direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Wolfsbos, uitwerkingsplan Wolfsbosstraat/Buizerdlaan 2014
Status: vastgesteld
Plantype: uitwerkingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.2014BPU8008002-VG01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

De hoek Wolfsbosstraat/Buizerdlaan heeft in het vigerende bestemmingsplan Wolfsbos de bestemming “Woondoeleinden uit te werken (WU)”. Na de ingrijpende renovatie van de wijk Nachtegaal zijn op deze plek een portiekflat van 4 lagen en 2 woonblokken met in totaal 30 woningen afgebroken. Dit om een kwaliteitsslag te kunnen realiseren in de bestaande woningvoorraad en in te kunnen spelen op de demografische veranderingen, maar ook om in de toekomst een stedenbouwkundig orientatiepunt langs de Buizerdlaan in de wijk Wolfsbos te kunnen maken. De uitwerkingsregels voorzien in woningbouw van minimaal 2 lagen en maximaal 4 lagen. Een accent van 6 lagen is toegestaan. Dit uitwerkingsplan legt de juridische kaders van de te realiseren bebouwing vast.

1.2 Opgave bestemmingsplan

Dit bestemmingsplan betreft de planologische regeling om een wooncomplex en een aantal grondgebonden woningen op de hoek van de Buizerdlaan en de Wolfsbostraat mogelijk te maken. Dit gebied ligt in het zuiden van de kern Hoogeveen en wordt globaal gezien begrenst door de Wolfsbostraat, de Buizerdlaan, en de Groenling. De bebouwing die voorheen aanwezig was, is gesloopt, waardoor een open gebied in de stedelijke structuur is ontstaan. Voor het complex wordt rekening gehouden met het volgende woningbouwprogramma:

  • 9 grondgebonden woningen
  • 38 appartementen met verschillende oppervlakten

1.3 Opbouw toelichting

Na deze inleiding wordt in Hoofdstuk 2 de huidige situatie beschreven. In Hoofdstuk 3 wordt een overzicht gegeven van het relevante beleid. Hoofdstuk 4 geeft een beschrijving van de gewenste ontwikkeling. In Hoofdstuk 5 worden de milieuaspecten beschreven, welke wordt gevolgd door Hoofdstuk 6 waar Handhaving aan bod komt. Hoofdstuk 7 betreft de planbeschrijving en in Hoofdstuk 8 wordt ingegaan op de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid.

Hoofdstuk 2 Huidige situatie

2.1 Plangebied

Het plangebied is gelegen in het zuidoosten van de kern Hoogeveen. Het plangebied wordt omgeven door de Wolfsbosstraat in het westen, de Buizerdlaan in het zuiden, en de bestaande woningbouw langs de Groenling in het oosten.

2.2 Vigerend recht

De hoek Wolfsbosstraat/Buizerdlaan heeft in het vigerende bestemmingsplan Wolfsbos de bestemming “Woondoeleinden uit te werken (WU)”. De uitwerkingsregels voorzien in woningbouw van minimaal 2 lagen en maximaal 4 lagen. Een accent van 6 lagen is toegestaan. In de uitwerkingsregels zijn 3 belangrijke voorwaarden voor eventuele nieuwbouw opgenomen:

  • 1. Het aantal bouwlagen moet minimaal twee en mag maximaal vier bedragen, incidenteel maximaal zes bouwlagen;
  • 2. De bestaande waterpartijen mogen worden aangepast, mits minimaal dezelfde oppervlakte aan water in het uitwerkingsplan is opgenomen;
  • 3. De voorgevelrooilijnen van de bestaande bebouwing dienen te worden doorgezet.

2.3 Ruimtelijke structuur plangebied

2.3.1 Cultuurhistorie

In de vroege vervenings geschiedenis van Hoogeveen is het tracé van de huidige Wolfsbosstraat een belangrijk gegeven. Hier liep het Hollandscheveldse Opgaande vanaf het centrum van Hoogeveen naar de vervenings gebieden ten zuid-oosten van de kern. Het is de oorspronkelijke ontwikkelingsas van waaruit de vervening van een groot deel van het buitengebied heeft plaatsgevonden. Langs het Hollandscheveldse Opgaande is, meer naar het zuid-oosten, het dorp Hollandscheveld ontstaan.

2.3.2 Bebouwingsstructuur

De ontwikkeling van de wijken Zuid en Wolfsbos, in de jaren '60 en '70 van de vorige eeuw, heeft de omgeving onherkenbaar veranderd. Ook al volgt de verkaveling in grote lijnen de oude agrarische verkavelingsstructuur. Door de omlegging van de Hoogeveense Vaart en de aanleg van de snelweg A37 is de oude ontwikkelingsas, die het Hollandscheveldse Opgaande was, afgesneden. Langs de Wolfsbosstraat herinnert het profiel met waterpartijen en de zware laanbeplanting nog aan deze ontstaansgeschiedenis.Tussen de Buizerdlaan en de Hoogeveense Vaart is het oude profiel daarentegen nauwelijks meer herkenbaar. Woonflat De Arend (11 verdiepingen) is in de lengterichting, in de as van de oorspronkelijke zware laanbeplanting gezet. Vanaf de Wolfsbosstraat is de Arend niet zichtbaar maar wel heel goed vanaf de Buizerdlaan en de Lomanlaan.

Het uitwerkingsgebied maakt onderdeel uit van de voormalige buurt De Nachtegaal. Dit plandeel van de wijk Wolfsbos, tussen de Wolfsbosstraat en de Sperwerlaan, is in 1964-1965 gebouwd. Het gaat om grondgebonden rijenbouw in twee lagen, plat afgedekt, in een strokenverkaveling. Langs de Buizerdlaan werd de buurt afgerond met hogere bebouwing; 3 blokken etagewoningen van in totaal 4 lagen.

Aan het eind van de jaren negentig is de buurt De Nachtegaal grondig gerenoveerd. Niet alleen de woningen kregen een opknapbeurt maar ook de ontsluitingsstructuur werd aangepakt. Van de drie etageflats werden er twee samengevoegd en voorzien van liften. De derde etageflat en aan aantal grondgebonden woningen werden afgebroken. Hierdoor ontstond op de hoek van de Buizerdlaan en de Wolfsbosstraat een plek voor een nieuwe ontwikkeling.

2.3.3 Ontsluitingsstructuur

De locatie is gelegen op de hoek van de Buizerdlaan en de Wolfsbosstraat. De Buizerdlaan maakt onderdeel uit van de zogenaamde binnenring. De binnenring is onderdeel van de hoofdverkeersstructuur van Hoogeveen, en verbindt diverse wijken aan de zuidkant van het stadscentrum. De Buizerdlaan is in de wijk Wolfsbos de belangrijkste verkeersader. De Wolfsbosstraat is een belangrijke verbindingsweg tussen deze binnenring en het stadscentrum. De buurt waar de uitwerkingsvlek onderdeel van is; de voormalige Nachtegaal, is eind jaren negentig grondig gerenoveerd. Niet alleen de woningen maar ook de ontsluitingsstructuur is aangepakt. De voorheen centrale verkeersontsluiting is vervangen door een groenstrook en de buurt is voor autoverkeer voorzien van een nieuwe ontsluitingsstructuur op de Wolfsbosstraat en de Sperwerlaan.

2.3.4 Water en Groen

De Wolfsbosstraat ligt op het oorspronkelijke tracé van het oude Hollandscheveldse Opgaande. Langs de Wolfsbosstraat herinnert het profiel met de waterpartijen en de zware laanbeplanting nog aan deze geschiedenis. Ter hoogte van het plangebied is dit oude profiel nog herkenbaar. Tussen de twee blokken etagewoningen en de grondgebonden rijenbouw ligt een groenstrook met vijver. Zowel deze vijver als het vijverstelsel langs de Wolfsbosstraat maken onderdeel uit van het watersysteem van de wijk Wolfsbos.

De Wolfsbosstraat is de scheiding tussen de wijken Zuid en Wolfsbos. De wijk Zuid is iets eerder ontstaan (eind jaren '50) dan de wijk Wolfsbos. Tussen beide wijken, aan de westzijde van de Wolfsbosstraat ligt het "Hertenkamp". Een fraai, parkachtig ingericht groengebied, met inderdaad een hertenkamp.

2.4 Functionele structuur plangebied

Bij de renovatie van de voormalige Nachtegaal is de etageflat op de hoek van de Buizerdlaan en de Wolfsbosstraat gesloopt. Eveneens zijn toen een aantal grondgebonden woningen gesloopt. Hierdoor ontstond op deze hoek de onbebouwde plek die nu een nieuwe ontwikkeling mogelijk maakt. In het bestemmingsplan Wolfsbos 2006 zijn de randvoorwaarden opgenomen voor de nieuwe bebouwing.

Hoofdstuk 3 Beleidskader

3.1 Europees beleid

Op Europees niveau is er beleid dat als doel heeft het archeologische erfgoed veilig te stellen (verdrag van Malta). Daarnaast geldt de Flora- en faunawet voor wat betreft het veiligstellen van beschermde soorten (Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn). Dit bestemmingsplan is aan het Europees beleid getoetst. Een nadere beschrijving van de thema's archeologie en ecologie staat in Hoofdstuk 5 Omgevingsaspecten .

3.2 Rijksbeleid

3.2.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

Het beleid van Europa en de rijksoverheid is van invloed op het te voeren Drentse omgevingsbeleid. Zo is er op Europees niveau veel aandacht voor het verbinden van economische kerngebieden door vervoersnetwerken, de aansluiting van relatief zwak ontwikkelde regio’s, landsoverschrijdende samenwerking, stroomgebieden, ecologische relaties en duurzame ontwikkeling.

Op 13 maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR), vastgesteld. De SVIR heeft een horizon tot het jaar 2040 en vervangt onder andere de Nota Ruimte. Daarmee wordt de SVIR het kader voor thematische of gebiedsgerichte uitwerkingen van rijksbeleid met ruimtelijke consequenties.

De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte geeft een nieuw, integraal kader voor het ruimtelijk en mobiliteitsbeleid op rijksniveau en vormt de 'kapstok' voor bestaand en nieuw rijksbeleid met ruimtelijke consequenties.

Het rijk kiest met de structuurvisie voor een selectievere inzet van de onderstaande 13 rijksbelangen:

  • Een excellente ruimtelijk-economische structuur van Nederland door een aantrekkelijk vestigingsklimaat in en goede internationale bereikbaarheidvan de stedelijke regio's met een concentratie van topsectoren;
  • Ruimte voor het hoofdnetwerk voor (duurzame) energievoorziening en energietransitie;
  • Ruimte voor het hoofdnetwerk voor vervoer van (gevaarlijke) stoffen via buisleidingen;
  • Efficiënt gebruik van de ondergrond;
  • Een robuust hoofdnet van wegen, spoorwegen en vaarwegen rondom en tussen de belangrijkste stedelijke regio's inclusief de achterlandverbindingen;
  • Betere benutting van de capaciteit van het bestaande mobiliteitssysteem;
  • Het instandhouden van het hoofdnet van wegen, spoorwegen en vaarwegen om het functioneren van het mobiliteitssysteem te waarborgen;
  • Verbeteren van de milieukwaliteit (lucht, bodem, water) en bescherming tegen geluidsoverlast en externe veiligheidsrisico's;
  • Ruimte voor waterveiligheid, een duurzame zoetwatervoorziening en kaders voor klimaatbestendige stedelijke (her)ontwikkeling;
  • Ruimte voor behoud en versterking van (inter)nationale unieke cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten;
  • Ruimte voor een nationaal netwerk van natuur voor het overleven en ontwikkelen van flora- en faunasoorten;
  • Ruimte voor militaire terreinen en activiteiten;
  • Zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten;

In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte wordt dieper ingegaan op deze 13 rijksbelangen.

Het rijk blijft verantwoordelijk voor het systeem van ruimtelijke ordening. Daarnaast kan een rijksverantwoordelijkheid aan de orde zijn indien:

  • een onderwerp nationale baten en/of lasten heeft en de doorzettingsmacht van provincies en gemeenten overstijgt. Bijvoorbeeld ruimte voor militaire activiteiten en opgaven in de stedelijke regio's rondom de mainports, brainports, greenports en de valleys;
  • over een onderwerp internationale verplichtingen of afspraken zijn aangegaan. Bijvoorbeeld voor biodiversiteit, duurzame energie, watersysteemherstel of werelderfgoed;
  • een onderwerp provincie- of landsgrensoverschrijdend is en ofwel een hoog afwentelingsrisico kent ofwel in beheer bij het rijk is. Bijvoorbeeld de hoofdnetten van weg, spoor, water en energie, maar ook de bescherming van gezondheid van inwoners.

Geconstateerd wordt dat het bestemmingplan Wolfsbos, uitwerkingsplan Wolfsbosstraat/Buizerdlaan 2014 geen rijksbelangen raakt. Derhalve wordt geconcludeerd dat voldaan wordt aan de uitgangspunten zoals verwoord in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte.

3.2.2 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro)

Het kabinet heeft in de hiervoor genoemde SVIR vastgesteld dat voor een beperkt aantal onderwerpen de bevoegdheid om algemene regels te stellen zou moeten worden ingezet. De SVIR bepaalt welke kaderstellende uitspraken zodanig zijn geformuleerd dat deze bedoeld zijn om beperkingen te stellen aan de ruimtelijke besluitvormingsmogelijkheden op lokaal niveau. Ten aanzien daarvan is een borging door middel van normstelling, gebaseerd op de Wro, gewenst. Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) bevestigt in juridische zin die kaderstellende uitspraken.

Slechts daar waar een directe doorwerking niet mogelijk is, bij de Ecologische Hoofdstructuur (de artikelen worden later aan het Barro toegevoegd) en bij de Erfgoederen van uitzonderlijke universele waarde, is gekozen voor indirecte doorwerking via provinciaal medebewind. Tevens treden regels ten aanzien van radarverstoringsgebieden op een nader te bepalen tijdstip in werking.

De ladder voor duurzame verstedelijking is per 1 oktober 2012 ook als procesvereiste opgenomen in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Daarin is in artikel 3.1.6 een lid 2 ingevoegd waarin een motiveringsplicht is opgenomen voor nieuwe stedelijke ontwikkelingen (inclusief detailhandel) in bestemmingsplannen. In de toelichting van het bestemmingsplan moet hiervoor een verantwoording plaatsvinden aan de hand van een drietal opeenvolgende treden ("ladder duurzame verstedelijking").

De eerste trede in deze ladder is een beschrijving dat de voorgenomen stedelijke ontwikkeling voorziet in een actuele regionale behoefte. Hierbij kan het gaan om zowel kwantitatieve als kwalitatieve aspecten. De beide vervolgstappen uit genoemde ladder hebben betrekking op de vraag of de ontwikkeling in bestaand stedelijk gebied ingepast kan worden (trede 2) en als dat niet mogelijk is op andere locaties (trede 3), die vooral goed ontsloten moeten zijn.

Actuele regionale behoefte

Het gemeentelijk beleid omtrent het wonen is neergelegd in de Woonvisie 2011-2020. De Woonvisie, regionaal afgestemd en gebaseerd op onderzoek naar aspecten als woonwensen, migratiebewegingen en bevolkingsontwikkeling, laat zien dat de woonbehoefte steeds meer verschuift naar de stad: wonen in de stad met voorzieningen in de directe nabijheid. Hierbij is een grote behoefte waarneembaar naar kwalitatief goede woonmilieus. Het onderzoek laat zien dat met name binnen het stadscentrum een vraagoverschot is en dat er een groep mensen is die Hoogeveen verlaat, omdat zij niet de voor hen geschikte woning kunnen vinden. Het plan Wolfsbosstraat/Buizerdlaan tracht hierop in te spelen door een goed woonmilieu te bieden. Het is hiermee een direct uitvloeisel op de Structuurvisie Hoogeveen 2.0, waarin reeds gedurende lange tijd de keuze vastligt voor inbreiding in plaats van uitbreiding.

Inpassing in bestaand stedelijk gebied

De herontwikkeling van het plangebied aan de Wolfsbosstraat/Buizerdlaan is een voorbeeld van binnenstedelijke herstructurering. Een braakliggend terrein als gevolg van de sloop van oude woonbebouwing in de nabijheid van voorzieningen wordt herontwikkeld naar woningbouw. De gemeente ziet het realiseren van een goed woonprogramma voor alle doelgroepen binnen Hoogeveen als de enig juiste strategie om in te spelen op de sterk veranderde behoefte in de woningmarkt.

3.3 Provinciaal beleid

Provinciale Staten hebben op 2 juli 2014 ingestemd met de Actualisatie Omgevingsvisie Drenthe 2014. De visie is inmiddels in werking getreden. De Omgevingsvisie Drenthe is voor Drenthe een centraal visiedocument. De visie formuleert de belangen, ambities, rollen, verantwoordelijkheden en sturing van de provincie in het ruimtelijke domein. In de visie zijn vier wettelijk voorgeschreven provinciale planvormen samengenomen:

  • De provinciale structuurvisie op grond van de Wet ruimtelijke ordening (Wro);
  • Het provinciaal milieubeleidsplan op grond van de Wet milieubeheer (Wm);
  • Het regionaal waterplan op grond van de waterwetgeving;
  • Het provinciaal Verkeers- en Vervoersplan op grond van de Planwet verkeer en vervoer

De Omgevingsvisie is hét kader voor de ruimtelijk-economische ontwikkeling van Drenthe. De Omgevingsvisie beschrijft de ruimtelijk-economische ontwikkeling van Drenthe in de periode tot 2020. De Omgevingsvisie heeft voor de provincie een interne binding. Dit betekent dat de provincie bij de uitoefening van haar taken aan de Omgevingsvisie gebonden is. De missie van de provincie is het ontwikkelen van een bruisend Drenthe, passend bij de kernkwaliteiten die de provincie rijk is. De kernkwaliteiten zijn de kwaliteiten die bijdragen aan de identiteit en aantrekkelijkheid van Drenthe. Het provinciaal belang ligt in het behouden en waar mogelijk ontwikkelen van de kernkwaliteiten. Omdat niet alle kernkwaliteiten goed te duiden zijn in het fysiek-ruimtelijk domein zijn deze vertaald naar indicatoren.

Kernkwaliteiten   Indicatoren
 
Rust/stilte   Duisternis  
Ruimte   Openheid van het landschap  
Natuur   Biodiversiteit  
Landschap   Diversiteit
Gaafheid van landschappen  
Oorspronkelijkheid   Cultuurhistorische waarden
Archeologische waarden
Aardkundige waarden  
Veiligheid   Sociale veiligheid
Externe veiligheid
Verkeersveiligheid  
Naoberschap, Menselijke maat,
Kleinschaligheid (Drentse schaal)  
Leefbaarheid
Passend bij Drenthe  


Hieronder volgen de relevante delen uit de Omgevingsvisie die relevant zijn voor het voorliggende ruimtelijk initiatief.

3.3.1 Wonen

De provincie streeft naar aantrekkelijke, gevarieerde en leefbare woonmilieus die voorzien in de woonvraag. Het maken van bovenlokale afspraken hierover is van provinciaal belang. Gemeenten werken hun aandeel in het woonaanbod en de woonmilieus uit in de Gemeentelijke structuurvisie of het Woonplan. Zij houden daarbij rekening met de huidige kernenstructuur in de gemeente en de behoefte aan verschillende woonmilieus.

Vanuit de doelstelling om zorgvuldig en doelmatig om te gaan met de ruimte in Drenthe, hanteert de provincie het uitgangspunt 'inbreiding gaat voor uitbreiding'. Dit houdt in dat de provincie Drenthe prioriteit geeft aan herstructurering (inclusief verduurzaming) van de woningvoorraad en aan het herontwikkelen en herbestemmen van gronden en panden. Daarnaast ligt er een beperkte opgave om de woningvoorraad uit te breiden.

3.3.2 Zorgvuldig ruimtegebruik

De provincie wil zorgvuldig omgaan met de beschikbare ruimte in de provincie. Grootschalige bouwplannen en uitbreidingen in het landelijk gebied, los van bestaande bebouwingslocaties, zijn niet vanzelfsprekend. De provincie vindt dat gemeenten bij nieuwbouwplannen een werkwijze moeten hanteren die leidt tot zorgvuldig ruimtegebruik. Zorgvuldig ruimtegebruik is van provinciaal belang.

3.3.3 Ladder voor duurzame verstedelijking

Doel van de ladder voor duurzame verstedelijking is een goede ruimtelijke ordening door een optimale benutting van de ruimte in stedelijke gebieden. Het Rijk wil met de introductie van de ladder vraaggerichte programmering bevorderen. De ladder beoogt een zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten.

De ladder kent drie treden die achter elkaar worden doorlopen:

  • Trede 1: is er een regionale behoefte?
  • Trede 2: Is (een deel van) de regionale behoefte op te vangen binnen het bestaand stedelijk gebied?
  • Trede 3:Bouwen buiten bestaand stedelijke gebied.

De herontwikkeling van de locatie aan de Buizerdlaan/ Wolfsbosstraat maakt onderdeel uit van de regionale woningbouwafspraken in de woningmarktregio Zuidwest Drenthe. Het voorliggende plan is afgestemd binnen de regio op basis van de Regionale Woonvisie.

3.3.4 Conclusie ten aanzien van provinciaal beleid

Het bouwen van 38 appartementen en 9 grondgebonden eengezinswoningen op de voorliggende locatie past binnen de uitgangspunten van het provinciaal beleid, er wordt gebouwd op een bestaande, bebouwde locatie in de bebouwde kom, er is dus sprake van verdichting voor uitbreiding en er wordt gebouwd in of aansluitend aan bestaand bebouwd gebied.

3.4 Regionaal beleid

In het kader van de regionale afstemming is met de buurgemeenten De Wolden, Westerveld en Meppel overleg gevoerd over het woningbouwprogramma. De uitkomst van de afstemming heeft geresulteerd in een regionale woonvisie. Een dergelijke afstemming heeft, in dit kader, ook plaatsgevonden voorafgaand aan een op te starten bestemmingsplanprocedure die betrekking heeft op deze transformatielocatie. Het op te stellen bestemmingsplan voor de Buizerdlaan/Wolfsbosstraat is op 30 oktober 2014 behandeld in het regionale overleg. Uit de nadere afstemming is gebleken dat voorliggende woningbouwontwikkeling past in de regionale aantallen en het kwalitatieve programma tot 2020.

Op 30 oktober 2012 is de Regionale Woonvisie Zuidwest Drenthe, Groeimodel, deel I door het college van de gemeente Hoogeveen en de andere betrokken gemeenten vastgesteld. Voor deze woonvisie is de bevolkingsprognose XVIII van de provincie Drenthe, maart 2012, een belangrijke onderlegger. De Regionale Woonvisie scherpt de indicatieve aantallen uit de Woonvisie 2011-2020 aan. Gelet op de aanwezige harde plancapaciteit in Zuidwest Drenthe, is de mogelijkheid aanwezig de woningbouwuitbreiding van het complex aan de Buizerdlaan/ Wolfsbosstraat daaraan toe te voegen. Het mogelijk te maken aantal woningen, leidt niet tot verdringing of ongewenste concurrentie.

3.5 Gemeentelijk beleid

3.5.1 Toekomstvisie tot 2030

In juni 2000 is de Toekomstvisie voor Hoogeveen vastgesteld door de gemeenteraad. De Toekomstvisie strekt zich uit tot 2030 en gaat over de ontwikkeling van Hoogeveen in brede zin. Voor de dorpen van Hoogeveen ligt de nadruk op wonen in het groene Drenthe dichtbij alle voorzieningen van de stad. De Toekomstvisie verkiest kwaliteit boven kwantiteit en het versterken van het bestaande boven groei. In de Toekomstvisie wordt ingezet op beheerste groei om in de toekomst de aanwezige voorzieningen in stand te kunnen houden. Deze doelstelling kan alleen worden gehaald, indien een kwaliteitsimpuls wordt bewerkstelligd. Deze kwaliteitsimpuls heeft vooral betrekking op het wonen, de voorzieningen en het landschap. Dit betekent het aanbieden van hoogwaardiger woonmilieus, verbeteren van de kwaliteit van de winkels en sportaccommodaties en het behoud en versterken van de cultuurlandschappen.

3.5.2 Structuurvisie Hoogeveen 2015-2030

Als vervolg op de Toekomstvisie is op 23 december 2004 door de gemeenteraad de Structuurvisie Hoogeveen 2015–2030 vastgesteld. Deze Structuurvisie is eigenlijk de ruimtelijke vertaling van de Toekomstvisie. Hij spreekt zich uit over de ruimtelijke ontwikkeling van de gehele gemeente en beschrijft de huidige en gewenste waarden en kwaliteiten voor het buitengebied, de dorpen en de stad. De Structuurvisie is een voorbeeld van planning van onderop, vanuit het lokale denken. Deze Structuurvisie heeft daarom het oude POP II niet als vertrekpunt genomen, maar nam een voorschot op de nieuwe Omgevingsvisie Drenthe. Deze aanpak past overigens goed binnen de Structuurvisie Infrastuctuur en Ruimte van het Rijk. Het Rijk laat meer over aan gemeenten en provincies.

De Structuurvisie gaat in op verschillende onderdelen van de stad. Daarbij is een volgorde van binnen naar buiten aangehouden, vanuit het hart naar de stadsranden. De doelstelling is primair om het aantrekkelijke winkelbestand voor de toekomst te waarborgen door een prettiger verblijfsklimaat te scheppen.

In de Structuurvisie wordt niet expliciet ingegaan op de verschillende woonwijken die rondom het centrum liggen. De herstructurering van de oudere wijken wordt beschouwd als een autonoom proces, dat zich geleidelijk en over vele jaren zal voltrekken. Het woonprogramma wordt hierin uiteindelijk uitgewerkt, vanuit een onderbouwing in de Woonvisie 2011 – 2020. De Structuurvisie beschrijft hiervoor de ruimtelijke kaders en de uitgangspunten voor het proces van herstructurering, die neerkomen op het toepassen van maatwerk. Dit komt neer op geleidelijke, kleinschalige en organische transformatie van de woonwijken en een gelijktijdige kwalitatieve herontwikkeling van in dit geval de locatie Buizerdlaan/Wolfsbosstraat en omgeving.

De visie op het wonen vanuit de Structuurvisie 2004, is daarentegen gericht op het verbeteren van de bestaande woningvoorraad en op het aanbieden van nieuwe woonmilieus in de stad, de dorpen en in het landelijk gebied. De aandacht voor de woonopgave verschuift van kwantiteit naar kwaliteit.

De focus van woningbouw ligt de komende jaren op de stad. Daarnaast wordt gekozen voor geconcentreerde groei bij de dorpen en in het landelijk gebied. De marktvraag bepaalt uiteindelijk welke woningen op welke beschikbare locatie, hoeveel en in welk tempo gebouwd gaat worden.

3.5.3 Structuurvisie Hoogeveen 2.0

Tijdens het voortraject van het huidige bestemmingsplan is gewerkt aan de actualisatie van de Structuurvisie Hoogeveen 2015-2030. De Structuurvisie uit 2004 is nog steeds een inspirerende, ambitieuze, integrale ruimtelijke visie, die in stand blijft en met “Structuurvisie Hoogeveen 2.0” op onderdelen wordt bijgesteld. De visie geeft aan hoe Hoogeveen tot 2030 omgaat met thema's als wonen, voorzieningen, bedrijvigheid, bereikbaarheid, landschap en duurzaamheid. Duurzame kwaliteit is en blijft daarbij de rode draad.

De geactualiseerde structuurvisie is op 13 december 2012 door de gemeenteraad vastgesteld. In de visie kiest Hoogeveen voor beheerste groei waarbij de focus van woningbouw ligt op inbreiding in de stad. Daarnaast wordt gekozen voor geconcentreerde groei bij de dorpen en het landelijke gebied, passend bij de vraag. Voor het landelijk wonen zijn er kansen in de landgoederenzone en de kanalenzone.

De oude plannen van havens in de kanalenzone en grote landschapsinvesteringen worden losgelaten. Er wordt ingezet op kleinschaliger initiatieven. Het bebouwen van het Hollandsche Veld, Nijstad en Alteveer nabij de snelweg vervalt. Voor verdichting van de linten aan het Hollandscheveldse Opgaande en Zuideropgaande blijven we ruimte bieden. De nieuwbouwplannen binnen dit bestemmingsplan passen goed bij de doelstelling zoals benoemd in de structuurvisie.

De woningbouw op de locatie Buizerdlaan/Wolfsbosstraat past binnen de geactualiseerde structuurvisie.

3.5.4 Woonvisie 2010-2020

Ook in de Woonvisie 2011-2020 (vastgesteld op 1 december 2011) wordt een groeiambitie van de beheerste groei geformuleerd. In de Structuurvisie is de ambitie van de gemeente voor de komende 15 jaar, met een doorkijk naar het jaar 2030, neergelegd ten aanzien van veel beleidsterreinen, waaronder het wonen.

De Woonvisie blikt vooruit tot en met het jaar 2020. Daarvan zijn de eeste vijf jaren concreet en de laatste vijf jaren gelden als een doorkijk.

De focus van woningbouw ligt de komende jaren op de stad. Daarnaast kiezen we voor geconcentreerde groei bij de dorpen en in het landelijk gebied, passend bij de vraag. Uitgangspunt is dat tot en met 2020 netto 1.650 nieuwbouw woningen aan de woningvoorraad worden toegevoegd. De regionale woonvisie heeft de indicatieve aantallen uit de Woonvisie aangescherpt. Op basis van de bevolkingsprognose XVIII van de provincie Drenthe van maart 2012 wordt een woningbouwruimte van ongeveer 1.400 woningen aangegeven voor de gemeente Hoogeveen tot 2020.
Inmiddels zijn tot 1 januari 2014, 385 reguliere woningen aan de woningvoorraad toegevoegd. Daarnaast is binnen de gemeente Hoogeveen nog ruimte voor ongeveer 500 woningen aan plancapaciteit waarvoor nog bouw-/bestemmingsplannen kunnen worden ontwikkeld. Het uitwerkingsplan Buizerdlaan/Wolfsbosstraat kan binnen deze nog beschikbare capaciteit ontwikkeld worden. Voor ongeveer nog eens 500 woningen is al harde plancapaciteit aanwezig in zowel de kern Hoogeveen als in de dorpen binnen de gemeente Hoogeveen .

De Structuurvisie laat zien dat door een stevige verdichting en herstructurering van delen van Hoogeveen veel woningen binnen de huidige grenzen gebouwd kunnen worden. Diverse locaties in de stad bieden de mogelijkheid om de waardering voor de stad te verhogen en de kwaliteit van het openbaar gebied te vergroten. Het plan Buizerdlaan/Wolfsbosstraat past wat dat betreft ook in de structuurvisie.

Hoofdstuk 4 Gewenste ontwikkeling en uitgangspunten

4.1 Ruimtelijke structuur

De hoek Buizerdlaan/Wolfsbosstraat heeft in het vigerende bestemmingsplan Wolfsbos 2006 de bestemming "Woondoeleinden uit te werken (WU)". Na de ingrijpende renovatie van de buurt de Nachtegaal, zijn op deze plek een etageflat van 4 lagen en 2 grondgebonden woonblokken met in totaal 30 woningen afgebroken. Dit om een kwaliteitsslag te kunnen realiseren in de bestaande woningvoorraad en in te kunnen spelen op de demografische veranderingen, maar ook om in de toekomst een stedenbouwkundig orientatiepunt langs de Buizerdlaan in de wijk Wolfsbos te kunnen maken. De uitwerkingsregels voorzien in woningbouw van minimaal 2 lagen en maximaal 4 lagen. Een accent van 6 lagen is toegestaan. In de uitwerkingsregels zijn drie belangrijke voorwaarden voor de nieuwbouw opgenomen. Het aantal bouwlagen moet minimaal twee en mag maximaal vier bedragen, incidenteel maximaal zes bouwlagen. De bestaande waterpartijen mogen worden aangepast, mits minimaal dezelfde oppervlakte aan water in het uitwerkingsplan is opgenomen. De voorgevelrooilijnen van de bestaande bebouwing dienen te worden doorgezet. In de toelichting bij de uitwerkingsbevoegdheid staat verder aangegeven dat de hoek van de Buizerdlaan en de Wolfsbosstraat om een bijzonder gebouw vraagt als orientatiepunt langs de route Buizerdlaan-Boekweitlaan-Lomanlaan. In de vormgeving van het gebouw moet dat tot uitdrukking worden gebracht. Verder is in de toelichting aangegeven dat de bebouwing de buurt niet dient af te sluiten. De relatie van het gebied tussen de Sperwerlaan en de Wolfsbosstraat met het hertenkamp en de route naar het Zuiderpark moet juist worden versterkt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.2014BPU8008002-VG01_0001.jpg"

Afbeelding 1: gewenste ontwikkeling vanaf hoek Buizerdlaan/ Wolfsbosstraat

4.1.1 Ruimtelijke structuur

Door het architectenbureau zijn verschillende modellen voor de invulling van de locatie gemaakt. Uiteindelijk is gekozen voor een model met een blok van 4 bouwlagen aan de Buizerdlaan, aansluitend bij de hoogte van het bestaande appartementencomplex "de Buizerd". Op de hoek gaat dit over in een bouwblok van 3 lagen hoog. Hierop wordt een daktuin aangebracht ten behoeve van de bewoners. Aan de Wolfsbosstraat tenslotte, tegenover het hertenkamp, wordt het accent aangebracht van 6 bouwlagen hoog. In dit bouwdeel zit een onderdoorgang van 3 lagen hoog die aansluit op de Groenling en zo de verbinding vormt tussen de bestaande buurt en het hertenkamp en de verderop gelegen Zuiderpark. Het accent van 6 lagen is gericht op de Wolfsbosstraat en het hertenkamp omdat het uitzicht op het hertenkamp verreweg het beste is. Daarnaast wordt daarmee de oude ontwikkelingsas (Hollandscheveldse Opgaande) geaccentueerd. Vanaf de Buizerdlaan, uitkijkend over het hertenkamp, is het accent van 6 lagen na realisering goed zichtbaar als orientatiepunt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.2014BPU8008002-VG01_0002.jpg"

Afbeelding 2: gewenste ontwikkeling vanaf het toekomstig binnengebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.2014BPU8008002-VG01_0003.jpg"

Afbeelding 3: Indeling openbare ruimte

4.1.2 Ontsluiting en parkeren

De locatie is gelegen op de hoek van de Buizerdlaan (binnenring) en de Wolfsbosstraat. De locatie wordt vanaf de Sperwerlaan ontsloten via de Groenling en de parallelweg langs de Buizerdlaan. De aansluitingen van de Groenling en van de parallelweg op de Wolfsbosstraat, worden voor autoverkeer weggehaald en beide straten worden onderling doorgelust. Er ontstaan dus geen doodlopende straten. De Groenling behoudt via de poort in het woongebouw, alleen voor langzaam verkeer, een aansluiting op de Wolfsbosstraat. Het westelijk uiteinde van de parallelweg wordt eveneens, ten behoeve van het langzaam verkeer, aangesloten op het bestaande fiets/voetpad langs de Buizerdlaan. De bestaande mogelijkheid voor haaks parkeren blijft hier echter, ten behoeve van het nieuwe woongebouw in stand.

Het plan omvat 38 appartementen en 9 grondgebonden eengezinswoningen. Voor beide woningcategorien geldt een parkeernorm van 1,7 parkeerplaatsen per woning. Een deel van het parkeren is gesitueerd op maaiveldniveau onder het appartementengebouw, een ander gedeelte wordt gerealiseerd op de locatie tussen het op te richten wooncomplex en de te realiseren grondgebonden woningen. Zes parkeerplaatsen worden gerealiseerd in het openbaar gebied (aan de Buizerdlaan).

De Buizerdlaan is onderdeel van de route van van stadslijn 2 van Q-buzz. Nabij het nieuwe wooncomplex, aan de noordzijde van de Buizerdlaan, bevindt zich een bushalte.

4.1.3 Water en Groenstructuur

Het bestaande vijverstelsel in en nabij de locatie maakt onderdeel uit van het stedelijk watersysteem. De bestaande vijvers mogen worden aangepast, mits minimaal dezelfde oppervlakte aan water in het uitwerkingsplan is opgenomen. In het nieuwe inrichtingsvoorstel wordt daar aan voldaan. De huidige vijver langs de Groenling wordt ingekort om ruimte te bieden aan nieuw groen en parkeren op het binnenterrein van het appartementen complex en de grondgebonden woningen. De bestaande vijver langs de oostkant van de Wolfsbosstraat wordt verlengd tot aan de Buizerdlaan. Naast de functie voor waterberging is dit tevens een verwijzing naar de verveningsgeschiedenis en wordt door het verlengde water het orientatiepunt versterkt. Het bestaande binnenterrein is voor een belangrijk deel nodig voor ontsluiting en parkeren. De bestaande groenstrook tussen De Groenling en de vijver wordt doorgetrokken tot de achterzijde van het appartementencomplex en voor de grondgebonden eengezinswoningen langs. In deze strook en tussen het haaks parkeren worden nieuwe bomen geplant.

4.2 Functionele structuur

In Wolfsbos zijn veel voorzieningen centraal gelegen in de wijk. Winkelcentrum De Wielewaal ligt hemelsbreed op ca. 250 meter van de onderhavige locatie. In het winkelcentrum bevinden zich twee supermarkten, een aantal dagwinkels en een huisartsenpost met apotheek. Bij dit "hart"van de wijk liggen ook een buurthuis, een basisschool en een school voor speciaal onderwijs. Ten noorden van de Valkenlaan bevinden zich een scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs en twee complexen voor ouderenhuisvesting. In deze complexen bevinden zich voorzieningen die ook ten dienste staan van de wijk.

De locatie ligt tegenover het hertenkamp en in de nabijheid van het Zuiderpark. De kanaaldijk; een wandelpad langs de Hoogeveense vaart, is op relatief korte afstand gelegen.Het appartementencomplex omvat in totaal 38 drie- en vier kamer appartementen. Daarnaast worden 9 grondgebonden woningen gerealiseerd.

4.3 Beeldkwaliteit en welstandscriteria

De locatie is gelegen in de wijk Wolfsbos. In het kader van het Stimuleringsplan Bouw Hoogeveen is de welstand in bepaalde gebieden, waaronder de wijk Wolfsbos, afgeschaft. In paragraaf 4.1 van de Oplegnotitie Welstandsnota 2007 is aangegeven dat het welstandsvrij bouwen niet geldt voor (her)ontwikkellokaties. Hiervoor kan een afzonderlijke afweging worden gemaakt. Gelet op de grootte van het project en de ligging aan de binnenring en aan een oude cultuurhistorische verbinding is ervoor gekozen om hier welstandsadvies te vragen. Het plan is inmiddels getoetst aan de welstandnota (welstandsgebied 9), en is door de welstandcomissie akkoord bevonden.

Hoofdstuk 5 Omgevingsaspecten

5.1 Bodem

Bij een nieuwe ontwikkeling dienen mogelijk verontreinigde plekken in het plangebied te worden gesignaleerd. Ecoreest heeft een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd in het plangebied. De resultaten zijn opgenomen in het rapport 'Verkennend Bodemonderzoek ter plaatse van: Buizerdlaan te Hoogeveen', projectnr.: 140063, d.d. 12 februari 2014 (Bijlage 1 Bodemonderzoek). Op basis van de onderzoeksresultaten kan worden geconcludeerd dat in de bovengrond een lichte verontreiniging is aangetroffen met zware metalen en PAK. In de ondergrond zijn geen verontreinigingen aangetroffen.

In het grondwater is een matige verontreiniging met barium geconstateerd en een lichte verontreiniging met zink. Door het ontbreken van een antropogene bron voor de verhoogd gemeten bariumconcentratie in grondwater wordt aangenomen dat het een verhoogde achtergrondconcentratie betreft van natuurlijke oorsprong.

Verder heeft Ecoreest een verkennend asbestonderzoek uitgevoerd. De resultaten zijn opgenomen in het rapport 'Verkennend asbestonderzoek in de bodem ter plaatse van: Buizerdlaan te Hooge in de bodem ter plaatse van: Buizerdlaan te Hoogeveen', projectnr. 140063, d.d. 13 februari 2014 (Bijlage 2 Asbestonderzoek). Uit dit onderzoek is gebleken dat er plaatselijk matige bijmeningen met puin zijn aangetroffen. Asbest is niet aangetoond.

Gezien de aard en de concentraties van de aangetoonde parameters in relatie tot de woonbestemming van het terrein wordt geconcludeerd dat er geen verhoogde risico's voor de
volksgezondheid of het milieu op basis van de aangetoonde milieuhygiënische bodemkwaliteit is te verwachten.

Tot slot is in het plangebied een verkennend waterbodemonderzoek uitgevoerd, omdat een aantal waterpartijen in het gebied wordt gedempt. De resultaten zijn vastgelegd in het rapport 'Verkennend waterbodemonderzoek ter plaatse van: Buizerdlaan te Hoogeveen', projectnr: 140063/WB, d.d. 14 februari 2014 (Bijlage 3 Waterbodemonderzoek). Gebleken is dat het aangetroffen slib 'verspreidbaar op het aangrenzend perceel', kan worden toegepast, op de landbodem kan het toegepast worden als 'klasse industrie' en op waterbodems als 'klasse A'.

Conclusie
De aangetroffen lichte verontreinigingen in grond en grondwater vormen geen belemmering voor de ruimtelijke ontwikkeling in het plangebied.

Grondverzet
Bij grondverzet dient men te streven naar een gesloten grondbalans. In situaties, waar grond vrij gaat komen, wordt sterk aanbevolen om de kwaliteit van de vrijkomende bodem chemisch analytisch vast te stellen. Uiteraard dient het onderzoek representatief te zijn voor de hele vrijkomende partij.

Voor het toepassen van grond gelden de spelregels voor grondverzet die zijn vastgesteld in het Besluit bodemkwaliteit. Informatie over het toepassen van grond kan worden verkregen bij afdeling Advies van de gemeente Hoogeveen, RUD Drenthe en AgentschapNL.

5.2 Archeologie en Cultuurhistorie

In het Verdrag van Malta wordt de veiligstelling van het Europese erfgoed geregeld. De uitgangspunten van dit verdrag zijn op nationaal niveau uitgewerkt in de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz, 2007). De regionale uitwerking heeft plaatsgevonden in de Omgevingsvisie Drenthe. Hierin is ten eerste de Archeologische Monumentenkaart (AMK) opgenomen. Hierop zijn monumenten en bekende archeologische vindplaatsen weergegeven. Ten tweede is in de Omgevingsvisie Drenthe de Indicatieve Kaart ArcheologischeWaarden (IKAW) opgenomen. Op de kaart staat voor de gehele provincie de verwachtingswaarde voor archeologische vindplaatsen. Hier dient in het planvormingsproces rekening mee gehouden te worden.

Archeologische verwachting
In het plangebied wordt bestaande bebouwing gesloopt en wordt nieuwbouw opgericht. Het plangebied heeft een omvang van ca. 4000 m2. Van het te bebouwen oppervlak van ca. 3200 m2 is ca. 2400 m2 reeds bebouwd geweest. Het plangebied ligt in een gebied met een onbekende archeologische verwachting op de Indicatieve kaart voor Archeologische Waarden (IKAW) vanwege de ligging binnen de bebouwde kom van Hoogeveen. Aan de hand van de omliggende archeologische verwachtingswaarden is het mogelijk dat het plangebied een lage of middelhoge archeologische verwachting heeft. In de nabije omgeving zijn geen archeologische monumenten, vondsten en waarnemingen bekend.

Een groot deel van het te bebouwen gebied is reeds verstoord door de voorgaande bebouwing en sloop daarvan. Het resterende oppervlak dat nieuw bebouwd zal worden overschrijdt nog wel het vrijstellingsoppervlak van 500 m2 dat is opgenomen in het provinciaal beleid. Een deel van dat oppervlak bestaat op dit moment uit een waterpartij en zal daardoor naar verwachting ook verstoord zijn.
Op topografische kaarten is verder te zien dat in het westelijk deel van het plangebied (oostzijde van de huidige Wolfsbosstraat) in de 19de en 20ste eeuw enige verspreide bebouwing heeft gestaan. Dit gebruik zal het plangebied in een eerder stadium dus al in enige mate verstoord hebben.

Conclusie
Het plangebied heeft mogelijk een middelhoge verwachting op het aantreffen van archeologische waarden. Vanwege de diverse verstoringen in het recente verleden zal de bodem naar verwachting echter niet of nog slechts heel beperkt intact zijn. Een archeologisch onderzoek zal om die reden niet zinvol zijn.

Op grond van artikel 53 van de Monumentenwet blijft wel de meldplicht van kracht. Als tijdens graafwerkzaamheden alsnog archeologische vondsten of indicatoren worden aangetroffen dan dient het werk onmiddellijk te worden stilgelegd en moet dit gemeld worden bij de provinciaal archeoloog en de gemeente.

5.3 Water

In het kader van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is het verplicht de Watertoets uit te voeren. De Watertoets is een waarborg voor water in ruimtelijke plannen en besluiten.

Het voorliggende plan betreft een uitwerkingsplan voor woondoeleinden die reeds is opgenomen in het moederplan 'bestemmingsplan Wolfsbos 2006'. Voor het moederplan is de watertoets doorlopen en zijn in de planregels de randvoorwaarden opgenomen voor de waterhuishouding in het uitwerkingsplan.

Dit houdt in dat bij de inrichting van het plangebied de bestaande waterpartijen mogen worden aangepast, mits minimaal dezelfde oppervlakte aan water in het plangebied wordt gehandhaafd.

5.4 Ecologie

In het bestemmingsplan dient rekening te worden gehouden met Europese en nationaal beleid en wetgeving ten aanzien van de natuurbescherming. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen gebiedsbescherming en soortenbescherming. Bij gebiedsbescherming dient rekening gehouden te worden met de effecten van het plan op Natura 2000 gebieden, EHS etc. Bij soortenbescherming is de Flora- en faunawet van belang en eventueel het provinciaal soortenbeleid. Ecoreest heeft een natuurtoets uitgevoerd in het plangebied. De resultaten zijn opgenomen in het rapport 'Verkennend onderzoek Flora- en faunawet ter plaatse van: Gedeeltelijk te dempen watergang en te kappen bomen Buizerdlaan te Hoogeveen' (kenmerk: 140064) van 11 februari 2014 (Bijlage 4 Ecologisch onderzoek).

Gebiedsbescherming
Het plangebied ligt buiten de begrenzing van zowel Natura 2000 als EHS. Er zijn op grond van de afstand en aard van de ingreep geen negatieve effecten op deze gebieden te verwachten, gezien de barrières die al aanwezig zijn tussen het plangebied en de natuurgebieden. Hierbij moet gedacht worden aan bebouwing, infrastructuur en open agrarisch gebied. Er vindt ook geen aantasting plaats van Beschermde natuurmonumenten of belangrijke natuur buiten de EHS.

Soortenbescherming
Bij de soortenbescherming is de Flora- en faunawet van belang en eventueel het provinciaal soortenbeleid. In de Flora- en faunawet is bepaald dat beschermde dieren die in de wet zijn aangewezen, niet gedood, gevangen of opzettelijk verontrust mogen worden, dat planten niet geplukt of verzameld mogen worden en dat het niet is toegestaan om nesten, holen of andere vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren te beschadigen, vernietigen of te verstoren. Het bevoegd gezag kan onder voorwaarden een ontheffing van de verbodsbepalingen verlenen.

Met uitzondering van broedvogels worden geen strikt beschermde soorten verwacht. Voor de meeste broedvogels kan de periode tussen half maart en half juli worden aangehouden als broedseizoen. Aanwezige broedvogels dienen tijdens hun broedseizoen te worden ontzien. Dit betekent dat het verwijderen van bomen/groenstroken plaats dient te vinden buiten het broedseizoen van vogels, tenzij is aangetoond dat op het moment van werken geen broedende vogels aanwezig zijn.

Op basis van het uitgevoerde onderzoek worden bij de uitvoering van de ruimtelijke ontwikkeling op voorhand geen onoverkomelijkheden verwacht voor wat betreft de Flora- en faunawet en gebiedsgerichte natuurbescherming. Wel is het noodzakelijk om bij de planning van de werkzaamheden rekening te houden met eventueel aanwezige broedende vogels.

5.5 Luchtkwaliteit

Op 15 november 2007 (Stb. 2007, 434) is de Wet Luchtkwaliteit in werking getreden. Hierin zijn grenswaarden opgenomen voor een aantal luchtverontreinigende stoffen. Bij ieder besluit dat de kwaliteit van de lucht kan beïnvloeden moet worden gekeken naar de verwachte luchtkwaliteit en moet worden bepaald of kan worden voldaan aan de grenswaarden die in de Wet luchtkwaliteit zijn opgenomen. Bij bestemmingsplannen is het van belang om te beoordelen hoe de luchtkwaliteit zich gedraagt gedurende de planperiode. Hierbij worden de volgende stoffen beoordeeld: benzeen, kool(stof)monoxide (CO), lood, stikstofdioxide (NO2), zwaveldioxide (SO2) en zwevende deeltjes (PM10; ook wel fijn stof genoemd).

De kritische parameters in Nederland zijn fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2). De overige verontreinigende stoffen waaronder benzeen, lood, zwaveldioxide en koolstofmonoxide bevinden zich in Nederland ruim onder de grenswaarden. De verwachting is dat dit ook in de toekomst zo zal blijven waardoor berekening van deze waarden niet relevant is.

Projecten die 'niet in betekenende mate' (NIBM) van invloed zijn op de luchtkwaliteit hoeven niet meer te worden getoetst aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit.

Op grond van het Besluit en de Regeling dragen projecten met woningbouw waar minder dan 1500 woningen met 1 ontsluitingsweg of 3000 woningen met 2 ontsluitingswegen niet in betekenende mate bij aan de luchtkwaliteit. Het woningaantal dat in de bestemming 'uit te werken woondoeleinden' mogelijk wordt gemaakt, 9 woningen en 36 appartementen, ligt ruim beneden deze kwantitatieve grenzen.

Voor het bestemmingsplan Wolfsbos 2006 is een luchtkwaliteitsonderzoek (rapportnr. 206303-I, d.d. 1 februari 2006) uitgevoerd. Uit dit onderzoek is gebleken dat er geen sprake was van een overschrijding van de luchtkwaliteitseisen. De verwachting is dat ook in de toekomst de grenswaarden voor NO2 en PM10 niet zullen worden overschreden gezien de afnemende prognose van de achtergrondconcentraties en de emissiefactoren voor verkeer.

Conclusie
De ruimtelijke ontwikkeling voldoet aan de luchtkwaliteitseisen uit de Wet Luchtkwaliteit.

5.6 Geluid

Het plangebied is als 'uit te werken woondoeleiden' opgenomen in het bestemmingsplan Wolfsbos 2006. Voor dit bestemmingsplan is reeds een akoestisch onderzoek uitgevoerd en is de geluidsbelasting veroorzaakt door het wegverkeer berekend op de toekomstige rooilijnen in het plangebied. De geluidsbelasting als gevolg van het verkeer van de Buizerdlaan bedraagt ten hoogste 56 dB en als gevolg van het verkeer van de Wolfsbosstraat bedraagt de geluidbelasting maximaal 49 dB. Hiervoor zijn bij de vaststelling van het bestemmingsplan Wolfsbos reeds hogere grenswaarden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder (besluit van het college van B&W met kenmerk H.08.00515, d.d. 15 juli 2008).

5.7 Externe veiligheid

Het aspect Externe Veiligheid heeft te maken met de gevolgen van ongevallen met gevaarlijke stoffen en de bescherming hiertegen. De veiligheidsrisico's worden uitgedrukt in het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Verder kunnen de veiligheidsrisico's worden verdeeld in risico's veroorzaakt door bedrijvigheid (inrichtingen) en in risico's veroorzaakt vanwege het transport (weg, spoor, water, buisleidingen) van gevaarlijke stoffen. Conform het nationale veiligheidsbeleid en de Visie Externe Veiligheid van de gemeente Hoogeveen is onderzoek verricht naar de veiligheidssituatie rondom het plangebied. Dit onderzoek bestaat uit het in beeld brengen van alle relevante risicofactoren met de bijbehorende risico's alsmede het vaststellen van de invloed hiervan op het plangebied.

Stationaire bronnen
Binnen of in de nabijheid van het plangebied zijn geen risicovolle bedrijven aanwezig. Het dichtstbijzijnde risicovolle bedrijf, het BP tankstation Zuid-Oost, ligt op ruim 600 meter van het plangebied. Er hoeft niet getoetst te worden aan veiligheidsafstanden op basis van het plaatsgebonden risico en het groepsrisico, zoals verwoord in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi).

Transportroutes voor gevaarlijke stoffen
Het plangebied ligt op ca. 300 meter van de A37, een transportroute voor gevaarlijke stoffen en ligt daarmee tevens buiten het invloedsgebied van 200 meter aan weerszijden van de A37. Er hoeft geen rekening te worden gehouden met het gestelde in de Circulaire Risiconormering Vervoer Gevaarlijke Stoffen. Verder hoeft bij dit plan ook geen rekening gehouden te worden met de Nota Vervoer Gevaarlijke Stoffen (NVGS).

Buisleidingen
Het plangebied ligt niet in het invloedsgebied van hoge druk aardgasleidingen of andere buisleidingen voor transport van gevaarlijke stoffen. De dichtstbijzijnde hoge druk aardgasleiding (N-521-21a) ligt op ruim 600 meter van het plangebied. Een toetsing aan het Besluit externe veiligheid buisleidingen is dan ook niet aan de orde.

Externe veiligheid vormt geen belemmering voor de ontwikkeling in het plangebied.

5.8 Duurzaamheid

De gemeente Hoogeveen heeft haar ambitie op het gebied van duurzaamheid verwoord in het klimaatbeleid en de Milieuvisie. In het klimaatbeleid is de ambitie uitgesproken om in 2040 als gehele gemeente CO2-neutraal te willen zijn. Door bij nieuwe ontwikkelingen duurzaamheid reeds in de ontwerp- en bouwfase mee te nemen kan optimaal invulling worden gegeven aan de duurzaamheidsdoelstelling.

Hoofdstuk 6 Handhaving

6.1 Beleidskeuzen

De gemeenteraad heeft op 3 februari 2011 de Kadernota Toezicht en handhaving vastgesteld. Het handhavingsbeleid maakt onderdeel uit van het programma Veilig. De looptijd van de kadernota Integrale handhaving loopt van 2011-2014, waarmee wordt aangesloten bij andere plannen waarin op onderdelen wordt verwezen naar handhaving. Dit zijn het Drentse veiligheidsplan, Integrale veiligheidsplan Hoogeveen en de visie externe veiligheid.

De afgelopen jaren is er veel veranderd en de komende jaren gaat er nog veel veranderen. Er vindt een verschuiving plaats van vergunningplicht naar steeds meer algemene regels in het VROM-domein. Gevolg hiervan is dat er meer nadruk komt te liggen op de uitvoering van de handhaving.

6.2 Inzet gemeentelijk apparaat

Op basis van de kadernota Toezicht en handhaving wordt jaarlijks een gemeentelijk werkprogramma opgesteld. Hierin worden op basis van een evaluatie voor het komende jaar de prioriteiten (bij)gesteld. In dit werkprogramma worden alle taken, taakonderdelen, de wettelijke of gewenste prioriteitstelling, prestatie en capaciteitstoekenning op het gebied van handhaving opgenomen. Tevens wordt de voortgang van de projecten die op de afdeling spelen inzichtelijk gemaakt.

De werkprogramma's worden gemonitord en geëvalueerd (jaarverslagen). Voor de monitoring en evaluaties zal aansluiting worden gezocht bij de programmasturing zoals die in Hoogeveen wordt gebruikt. Aan deze programma's ligt een visie (1x10 jaar) ten grondslag die vervolgens worden uitgewerkt in beleidsnota's (1x4 jaar) en uitvoeringsprogramma's (jaarlijks). Er wordt een analyse gemaakt van de ontwikkeling van het naleefgedrag en in hoeverre de doelen zijn behaald.

Tevens wordt beoordeeld of nog de juiste prioriteiten worden gesteld en of het handhavingsbeleid en de handhaving strategieën nog doelmatig en effectief zijn. Ieder jaar rapporteert het college van B&W de evaluatie aan de gemeenteraad. Indien nodig worden op basis van de evaluatie aanpassingen gedaan in de kadernota.

Hoofdstuk 7 Planbeschrijving

7.1 Juridisch systeem

Als opzet voor de planologische regeling van dit gebied, is gekozen voor een verbeelding met flexibele bestemmings- en bouwregels, waarin het door de gemeente vastgestelde beleid wordt omschreven. Hiermee wordt een materiële rechtszekerheid beoogd; alleen activiteiten die in het karakter van het gebied passen zijn toegestaan.

Het bestemmingplan valt onder de Wet ruimtelijke ordening (Wro), die op 1 juli 2008 in werking is getreden. Dit betekent dat het bestemmingsplan is opgezet volgens de nieuwste wettelijke regelgeving en volgens de nieuwste Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) 2012. Deze nieuwe standaard is per 1 juli 2013 verplicht volgens het Besluit ruimtelijke ordening (Bro).

Het plan is technisch als een digitaal raadpleegbare versie uitgevoerd en voldoet aan de eisen van DURP (Digitale Uitwisseling in Ruimtelijke Processen). Deze digitale versie is bedoeld om de burger 'online' informatie te verschaffen omtrent het bestemmingsplan. Bovendien is de digitale versie bedoeld voor uitwisseling van gegevens binnen de gemeente en met andere overheidsinstanties. De digitale versie is voor (ontwerp)plannen die na 1 januari 2010 ter inzage worden gelegd verplicht op grond van de nieuwe Wro. Er zal een analoge (papieren) versie van het bestemmingsplan naast het digitale plan blijven bestaan.

7.2 Regels

De regels zijn vervat in artikelen die onderverdeeld zijn in vier delen. In de "Inleidende regels" zijn algemene artikelen opgenomen die voor het gehele plan van belang zijn. In artikel 1 zijn omschrijvingen opgenomen van de in het plan voorkomende relevante begrippen. In artikel 2 is vastgelegd op welke wijze dient te worden gemeten.

Door deze vaste omschrijving van de begrippen en van de wijze van meten wordt eenduidigheid in de bedoelingen van het plan gegeven en wordt de rechtszekerheid vergroot.

In de "bestemmingsregels" zijn de bestemmingen en de gebruiks- en/of bebouwingsmogelijkheden van de betreffende gronden aangegeven. De bestemmingen zijn op alfabetische volgorde benoemd. Deze bestemmingsregels worden in paragraaf 7.3 nader uitgewerkt.

In de "algemene regels" staan artikelen benoemd die voor alle of meerdere bestemmingen gelden. Het betreffen onder andere de voor alle bestemmingen geldende afwijkingsregels en de algemeen geldende aanduidingsregels.

De algemene afwijkingsregels zorgen voor enige verruiming van de flexibiliteit van het plan. Deze afwijkingen zijn niet specifiek op één bestemming gericht. Zij kunnen gebruikt worden ten aanzien van alle bestemmingen.

De algemene aanduidingsregels geven de mogelijkheid voor algemene aanduidingen, die als een extra laag over meerdere bestemmingen liggen. In dit bestemmingsplan zijn twee van deze algemene aanduidingen aanwezig, te weten:

'Geluidzone - industrie 50 dBa': het betreft een zone die behoort bij industrieterrein De Wieken, waar in bepaalde gebieden "grote lawaaimakers" zijn toegestaan. Binnen de zone moet men bij nieuwbouw rekening houden met grenswaarde van geluid vanwege de industrie of hogere grenswaarde aanvragen.

Luchtvaartverkeerzone (aanvullend beperkingengebied - geluid): binnen deze zone geldt dat nieuwe geluidgevoelige objecten zijn toegestaan met inachtneming van verschillende voorwaarden.

In de "Overgangs- en slotregels" staan artikelen benoemd die voor alle voorgaande regels gelden. Het overgangsrecht voor bouwwerken en gebruik is hierin geregeld alsmede de slotregels.

7.3 Verklaring van de bestemmingen

7.3.1 Groen

In het bestemmingsplan wordt het openbare groen bestemd als "Groen". Naast groenvoorzieningen zijn fiets- en voetgangerspaden toegestaan, alsmede water, en speelvoorzieningen. Daarnaast zijn ook zend-/ontvangstinstallaties ten behoeve van de openbare orde, gebouwen ten behoeve van het onderhoud aan groenvoorzieningen, geluidwerende voorzieningen, nutsvoorzieningen en gebouwen ten behoeve daarvan, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van het verzamelen van huishoudelijke afvalstoffen, parkeervoorzieningen en verhardingen toegestaan.

7.3.2 Verkeer

Onder deze bestemming vallen alle wegen binnen het plangebied. Ook de parkeervoorzieningen, en ondergeschikte groenvoorzieningen zijn hierbij opgenomen. Daarnaast zijn nutsvoorzieningen, bouwwerken ten behoeve van het verzamelen van huishoudelijke afvalstoffen en sirenevoorzieningen ten behoeve van de openbare veiligheid toegestaan.

7.3.3 Water

Al het water binnen het plangbied en van belang voor de waterhuishouding met de bijbehorende bouwwerken en andere bouwwerken, zoals bruggen en duikers vallen onder deze bestemming. Gebouwen zijn niet toegestaan.

7.3.4 Wonen

In het plangebied worden 9 grondgebonden woningen en 36 appartementen in verschillende omvang mogelijk gemaakt. Deze grondgebonden woningen en appartementen zijn verdeeld in 3 verschillende bouwklassen.

Hoofdstuk 8 Uitvoerbaarheid

8.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Het ontwerpbestemmingsplan "Wolfsbos, uitwerkingsplan Wolfsbosstraat/Buizerdlaan 2014" zal voor een periode van zes weken ter inzage liggen. In deze periode hebben belanghebbenden de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen. Op basis van de resultaten van de inspraakperiode wordt de maatschappelijke uitvoerbaarheid verondersteld.

8.2 Economische uitvoerbaarheid

Conform artikel 3.1.6. van het Besluit ruimtelijke ordening dient een onderzoek te worden verricht naar de uitvoerbaarheid van het plan. De gemeente Hoogeveen zal voor dat het plan in procedure gaat met de initiatiefnemer een anterieure overeenkomst sluiten , zodat de economische uitvoerbaarheid 'anderszins verzekerd' is.

Hoofdstuk 9 Inspraak

Het ontwerpwijzigingsplan heeft 28 augustus tot en met 8 oktober 2014 ter inzage gelegen. In deze periode is één zienswijze ingediend welke in de onderstaande nota van zienswijzen is beantwoord. Nadat burgemeester en wethouders het wijzigingsplan hebben vastgesteld bestaat de mogelijkheid voor beroep tegen het vaststellingsbesluit bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

De indieners geeft in zijn zienswijze het volgende aan:


1. Het plan leidt volgens de indiener tot onevenredige inbreuk van het woon- en leefklimaat:
a. Visuele hinder: Door in dit plan maximaal 6 lagen toe te staan voor de woning van de indiener zal visuele hinder optreden. De indiener geeft aan op dit moment een vrij(er) uitzicht te hebben en te willen behouden. Daarnaast vormt het bouwblok volgens de indiener een massaal complex dat niet passend is in de woonwijk.

Reactie gemeente: Het recht op vrij uitzicht kan volgens vaste jurisprudentie in de ruimtelijke ordening niet geclaimd worden. Het gedeelte van het nieuwe complex dat gelegen is aan de zijde van de Buizerdlaan is voor een deel vier bouwlagen hoog en voor een deel 3 bouwlagen hoog. De maximale bouwhoogte bedraagt hier 12.50 meter. Een gedeelte langs de Wolfsbosstraat wordt 6 bouwlagen hoog met een maximale bouwhoogte van 18.50 meter. De wijk Wolfsbos dateert uit de jaren '60 en '70 van de vorige eeuw en bestaat uit een mix van laagbouw, middelhoogbouw en hoogbouw. Daarom past de bouwmassa van het nieuwe complex wel binnen de woonwijk.
De zienswijze heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.


b. Geluidshinder: De indiener geeft aan dat door in dit plan de hoogte van 6 lagen toe te staan door weerkaatsing van het geluid meer geluidshinder zal optreden bij de woning.

Reactie gemeente: In het moederplan Wolfsbos 2006 is een uitwerkingsplicht opgenomen. De basis voor het uitwerkingsplan is het moederplan met alle bijbehorende onderzoeken. Voor het moederplan is een akoestisch onderzoek opgesteld (Capabel 206303-I). Het deel waarvoor de uitwerkingsplicht is opgenomen is hierin ook meegenomen inclusief hogere waarden. De geluidsbelasting als gevolg van het verkeer van de Buizerdlaan bedraagt ten hoogste 56 dB en als gevolg van het verkeer van de Wolfsbosstraat bedraagt de geluidbelasting maximaal 49 dB. Hiervoor zijn bij de vaststelling van het bestemmingsplan Wolfsbos reeds hogere grenswaarden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder (besluit van het college van B&W met kenmerk H.08.00515, d.d. 15 juli 2008). In het akoestisch onderzoek is rekening gehouden met de realisatie van een gebouw op de betreffende locatie. Conform het destijds geldende Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006 is in het akoestisch rekenprogramma rekening gehouden met reflectie, ook met betrekking tot een te realiseren gebouw.
De zienswijze heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.


c. Inrit: De indiener geeft aan dat de inrit van het gebouw vlak voor zijn woning komt te liggen. Dit zal leiden tot ernstige lichthinder door inschijnende lampen van wachtende en optrekkende auto's die naar en van de inrit komen. Dit levert een onevenredige en onaanvaardbare hinder op.

Reactie gemeente: De onderbreking in de bestaande haag wordt dicht geplant om de lichthinder zoveel mogelijk te beperken. De voertuigen die van deze inrit gebruik zullen maken zijn toe te rekenen aan de bewoners van het nieuw complex (47 wooneenheden). Rond het nieuwe complex zijn twee mogelijkheden om het terrein te verlaten. Ten eerste in oostelijke richting via de Groenling. Deze route gaat de wijk in richting winkelcentrum en aansluitend op de Sperwerlaan. De tweede route sluit aan op de weg parallel aan de Buizerdlaan. Er zijn totaal 80 parkeerplaatsen aanwezig voor het nieuwe complex. Het aantal vervoersbewegingen van en naar het complex zijn ondergeschikt ten opzichte van het aantal voertuigen op de Buizerdlaan. In het rekenmodel is voor de Buizerdlaan een intensiteit van circa 8100 voertuigen per etmaal gehanteerd. Indien elke parkeergelegenheid per dag 4x wordt gebruikt dan zal dit circa 310 bewegingen extra op leveren. Deze zijn ten opzichte van de passerende voertuigen op de Buizerdlaan niet afzonderlijk herkenbaar.


De afstand van het hart van de Buizerdlaan tot de woning van de indiener bedraagt 13 meter, terwijl de afstand tot de inrit het twee keer zo groot is. Daarbij is de snelheid van de voertuigen op de Buizerdlaan ook hoger dan ter plaatse van de inrit, zodat er een hoger geluidniveau wordt veroorzaakt door de passerende voertuigen dan door de voertuigen met een snelheid (stapvoets) ter plaatse van de inrit. Het geluidniveau van de voertuigen ter plaatse van de inrit is daarmee ondergeschikt aan de passerende voertuigen op de Buizerdlaan. Het betreft geen inrit ten behoeve van een grote parkeerplaats bij een winkelcentrum waar mogelijk voertuigen regelmatig op elkaar moeten wachten. Hier gaat het om voertuigen van bewoners van het complex van en naar de woningen.
De zienswijze heeft niet geleid tot aanpassing van het uitwerkingsplan, wel zal het inrichtingsplan aangepast worden naar aanleiding van deze opmerking.

d. Vermindering privacy: De indiener geeft aan dat de woningen op geringe afstand van zijn woning gerealiseerd gaan worden. Alle woningen zullen beschikken over een balkon. Ook wordt volgens de indiener de hoogte van het gebouw aanmerkelijk hoger dan de afgebroken woningen. De nieuwe bewoners zullen vanuit hun woning en balkons in de tuin en woning van de indiener kunnen kijken. Dit vormt een enorme aantasting van de privacy. Ook wordt het aantal woningen fors uitgebreid in vergelijking tot de afgebroken woningen.

Reactie gemeente: Onder het kopje 'visuele hinder' is deels al ingegaan op dit aspect. Verder waren in de gesloopte flat inpandige balkons aanwezig. In het nieuwe gebouw zijn het buitenbalkons. In de oude flat waren 18 woningen aanwezig die waren gericht op de Buizerdlaan. In het nieuwe gebouw zijn 14 woningen gericht op de Buizerdlaan. Het gedeelte met de 3 bouwlagen kijkt grotendeels uit op de Wolfsbosstraat en heeft aan deze zijde het balkon. Verder wordt het nieuwe gebouw in dezelfde voorgevelrooilijn gebouwd als de bestaande flats. Voor wat betreft dit punt zal de nieuwe situatie niet leiden tot een grotere inbreuk op de privacy, ten opzichte van de vroegere situatie.
De zienswijze heeft niet geleid tot aanpassing van het plan


e. Kleur: De indiener is van mening dat een fel rode kleur van het gebouw als hoofdkleur niet passend is in de wijk waar alle kleuren juist zachte tinten zijn.

Reactie gemeente: Het ontwerp is voorgelegd aan Libau (de Welstandscommissie). Libau heeft een afgewogen welstandsadvies gegeven waaruit blijkt dat het gebouw qua architectuur en kleurstelling voldoet aan de (bouw)opgave voor de hoek Buizerdlaan / Wolfsbosstraat. De opmerking dat een fel rode kleur van het gebouw niet passend is in de omgeving geeft geen reden het afgegeven welstandsadvies van een commissie met deskundigen ter zijde te schuiven.
De zienswijze heeft niet geleid tot aanpassing van het plan


2. Zorg: De indiener geeft aan dat volgens de gemeente met de voorgenomen ontwikkeling wordt ingespeeld op woningen voor extramurale zorgverlening en instellingen met intramurale zorgverlening. De voorgenomen ontwikkeling betreft een vervangende bebouwing van de bebouwingsunits bij Weidesteyn waar zorg wordt verleend. In deze situatie is er volgens de indiener geen sprake van extra capaciteit, maar met name vervanging van bestaande voorzieningen. Nergens blijkt uit dat nader onderzocht is of deze behoefte er ook daadwerkelijk is om juist op deze plek vervangende ruimte te bestemmen.

Reactie gemeente: Het was in eerste instantie de bedoeling een gedeelte van het gebouw te bouwen voor een zorgverlenende partij. Door landelijke ontwikkelingen is er geen partij gevonden die dit gedeelte van Domesta voor lange termijn wil huren. Met dit gegeven is het plan omgezet in de bouw van uitsluitend huurwoningen voor de sociale huur. De teksten in de toelichting die over zorg gaan worden bij de vaststelling van het uitwerkingsplan verwijderd.
De zienswijze heeft geleid tot aanpassing van het plan


3. Doelgroep: Volgens de indiener geeft de gemeente aan dat de nadruk komt te liggen op toevoeging van woningaanbod voor de groeigroepen: senioren en kleine huishoudens en kwaliteitszoekende gezinnen. Nergens blijkt uit dat nader onderzocht is of deze behoefte er ook daadwerkelijk is (om juist op deze plek zoveel woningen (en met een mogelijkheid van 6 lagen) te bestemmen).

Reactie gemeente: Hoofdstuk 3 van de toelichting van het vastgestelde uitwerkingsplan is mede naar aanleiding van de ingediende reactie aangepast. In paragraaf 3.1 tot en met 3.5 is omschreven op basis van welk rijks- regionaal- en/of gemeentelijk beleid deze keuze voor dit bouwplan is gerechtvaardigd.
De zienswijze heeft geleid tot aanpassing van het plan


4. Ladder voor duurzame verstedelijking: De indiener geeft aan dat nieuwe stedelijke ontwikkeling gemotiveerd dienen te worden door middel van de ladder voor duurzame verstedelijking die in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is geïntroduceerd. De indiener geeft aan dat deze motivatie niet terug komt in dit plan.

Reactie gemeente: De ladder voor duurzame verstedelijking is per 1 oktober 2012 ook als vereiste opgenomen in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Daarin is aangegeven dat een motiveringsplicht is opgenomen voor nieuwe stedelijke ontwikkelingen in bestemmingsplannen. In de toelichting van een bestemmingsplan moet hiervoor een verantwoording plaatsvinden aan de hand van een drietal opeenvolgende treden. In de paragraaf 3.2.2. van de toelichting van het vastgestelde uitwerkingsplan is dit gebeurd. De zienswijze heeft geleid tot aanpassing van het plan


5. Structuurvisie: De indiener geeft aan volgens het bestemmingsplan de nieuwbouwplannen goed passen bij de doelstelling zoals benoemd in de structuurvisie. De indiener geeft aan dat onvoldoende gemotiveerd is waarom het past. De groei van Hoogeveen wordt vrijwel geheel gevoed door de groep 65-plussers. Onvoldoende is aangegeven hoe dit complex passend is in die visie en de groei. Er is sprake van vervangende ruimtes, daar is dan geen ruimte meer voor groei. Waarmee de gemeente niet aan haar visie voldoet met dit bestemmingsplan.

Reactie gemeente: Door de structuurvisie is samenhang te lezen blijkt dat het bouwplan volledig past in de uitgangspunten van de structuurvisie 2.0. Deze geactualiseerde visie is in 2012 vastgesteld. Daarnaast is in de toelichting van het vastgestelde uitwerkingsplan nog uitgebreider ingegaan op de motivatie.
De zienswijze heeft geleid tot aanpassing van het plan


6. Uitwerkingsregels: De indiener geeft aan dat in de uitwerkingsregels drie belangrijke voorwaarden voor de nieuwbouw zijn opgenomen, waaronder de passage dat er incidenteel maximaal zes bouwlagen gebouwd mogen worden. Uit impressietekening blijkt volgens de indiener dat er geen sprake is van incidenteel zes lagen. Een heel blok van 4 woningen naast elkaar wordt zes hoog. Dat kan volgens de indiener niet als incidenteel worden bestempeld, hetgeen in strijd is met de uitwerkingsregels.

Reactie gemeente: De bebouwing binnen het projectgebied bedraagt ruim 2000 m2. Daarvan is 570 m2 zes bouwlagen hoog. Dit is 28 % van de totale bebouwing. Daarnaast werd in bestemmingsplan 'Wolfsbos 2006' geen maximum gesteld aan de hoeveelheid op te richten bebouwing. Het perceel bestemd als uit te werken woondoeleinden had voor 100% bebouwd kunnen worden. Wanneer het accent van zes bouwlagen in relatie tot de gehele uitwerkingsvlek wordt bekeken, komen we op een percentage van 8%.
De zienswijze heeft niet geleid tot aanpassing van het plan


7. Bouwhoogte en omgeving: De indiener geeft aan dat de reeds bestaande bebouwing lager was dan de beoogde bebouwing, waardoor er geen sprake kan zijn van een goede aansluiting bij de bestaande bebouwing. De hoogte van de beoogde bebouwing is 13 meter en 19 meter. De hoogte van de naastgelegen (bestaande) bebouwing is 4 lagen hoog. Van een goede aansluiting op de bestaande bebouwing in de omgeving is geen sprake.

Reactie gemeente: In de nieuwe situatie is er voor wat betreft het uitzicht van de indiener weer sprake van 4 bouwlagen. De bouwhoogte van de nieuwbouw tegenover de indiener is nagenoeg gelijk aan de afgebroken flat aan de Buizerdlaan en de nog bestaande flats. De hoogte van de nieuwbouw is ook nagenoeg gelijk aan die van de naastgelegen flats. Hierdoor is er een goede aansluiting op de bestaande bebouwing langs de Buizerdlaan.
De zienswijze heeft niet geleid tot aanpassing van het plan


8. Afwijkingsregels: De indiener is het niet eens met een aantal afwijkingregels genoemd in artikel 10 van de planregels van het ontwerpuitwerkingsplan.

Reactie gemeente: de door de indiener genoemde planregels, zijn in het vastgestelde plan verwijderd.
De zienswijze heeft geleid tot aanpassing van het plan


9. Licht: De indiener vreest dat door de hoogte van het gebouw zij op enig moment zonlicht zal missen. Er zal volgens de indiener een berekening of met de computer gemaakte schaduwstudie moeten worden opgesteld om dit goed in beeld te brengen. Dit is niet gedaan.

Reactie gemeente: Uit een schaduwstudie die is gemaakt voor het complex blijkt dat er geen sprake is van schaduwwerking op woningen langs de Buizerdlaan.
De zienswijze heeft niet geleid tot aanpassing van het plan


10. Parkeren: De indiener geeft aan dat het plan 38 appartementen en 9 grondgebonden eengezinswoningen omvat, en hiervoor een parkeernorm van 1,7 parkeerplaatsen per woning geldt. Volgens de indiener wordt niet aangegeven hoeveel parkeerplaatsen er zijn in het betreffende gebied, en is niet duidelijk of er ook rekening gehouden is met het zorgcomponent (artsen, verpleegkundigen e.d.) en bezoekers. Hierbij wordt ook verwezen naar de bouwverordening van de gemeente: Artikel 2.5.30 Parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen: Indien de omvang of de bestemming van een gebouw daartoe aanleiding geeft, moet ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's in voldoende mate ruimte zijn aangebracht in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort.

Reactie gemeente: Voor de woonwijken geldt de norm van 1.7 volgens de Parkeernota deel II. Dit betekent dat er 80 parkeerplaatsen benodigd zijn. Binnen het projectgebied worden 76 parkeerplaatsen gerealiseerd. 6 parkeerplaatsen worden gerealiseerd in het openbaar gebied (aan de Buizerdlaan. Overigens is de parkeernorm, zoals de naam al zegt, een norm en geen harde eis. De toelichting wordt voor wat betreft het noemen van het aantal parkeerplaatsen dat in het openbaar gebied worden gerealiseerd aangevuld.
De zienswijze heeft geleid tot aanpassing van het plan


11. Verkeer: Volgens de indiener is met de bouw van het complex veel meer verkeer en lawaai ontstaan. Verwijzen naar een oud rapport is dan niet zorgvuldig omdat daarin niet is meegenomen dat er sprake kan zijn van een gebouw met zes lagen. Er komen 38 appartementen en 9 woningen bij. Dat heeft invloed op het verkeer en het verkeersgeluid (ook door weerkaatsing). Het verkeer(sgeluid) op de nabij gelegen wegen zit al op het maximale niveau.

Reactie gemeente: In het moederplan Wolfsbos 2006 is richting gegeven aan het uitwerkingsplan door te stellen dat hier een appartementencomplex in minimaal twee en maximaal vier lagen, met een accent tot maximaal zes lagen gerealiseerd kan worden. Het accent van extra bouwlagen zou kunnen voorkomen dat het gebouw als 'platte doos' overkomt. Waar het mogelijke accent geplaatst wordt hangt af van de precieze invulling van het gebied en de vorm van het gebouw. In het akoestisch onderzoek dat opgesteld is voor het bestemmingsplan Wolfsbos 2006 is rekening gehouden met de realisatie van een gebouw met gedeeltelijk 6 bouwlagen op de betreffende locatie. De reflectie is in het akoestisch onderzoek verdisconteerd. Aanvullend akoestisch onderzoek is daarom niet noodzakelijk.
De zienswijze heeft niet geleid tot aanpassing van het plan


12. Onvoldoende belangenafweging: De indiener is van mening dat de motivatie voor dit plan op deze locatie vooral wordt gegeven vanuit het belang van de aanvrager en de economische belangen. Het lijkt volgens de indiener dat er geen rekening is gehouden met het feit dat de omwonenden hoge(re) gebouwen in de nabijheid van hun woning krijgen. Omdat de belangen van cliënt en omwonenden onvoldoende zijn meegewogen is er volgens de indiener sprake van een onzorgvuldig genomen besluit.

Reactie gemeente: Het voornemen om het complex in dit uitwerkingsplan mogelijk te maken is juridisch al vastgelegd in bestemmingsplan 'Wolfsbos 2006', dat op 21 augustus 2008 al is vastgesteld door de gemeenteraad van Hoogeveen. Ook sluit het te realiseren plan goed aan op de hoge bebouwing in de omgeving. Daarnaast is er op 17 februari 2014 een informatieavond gehouden waarin een ieder de mogelijkheid werd gegeven op- en/of aanmerkingen op het plan te geven. De destijds gemaakte opmerkingen hebben deels geleid tot aanpassing van het plan. Gezien het voorstaande is voldoende rekening gehouden met de belangen van de indiener.
De zienswijze heeft niet geleid tot aanpassing van het plan


13. Waardevermindering woning: De indiener geeft aan dat op grond van het voorgaande, bij het realiseren van dit bestemmingsplan en de bouw zijn woon-en leefklimaat zal verslechteren. Dit zal van invloed zijn op de waarde van zijn eigendom.

Reactie gemeente: Conform artikel 6.1 e.v.van de Wet ruimtelijke ordening kan een verzoek om planschade worden ingediend.
De zienswijze heeft niet geleid tot aanpassing van het plan