweging gemaakt en heeft besluitvorming plaatsgevonden.

Op grond van het Besluit Omgevingsrecht (Bor), bijlage II, artikel 2, lid 15 onder a, sub 1 en 2 is voor het aanbrengen van een antenne-installatie in een hoogspanningsmast geen vergunning nodig in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Derhalve is er geen sprake van een besluit op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

In het nationale antennebeleid heeft de rijksoverheid de afweging gemaakt voor het vergunningsvrij plaatsen van antennes met een hoogte van minder dan 5 meter, zoals in voorliggende situatie het geval is. Dit is mogelijk gemaakt in het kader van het dereguleringsproces en om te voorkomen dat de beschikbare netwerkcapaciteit onder druk komt te staan als gevolg van tijdsverlies door het volgen van verschillende procedures.

Voorwaarden hierbij zijn dat gebruik gemaakt moet worden van site-sharing als dat mogelijk is, de noodzaak van plaatsing van antennes op andere dan niet-woonlocaties moet aannemelijk worden gemaakt en plaatsing op woongebouwen vindt slechts plaats nadat toestemming van eigenaren is verkregen, voorlichting is gegeven aan bewoners en de bewoners instemming hebben betuigd met de plaatsing.

Mast 13 is in gebruik genomen, omdat site-sharing van mast 10 niet mogelijk was. Verder is mast 13 een voormalige hoogspanningsmast en gaat het dus niet om een woonlocatie en er is geen sprake van plaatsing op woongebouwen, waardoor instemming van bewoners niet noodzakelijk is voor plaatsing van de antenne-installaties.

Het bestemmingsplan Buitengebied wordt op dit moment met het voorliggend plan op een aantal onderdelen geactualiseerd. Als de bestemming hoogspanningslijn niet wordt opgenomen in het voorliggende plan, zal dat betekenen dat de masten waarin telecomapparatuur is aangebracht onder het overgangsrecht van het nieuwe plan komen te vallen. Dat zou er dan toe leiden dat deze masten binnen de planperiode van 10 jaar verwijderd zouden moeten worden.

In het voorliggend plan is de bestemming hoogspanningslijn, daar waar de 110 kV hoogspanningslijn is geamoveerd, komen te vervallen en wordt het gebruik van de mast waar telecomapparatuur is aangebracht planologisch geregeld conform de bestaande situatie.

Het bestemmingsplan is voorbereid conform afdeling 3.4. 'Uniforme openbare voorbereidingsprocedure' van de Awb. Dit betekent dat het plan 6 weken ter inzage is gelegd. Een ieder is in de gelegenheid gesteld kennis te nemen van het plan en kon indien nodig een zienswijze op het plan indienen.

 

Gemeentelijk antennebeleid

De gemeente heeft niet gehandeld in strijd met haar eigen antennebeleid. In ons gemeentelijk antennebeleid zijn uitgangspunten geformuleerd voor locaties voor het plaatsen van antennemasten nabij wijken in de kern Hoogeveen en dorpen. De woningen van de indieners van de zienswijzen liggen niet in een wijk van Hoogeveen of een dorp, maar in het buitengebied. In het beleid is een kaart opgenomen voor zoeklocaties in wijken van Hoogeveen en de dorpen en ziet niet op zoeklocaties in het buitengebied. Voor het buitengebied wordt aansluiting gezocht bij het uitgangspunt om antenneapparatuur in eerste instantie te plaatsen in hoogspanningsmasten, omdat dat in ruimtelijk opzicht de beste oplossing is, waarbij de inbreuk op de omgeving minimaal is. Hiervoor is in het verleden al een ruimtelijke procedure gevolgd. Nu de antenneapparatuur in een hoogspanningsmast in het buitengebied is geplaats was en is er geen strijdigheid met het gemeentelijk antennebeleid.

Geen extra mast

Er is niet zoals de indiener van de zienswijze stelt een extra mast blijven staan. Het terrein van de Hoogeveense Metaal Recycling BV aan Fokkerstraat 4 in Hoogeveen ligt in het bestemmingsplan Industrieterrein De Wieken 2010 en valt dus buiten het voorliggend bestemmingsplan.

Wij merken voor de volledigheid op dat de ligging van mast 10 voor de provider niet geschikt was voor hun antennes, in welk geval site-sharing niet verplicht kan worden. De voorkeur van de provider ging uit naar mast 12, die ook op het industrieterrein De Wieken stond, maar er werd geen overeenstemming met de grondeigenaar bereikt om de mast op deze locatie te handhaven. Daarom zijn de antennes uiteindelijk met toestemming van de grondeigenaar in mast 13 geplaatst.

Gezondheid

Wij hebben begrip voor de zorgen van de indieners van de zienswijzen omtrent de gezondheidsrisico's. Zoals terecht door de indiener wordt opgemerkt zijn er verschillende wetenschappelijke onderzoeken uitgevoerd naar de effecten van antennes op de gezondheid van de mens, die niet altijd eenduidig zijn.

De gemeente volgt echter het Rijksbeleid in deze. Het Rijk hanteert bij het opstellen van haar beleid in relatie tot de volksgezondheid de Aanbeveling van de Raad van Ministers van de Europese Unie van 12 juli 1992. Deze aanbeveling geeft concrete normen voor een maximale blootstelling van de bevolking aan radiofrequente elektromagnetische velden die de gezondheid niet in gevaar brengt, de zogenaamde blootstellingslimieten, waarbij een ruime veiligheidsmarge is ingebouwd en volgt het advies van de Gezondheidsraad, waardoor in voldoende mate aan het voorzorgprincipe is voldaan. Met andere woorden dienen de in de Aanbeveling genoemde blootstellingslimieten in acht te worden genomen bij het gebruiken van de antenne-installatie en richten deze zich tot de gebruiker (de operator).

Deze dient er bij het plaatsen van antennes rekening mee te houden dat de bevolking niet aan hogere normen wordt blootgesteld dan die zijn neergelegd in de eerdergenoemde blootstellingslimieten, gebaseerd op de International Commission on Non-Ionizing Radiation Protection (ICNIRP)-waarden.

Er zijn vier verschillende soorten antennes geplaatst in mast 13, te weten: GMS 900, UMTS, LTE en Vaste Verbinding. Voor GSM-900 geldt een blootstellingslimiet van 41 V/m. Voor de antennes UMTS, LTE en Vaste Verbinding geldt een blootstellingslimiet van 61 V/m. De gemiddelde veldsterkte varieert in Nederland tussen 0,5 en 3 V/m en ligt daarmee ver beneden de blootstellingslimieten.

De blootstellingslimieten zijn gericht op het voorkomen dat ons lichaam te veel opwarmt. De indiener stelt dat andere mogelijke biologische effecten, die bij lagere blootstellingshoeveelheden optreden niet zijn meegenomen in de limieten. Zij baseren zich hierbij op het Bio-Initiative rapport.

Het kennisplatform EMV heeft tot doel om kennis te bundelen op het gebied van elektromagnetische velden. In het Kennisplatform werken de volgende organisaties samen: RIVM, TNO, DNV, GL, GGD GHOR Nederland, Agentschap Telecom, ZonMw en Milieu Centraal. De Gezondheidsraad heeft een adviserende functie.

Het Kennisplatform EVM heeft het Bio-Initiative ook bestudeerd. Zij komen tot het volgende oordeel. Een goede weergave van de stand van de wetenschap is volgens het kennisplatform alleen mogelijk door een systematische beoordeling van alle beschikbare literatuur over een onderwerp. Het Bio-Initiative rapport is daarin volgens hen niet volledig. Het pleidooi in het rapport bevat daarnaast conclusies die stelliger zijn dan in de ondersteunende hoofdstukken. Bovendien zijn biologische effecten onterecht doorvertaald naar gezondheidseffecten. Er is een onderscheid tussen biologische effecten en gezondheidseffecten. Een biologisch effect is niet automatisch schadelijk voor de gezondheid. Zo is bijvoorbeeld zweten bij hardlopen een biologisch effect maar geen gezondheidseffect.

Het Kennisplatform is van mening dat de conclusie in het rapport niet wordt onderbouwd vanuit een evenwichtige beoordeling van de beschikbare wetenschappelijke kennis, maar dat selectief wetenschappelijke informatie en argumenten zijn gekozen om tot de conclusie te komen.

Hoogspanningsmasten

Verder wordt verwezen naar de uitkoopregeling voor woningen die loodrecht onder hoogspanningsmasten staan. De uitkoopregeling richt zich op bestaande situaties waarin alleen die woningen in aanmerking komen die loodrecht onder de lijnen staan. Woningen die niet loodrecht, maar direct naast de lijn liggen, komen niet in aanmerking voor de genoemde regeling. Het is niet met zekerheid te zeggen of het magnetisch veld de oorzaak is van de mogelijke toename van kinderleukemie nabij hoogspanningslijnen. Uit voorzorg hanteert de overheid voor nieuwe situaties een bepaalde afstand (de indicatieve zone), afhankelijk van de spanning (kV) van de hoogspanningslijn, waarin geen gevoelige bestemmingen, zoals woningen, crèches etc., geprojecteerd zouden moeten worden. Vooralsnog worden er geen maatregelen getroffen ten aanzien van bestaande gevoelige bestemmingen die direct naast de hoogspanningslijnen zijn gesitueerd.

De indicatieve zone bedraagt voor een 110 kV hoogspanningslijn 50 meter aan weerszijden van de hoogspanningslijn. De dichtstbijzijnde woning, Schoolpad 12, ligt op ca. 55 meter van de mast. De woning ligt dus buiten de indicatieve zone en zou daarmee hebben voldaan aan het voorzorgprincipe als het een nieuwe situatie zou betreffen nabij een hoogspanningslijn. De overige woningen in het buitengebied liggen op een afstand variërend van ca. 150 tot 400 meter van mast 13.

Het Rijk heeft bij hoogspanningslijnen het voorzorgprincipe gehanteerd, door een afstandscriterium te hanteren bij nieuwe situaties. Een voorzorgprincipe is ook toegepast bij het vaststellen van de blootstellingslimieten voor elektromagnetische velden bij antenneapparatuur door een ruime veiligheidsmarge in de limieten in te bouwen.

Overige bezwaren

Het recht op vrij uitzicht kan volgens vaste jurisprudentie in de ruimtelijke ordening niet geclaimd worden. Indien een indiener van mening is dat door het positief bestemmen van bestaande hoogspanningsmasten met zendinstallaties/zendmasten sprake is van waardevermindering van zijn woning, kan er na het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan een onderbouwd verzoek om planschade worden ingediend. Door een onafhankelijk taxateur zal beoordeeld worden of er sprake is van waardevermindering door het nieuwe bestemmingsplan. Dit onderdeel van de zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.

Conclusie

Gezien bovenstaande komen wij tot de conclusie dat de voormalige hoogspanningsmast 13 planologisch gewijzigd kan worden naar antennemast, conform de bestaande situatie, waarbij de gezondheidsrisico's verwaarloosbaar worden geacht en het maatschappelijk belang gebaat is bij het creëren van voldoende dekking op het gebied van draadloze communicatie in het buitengebied.

7.2 Economische uitvoerbaarheid

Het bestemmingsplan omvat regels omtrent de actualisatie van een aantal milieucontouren van gasleidingen, hoogspanningsleidingen en bedrijven in het buitengebied van de gemeente Hoogeveen. Ook zijn twee reserveringsstroken opgenomen voor de aanleg van nieuwe buisleidingen, zoals opgenomen in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening. Aan het bestemmingsplan zijn, behoudens de ambtelijke kosten van het opstellen van het plan, geen kosten verbonden voor de gemeente.
De wijzigingen in de planregels die met dit bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt, leiden niet tot een bouwplan als bedoeld in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening. Het is daarom niet nodig om een exploitatieplan ingevolge de Wet ruimtelijke ordening op te stellen.
Hiermee wordt geacht dat de economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan is aangetoond.

Bijlagen bij de toelichting