direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Stadscentrum, deelplan van Limburg Stirumstraat 1, 2016
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.2016BP8017014-VG01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Het tankstation aan Limburg Stirumstraat 1 te Hoogeveen heeft de bestemming Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen met LPG. Aangezien er geen motorbrandstoffen met LPG meer verkocht worden op deze locatie, wordt de LPG-mogelijkheid 'wegbestemd'. Om die reden is voorliggende bestemmingsplan opgesteld.

1.2 Opgave bestemmingsplan

Met dit bestemmingsplan wordt de planologische mogelijkheid voor een lpg-vulpunt bij het tankstation wegbestemd, overeenkomstig de reeds feitelijke situatie dat er geen lpg aanwezig is bij dit tankstation. Het bestemmingsplan brengt dan ook de planologische situatie in overeenstemming met de feitelijke.

1.3 Opbouw toelichting

Achtereenvolgens komen na deze inleiding (hoofdstuk 1) de volgende onderwerpen aan bod:

  • hoofdstuk 2 beschrijft de bestaande situatie en benoemt de huidige planologische regels;
  • hoofdstuk 3 bevat het beleidskader met relevant rijks-, provinciaal, regionaal en gemeentelijk beleid;
  • hoofdstuk 4 gaat in op de randvoorwaarden en belemmeringen vanuit omgevings- en milieuaspecten;
  • hoofdstuk 5 gaat in op de planologische regels en de daarbij behorende verbeelding;
  • hoofdstuk 6 gaat in op de maatschappelijke en financiële uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan.

Hoofdstuk 2 Huidige situatie

2.1 Plangebied

Het perceel van Limburg Stirumstraat 1 ligt ten noordwesten van het stadscentrum van Hoogeveen. Hieronder is het perceel aangegeven, ter plaatse van de gele driehoek.

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.2016BP8017014-VG01_0001.png"

Afbeelding 1: Liggings plangebied

2.2 Vigerend recht

Het plangebied is gelegen binnen het bestemmingsplan Stadscentrum 2012. , welke door de gemeenteraad van Hoogeveen is vastgesteld op 27 mei 2010 en op 12 januari 2011 onherroepelijk is geworden. De bestemming van het perceel is Bedrijf - verkooppunt motorbrandstoffen met LPG.

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.2016BP8017014-VG01_0002.png"

Afbeelding 2: Fragment vigerend bestemmingsplan Stadscentrum 2008

2.3 Ruimtelijke en functionele structuur plangebied

Het bestemmingsplan heeft betrekking op een locatie in het noordwestelijk deel van het centrum van Hoogeveen. Aan de noordzijde wordt het gebied begrensd door de rotonde tussen de Stationsstraat en de Industrieweg, aan de zuid en westzijde vormt de van Limburg Stirumstraat de begrenzing. Aan de oostzijde grenst het perceel aan het bedrijf Sanisale Keukens. Het gehele plangebied heeft de functie van tankstation met aanverwante functies.

Hoofdstuk 3 Beleidskader

3.1 Europees- en Rijksbeleid

Het betreft hier het 'wegbestemmen' van de mogelijkheid tot verkoop van motorbrandstoffen met LPG. Met deze bestemmingswijziging wordt de planologische situatie in overeenstemming gebracht met de feitelijke situatie. Hierop is Europees- of Rijksbelang van toepassing.

3.2 Provinciaal- en gemeentelijk beleid

Zoals in paragraaf 3.1 aangegeven betreft het hier het wijziging van een bestemming conform de bestaande situatie. Dit heeft geen raakvlakken met het provinciale beleid. Wel wordt dit plan in het kader van het overleg bedoeld in artikel 3.1.1 Bro aan de provincie voorgelegd. Met voorliggend bestemmingsplan worden ook geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt, die kunnen botsen met het gemeentelijke beleid.

Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de relevante omgevingsaspecten. Op grond van artikel 3.1 Wet ruimtelijke ordening (Wro) dient te worden bezien of het plan uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening verenigbaar is met de eisen die aan de omgeving worden gesteld. Het plan dient een aanvaardbaar woon- en leefklimaat te waarborgen en de belangen van omwonenden niet te schaden. Dit plan voorziet in het wegbestemmen van de verkoopmogelijkheid van LPG als motorbrandstof. Het omgevingsaspect Externe veiligheid is in dit kader alleen relevant en nader uitgewerkt.

4.1 Externe veiligheid

4.1.1 Wettelijk kader
Externe veiligheid gaat om het zoveel mogelijk beperken van de kans op het effect van een ernstig ongeval voor de omgeving door:
- het gebruik, de opslag en productie van gevaarlijke stoffen (inrichtingen);

- het transport van gevaarlijke stoffen (buisleidingen, wegen en spoorwegen).

Het externe veiligheidsbeleid richt zich op het beperken van de risico's voor de burger door bovengenoemde activiteiten. Hiertoe zijn risico's gekwantificeerd, namelijk door middel van het plaatsgebonden risico en het groepsrisico.

- Plaatsgebonden risico (PR)

Het PR is de berekende kans per jaar, dat een persoon overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval bij een risicobron, aangenomen dat hij op die plaats permanent en onbeschermd verblijft.

- Groepsrisico (GR)

Dit is de kans dat een groep mensen overlijdt door een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het GR
moet worden gezien als een maat voor maatschappelijke ontwrichting.

4.1.2 onderzoek

Het bestemmingsplan wordt opgesteld, omdat het tankstation geen LPG meer opslaat en verkoopt. LPG-installaties hebben veiligheidscontouren waarmee in het bestemmingsplan rekening moet worden gehouden en daarmee beperkingen opleggen voor bepaalde locaties in de nabijheid van die LPG-installaties. LPG-tankstations vallen onder de bepalingen van het Bevi (Besluit externe veiligheid inrichtingen) en zijn vergunningplichtig ingevolge de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht).

Nu het tankstation geen LPG opslaat en verkoopt, is er dus geen sprake meer van een risicobron en zijn de veiligheidscontouren verdwenen. Het tankstation blijft wel benzine en diesel opslaan en verkopen, maar valt niet meer onder het Bevi. Het tankstation blijft vergunningplichtig ingevolge de Wabo, omdat het naastgelegen gebouw, welke in bezit is van een derde, binnen 20 meter vanaf een aflevertoestel bevind.

Door het vaststellen van dit bestemmingsplan zijn de beperkingen die de veiligheidscontouren veroorzaken opgeheven. Het is voor in de toekomst ook onmogelijk geworden om op deze locatie weer een LPG-tankstation te kunnen exploiteren. Het externe veiligheidsbeleid van de gemeente Hoogeveen laat dat namelijk niet toe. Nieuwe risicobronnen in woongebieden worden namelijk niet toegelaten.

4.1.3 Conclusie

Het sluiten van de opslag en verkoop van LPG op deze locatie heeft een positief resultaat vanuit het oogpunt van externe veiligheid. Op deze wijze wordt namelijk een risicobron in een woonomgeving opgeheven. Het aspect externe veiligheid leidt niet tot een belemmering voor de uitvoering van het bestemmingsplan.


Hoofdstuk 5 Planbeschrijving

5.1 Juridisch systeem

Als opzet voor de planologische regeling van dit gebied, is gekozen voor een verbeelding met flexibele bestemmings- en bouwregels, waarin het door de gemeente vastgestelde beleid wordt omschreven. Hiermee wordt een materiële rechtszekerheid beoogd; alleen activiteiten die in het karakter van het gebied passen zijn toegestaan. De in het plangebied voorkomende stedenbouwkundige kwaliteiten worden door de keuze van de bestemming en de daarin gegeven bouwregels zoveel mogelijk gewaarborgd. Het bestemmingplan valt onder de Wet ruimtelijke ordening (Wro), die op 1 juli 2008 in werking is getreden. Dit betekent dat het bestemmingsplan is opgezet volgens de nieuwste wettelijke regelgeving en volgens de nieuwste Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) 2012.

Deze nieuwe standaard is per 1 juli 2013 verplicht volgens het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Het plan is technisch als een digitaal raadpleegbare versie uitgevoerd en voldoet aan de eisen van DURP (Digitale Uitwisseling in Ruimtelijke Processen). Deze digitale versie is bedoeld om de burger 'online' informatie te verschaffen omtrent het bestemmingsplan. Bovendien is de digitale versie bedoeld voor uitwisseling van gegevens binnen de gemeente en met andere overheidsinstanties. De digitale versie is voor (ontwerp)plannen die na 1 januari 2010 ter inzage worden gelegd verplicht op grond van de nieuwe Wro. Er zal een analoge (papieren) versie van het bestemmingsplan naast het digitale plan blijven bestaan.

5.2 Regels

De regels zijn vervat in artikelen die onderverdeeld zijn in vier delen. In de "Inleidende regels" zijn algemene artikelen opgenomen die voor het gehele plan van belang zijn. In artikel 1 zijn omschrijvingen opgenomen van de in het plan voorkomende relevante begrippen. In artikel 2 is vastgelegd op welke wijze dient te worden gemeten.

Door deze vaste omschrijving van de begrippen en van de wijze van meten wordt eenduidigheid in de bedoelingen van het plan gegeven en wordt de rechtszekerheid vergroot. In de "Bestemmingsregels" zijn de bestemmingen en de gebruiks- en/of bebouwingsmogelijkheden van de betreffende gronden aangegeven. De bestemmingen zijn op alfabetische volgorde benoemd.

Deze bestemmingsregels worden in paragraaf 6.3 nader uitgewerkt. In de "Algemene regels" staan artikelen benoemd die voor alle of meerdere bestemmingen gelden. Het betreffen onder andere de voor alle bestemmingen geldende afwijkingsregels en de algemeen geldende aanduiding regels.

De algemene afwijkingsregels zorgen voor enige verruiming ten behoeve van de flexibiliteit van het plan. Deze afwijkingen zijn niet specifiek op één bestemming gericht. Zij kunnen gebruikt worden ten aanzien van alle bestemmingen.

In de "Overgangs- en slotregels" staan artikelen benoemd die voor alle voorgaande regels gelden. Het overgangsrecht voor bouwwerken en gebruik is hierin geregeld alsmede de slotregel.

5.3 Verklaring van de bestemmingen

5.3.1 Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen zonder LPG

Het brandstofverkooppunt en bijbehorende gebouwen, overkappingen en voorzieningen aan de Van Limburg Stirumstraat heeft een eigen bestemming. In dit bestemde gebied zijn alleen activiteiten toegestaan voor het verkooppunt. Binnen bestemming is een  brandstofverkooppunt zonder LPG-vulpunt toegestaan.

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

6.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Het bestemmingsplan is voorgelegd aan de betrokken partijen als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening. Hierop is door het waterschap Drents Overijsselse Delta en de provincie Drenthe gereageerd. Door het waterschap is verzocht alsnog de digitale watertoets uit te voeren, ookal vinden er geen waterhuishoudkundige wijzigingen als onderdeel van dit plan plaats. De watertoets is als bijlage aan het ontwerpbestemmingsplan toegevoegd.

Door de provincie is aangegeven dat er geen provinciale belangen van toepassing zijn. Het bestemmingsplan wordt nu dan ook als ontwerp voor een ieder ter inzage gelegd.

Het plan heeft als ontwerpplan ter inzage gelegen van 20 september 2018 tm 31 oktober 2018. Gedurende deze termijn zijn geen zienswijzen ingediend. het plan is ongewijzigd vastgesteld.

6.2 Economische uitvoerbaarheid

Met dit bestemmingsplan worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Er zijn dan ook geen andere kosten dan de gebruikelijke plan- en procedurekosten. Met voorliggend bestemmingsplan wordt voor de komende tien jaar voldaan aan de wettelijke vereisten van de Wet ruimtelijke ordening.