direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Erica, woning Hertenbaan
Status: vastgesteld
Plantype: omgevingsvergunning
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.Zaak81763-V701

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

De heer Louwes heeft een aanvraag voor een Wabo-omgevingsvergunning gedaan voor het bouwen van een woning aan de Hertenbaan te Erica. De aanvraag heeft betrekking op de onderdelen bouw en strijdigheid met het bestemmingsplan. Daarom is verzocht om de gewenste bouwmogelijkheid via één omgevingsvergunning, inclusief het deel "strijdigheid met het bestemmingsplan", te kunnen realiseren.

De aanvraag betreft het bouwen van een woning. De aanvraag is genoteerd onder Zaak 81763-2015. De bijbehorende verbeelding met de plancontour heeft het nummer NL.IMRO.0114.Zaak81763-V701.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak81763-V701_0001.jpg"

Figuur 1.1: Locatie plangebied in omgeving (rode omlijnd).

Hoofdstuk 2 Huidige situatie, beleid en planologische regeling

2.1 Ligging en huidige situatie

Voorliggende ruimtelijke onderbouwing heeft betrekking op het perceel Hertenbaan tussen huisnummer 4 en 7 te Erica, kadastraal bekend als gemeente Emmen, sectie G, nummer 7488. Het perceel is al geruime tijd in gebruik als moestuin door de aanvrager die het perceel reeds jaren in bezit heeft. Het perceel ligt aan de rand van Erica en grenst aan achterliggende agrarisch gebied.

2.2 Beleid en planologische regeling

2.2.1 Structuurvisie gemeente Emmen 2020, Veelzijdigheid troef

De Structuurvisie Emmen 2020, Veelzijdigheid Troef, is 24 september 2009 vastgesteld door de raad. Het document is opgesteld als ruimtelijke vertaling van de ambities gesteld in de Strategienota Emmen 2020, vastgesteld in de raadsvergadering van september 2001. De structuurvisie geeft de hoofdlijnen van de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Emmen weer. In de structuurvisie wordt de ruimtelijke structuur van 2020 geschetst aan de hand van een aantal thema's, te weten landschap, duurzaamheid, verkeer, werken, wonen, voorzieningen en veiligheid. Voor ieder thema is een hoofdkoers bepaald. In de omgeving waarin het voorliggend plan Erica, woning Hertenbaan, NL.IMRO.0114.Zaak81763-V701 wordt gerealiseerd zijn vooral de thema's Wonen en Voorzieningen van belang.
De Structuurvisie gemeent Emmen 2020, Veelzijdigheid troef richt zich op een accentverschuiving van kwantiteit naar kwaliteit en differentiatie van woonmilieus: De opgave ligt er om de woningvoorraad in lijn te brengen en te houden met de woonwensen van huidige én toekomstige inwoners. Dit betekent meer levensloopbestendige woningen en meer ruimte voor bouwkavels. Om ervoor te zorgen dat de woningmarkt op orde blijft, is een continue aanpassing aan de veranderende vraag geboden. Dit geldt niet alleen voor de kern van Emmen, maar ook voor de dorpen. Zo ontstaat op termijn een cyclische vernieuwing van de bestaande woongebieden.

2.2.2 Woonvisie 2012-2017

De Woonvisie 2012-2017 van de gemeente Emmen neemt voor Erica als uitgangspunt dat er 20-60 woningen aan de voorraad toegevoegd kunnen worden. De onderkant van deze bandbreedte wordt als meest realistisch gezien voor de periode 2012-2017. De woonvisie hanteert voorts de basisstrategie. Deze specifieke aandachtspunten voor het dorp zijn: Prioriteit voor de herontwikkeling van het centrumgebied en het faciliteren van al langer lopende particuliere initiatieven die een goede bijdrage leveren aan de ruimtelijke kwaliteit. In Erica wordt een lichte groei verwacht naar de behoefte aan levenloopbestendige woningen.

Op ruimtelijke kwaliteitsinpassing van het bouwplan in de bebouwde ruimte wordt nader ingegaan in Hoofdstuk 3 Planbeschrijving.

2.2.3 Bestemmingsplan

Het perceel Hertenbaan tussen huisnummer 4 en 7 te Erica is gelegen binnen het bestmmingsplan 'Erica', vastgesteld door de gemeenteraad op 24 september 2009. In dit bestemmingsplan heeft het perceel de bestemming 'Wonen Vrijstaand' zonder bouwvlak.

Het aangevraagde is in strijd met het vigerende bestemmingsplan. Een dergelijke wijziging van de bestaande regelingen heeft tot gevolg dat het opnemen van deze volledig nieuwe ontwikkelingen niet passend is. Om die reden wordt middels deze omgevingsvergunning de ontwikkeling voor het bouwen van een woning mogelijk gemaakt op het perceel.

2.2.4 Welstandsbeleid

Bouwwerken moeten voldoen aan "redelijke eisen van welstand". Een zogenaamde welstandscommissie beoordeelt bouwplannen aan de vooraf vastgestelde welstandscriteria opgenomen in de Welstandsnota. In deze nota wordt vooraf bepaald wat de redelijke eisen van welstand zijn. Dit betekent dat gekeken wordt of een bouwplan qua uitstraling wel past bij de omgeving. Het bestemmingsplan en de Welstandsnota zorgen samen voor het behoud van de ruimtelijke kwaliteit. Het bestemmingsplan geeft aan wat, hoeveel, in welke vorm en waar er gebouwd mag worden. Het welstandsbeleid geeft aan hoe het gebouw er uit mag komen te zien. Dit wil zeggen dat het welstandsbeleid moet voorkomen dat er gebouwen gebouwd worden die afbreuk doen aan de omgeving.

De welstandscommissie heeft ingestemd met het bouwplan. Het bouwplan voldoet aan redelijke eisen van welstand.

In Hoofdstuk 3 Planbeschrijving wordt nader ingegaan op het bouwplan.

2.2.5 Provinciaal beleid

Provinciale Omgevingsverordening

Het plangebied is volgens de Provinciale Omgevingsverordening gelegen binnen bestaand stedelijk gebied.

De provincie moet algemene regels formuleren gericht op bundeling van nieuwe bebouwing en zorgvuldig ruimtegebruik buiten het Bestaand Stedelijk Gebied. Deze algemene regels richten zich op de inhoud van of toelichting bij bestemmingsplannen die bewerkstelligen dat een bestemmingsplan alleen nieuwe bebouwing kan toestaan binnen het Bestaand Stedelijk Gebied, aansluitend op het Bestaand Stedelijk Gebied, of in nieuwe clusters van bebouwing daarbuiten. Daarnaast ligt binnen bestaand stedelijk gebied de verantwoordelijkheid voor kernkwaliteit bij de gemeente.

In Hoofdstuk 3 Planbeschrijving wordt nader ingegaan op de ruimtelijke inpassing van het plan.

2.2.6 Rijksbeleid

Er zijn ten aanzien van het plan geen specifieke bepalingen opgenomen in het Rijksbeleid.

2.2.7 Conclusie

De aanvraag voor het bouwen van een woning past binnen de gestelde beleidskaders. In Hoofdstuk 3 Planbeschrijving wordt nader ingegaan op de ruimtelijke inpassing van het bouwplan.

Hoofdstuk 3 Planbeschrijving

3.1 Algemeen

Het plangebied aan de Hertenbaan is gelegen in een rustige woonomgeving. De aanvrager heeft al ruime tijd het perceel in bezit en gebruikt deze als moestuin. Het bouwplan omvat de realisatie van een levensloopbestendige woning.

3.2 Bouwplan

In deze omgevingsaanvraag wordt gerealiseerd dat de aanvrager een levensloopbestendige woning mag gaan bouwen aan de Hertenbaan tussen huisnummer 4 en 7 te Erica.

De woning wordt ingepast in het straatbeeld aansluitend op de naastgelegen woonbebouwing. De oppervlakte van de woning sluit aan op die van de andere woningen waarbij aansluitend het hoofdgebouw tevens in een eenvoudige bouwvorm wordt gerealiseerd. De rooilijn van de voorgevel sluit ook aan op de naastgelegen woningen, waarbij de nieuwe woning haaks op de weg wordt gesitueerd. Verder wordt de woning uitgevoerd met een lage gootlijn en zadeldak. Wat betreft de materialen en kleurstelling wordt aangesloten bij de bestaande bebouwde omgeving (rood genuanceerd metselwerk, kap antraciet).

De woning is zodanig opgezet dat alle benodigde behoeftes om te kunnen wonen zijn gesitueerd op de bagane grond. Hierdoor wordt er voldaan aan een levensloopbestendige woning.

Het bouwplan is opgenomen als Bijlage 2.

Hoofdstuk 4 Onderzoeken

4.1 Archeologie

De aanleiding voor het opnemen van de archeologische waarden en verwachtingen in ruimtelijke plannen vloeit voort uit het Verdrag van Valletta, de Monumentenwet 1988, de Wet op de archeologische monumentenzorg 2007 en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht 2010. In de Monumentenwet is vastgelegd dat bij het opstellen van een ruimtelijke plan rekening gehouden moet worden met de archeologische waarden in de bodem en dat deze beschermd moeten worden. Daarbij gaat het zowel om aanwezige als mogelijk te verwachten archeologische waarden.

Het gebouw is volgens de archeologische beleidsadvieskaart van de gemeente Emmen gelegen in een gebied met een lage verwachting van archeologische waarden.

Gebieden met een lage archeologische verwachting zijn gebieden waar de kans op het aantreffen van archeologische sporen zeer klein wordt geacht.Om deze reden is er geen archeologisch onderzoek uitgevoerd.

4.2 Ecologie

De Flora- en Faunawet is in werking getreden op 1 april 2002. Op grond van de wet geldt een algemeen verbod voor het verwijderen van beschermde plantensoorten en het beschadigen of verstoren van voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van beschermde diersoorten.

Geconcludeerd kan worden dat voor de ontwikkeling van het perceel voor woningbouw geen bezwaar zijn vanuit de Flora- en faunawet. Er zijn geen beschermde planten en dieren aangetroffen op het perceel of soorten waarvan de aanwezigheid kan worden aangetroond.

De Flora- en fauna quickscan is toevoegd als Bijlage 3

4.3 Milieu

4.3.1 Vormvrije m.e.r.

In het Besluit m.e.r. zijn drempelwaarden opgenomen voor wanneer er een m.e.r. of m.e.r.-beoordeling moet worden uitgevoerd. Sinds de wijziging van het Besluit op 1 april 2011 is een beoordeling van een activiteit die op de D-lijst van het Besluit m.e.r. voorkomt noodzakelijk, ook al ligt de omvang van de activiteit (ver) onder de drempelwaarde.

In voorliggend plan komen geen activiteiten voor die voorkomen op de D-lijst van het Besluit m.e.r.. Vanwege de afwezigheid van die activiteiten hoeft geen (vormvrije) m.e.r. -beoordeling plaats te vinden.

4.3.2 Bodem

De aanwezigheid van bodemverontreiniging kan gevolgen hebben voor het gebruik van de locatie. Niet alleen kan dit betekenen dat op het perceel gebruiksbeperkingen liggen. Ook kan het zo zijn dat de bodemverontreiniging de bestemming van de locatie in de weg staat. Het nemen van saneringsmaatregelen of het verwijderen van de bodemverontreiniging kan deze belemmering weer opheffen.

De omgevingsaanvraag betreft het bouwen van een woning. Hiervoor is een verkennend milieukundig bodemonderzoek uitgevoerd. Uit dit onderzoek is gebleken dat de boven- en ondergrondse monsters geen verhoogde achtergrondwaarde en/of detectiewaarde is aangetroffen. Indicatief is de vrijkomende grond getoetst aan de Nota bodembeheer van de gemeente Emmen en voldoet de grond aan de bodemkwaliteitsklasse 'Achergrondwaarde'.

Conclusie van het onderzoek is dat de onderzoeksresultaten geen aanleiding geven tot het uitvoeren van vervolgonderzoek, omdat de gemeten concentraties kleiner zijn dan de betreffende interventiewaarde. De resultaten vormen geen milieuhygiënische belemmering voor de geplande nieuwbouw werkzaamheden op het terrein.

Het Verkennend bodemonderzoek is toevoegd als Bijlage 4.

4.3.3 Geluid

Regels ten aanzien van geluidhinder zijn vastgelegd in de Wet geluidhinder (Wgh). Het doel van de Wet geluidhinder is tweeledig. Enerzijds de bescherming van het milieu en anderzijds de bescherming van de volksgezondheid. Bepalend is steeds de situering van geluidsbronnen ten opzichte van geluidsgevoelige bestemmingen zoals woningen en scholen. De Wgh gaat uit van zones langs wegen, spoorwegen en industrieterreinen. Binnen dergelijke zones zijn nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen alleen toegestaan indien de geluidsbelasting op de buitengevel onder of hoogstens gelijk is aan de voorkeursgrenswaarde. Ontheffing van de voorkeursgrenswaarde is toegestaan indien maatregelen om de geluidsbelasting op de buitengevels te beperken niet mogelijk zijn of onvoldoende helpen en indien aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.

De woning ligt niet binnen een zoneplichtige weg. De Hertenbaan is een 30 km/uur weg. Voor wegen met een maximumsnelheid van 30 km per uur geldt geen geluidszone zoals bedoeld in de Wet Geluidhinder. Daarnaast betreft het een doodlopende weg. Het is aannemelijk dat voldaan wordt aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB.

Verder ligt het plan niet binnen de wettelijke zone van een industrieterrein of spoorweg. In de nabije omgeving zijn geen bedrijven aanwezig.

4.3.4 Lucht

De wijze van berekening van de concentraties luchtverontreinigende stoffen is vastgelegd in de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007. Omdat er geen significante ontwikkelingen in het plangebied of rondom het plangebied gepland zijn, zal de concentratie van de NOx en fijnstof niet veranderen. Hierdoor betekent de luchtkwaliteit geen belemmering voor het verlenen van een omgevingsvergunning.

4.3.5 Externe veiligheid

Externe veiligheid beschrijft de risico's die ontstaan als gevolg van opslag of handelingen met gevaarlijke stoffen. Dit kan betrekking hebben op inrichtingen (bedrijven), transportroutes en buisleidingen. Binnen en nabij het plangebied zijn geen bedrijven, transportroutes en buisleidingen gelegen waarbij rekening moet worden gehouden met het aspect externe veiligheid.

4.4 Waterparagraaf

4.4.1 Ligging plangebied

Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het waterschap Vechtstromen. Uitgangspunt is dat bij een bouwplan moet worden voorkomen dat er grond- of oppervlaktewateroverlast ontstaat en de kwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater niet negatief wordt beïnvloed.

4.4.2 Afvoer van water

Het beleid van de gemeente Emmen en het waterschap is gericht op afkoppelen van hemelwater van de riolering en te lozen op oppervlaktewater of zo mogelijk te laten infiltreren in de bodem. Met het bouwen van een vrijstaande woning neemt het verharde oppervlak nauwelijks toe. De woning kan worden aangesloten op het bestaande rioolstelsel. Om bodemvervuiling te voorkomen is het wenselijk om geen gebruik te maken van uitlogende materialen. Om wateroverlast in gebouwen te voorkomen wordt geadviseerd om voor een vloerpeil te kiezen dat tenminste 30 centimeter boven de weg ligt.

4.4.3 Wateradvies waterschap

De watertoets is aangevraagd bij het waterschap Vechtstromen. Op basis van deze toets is de korte procedure doorlopen. De complete watertoets is bijgevoegd als Bijlage 5.

Hoofdstuk 5 Maatschappelijke betrokkenheid

Op de gevraagde vergunning is de uitgebreide Wabo-procedure van toepassing.

De terinzagelegging van het ontwerpbesluit is op 3 december 2015 gepubliceerd in de krant Emmen.nu en de Staatscourant.

Met ingang van 4 december 2015 heeft het ontwerp van de vergunning zes weken voor een ieder ter inzage gelegen. Gedurende deze termijn zijn geen zienswijzen ingediend.

Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid

De planonwikkelingskosten komen geheel voor rekening van de aanvrager van de omgevingsvergunning. Daarmee is de economische uitvoerbaarheid voldoende geborgd.