direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Klazienaveen, woning Langestraat 40A
Status: vastgesteld
Plantype: omgevingsvergunning
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.Zaak68412-V701

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Er is een aanvraag voor een wabo-omgevingsvergunning gedaan voor het bouwen van een woning op het adres Langestraat 40A te Klazienaveen. De aanvraag heeft betrekking op de onderdelen bouw en strijdigheid met het bestemmingsplan. Daarom is verzocht om één omgevingsvergunning, inclusief het deel "afwijking van het bestemmingsplan", te kunnen realiseren.

Het bouwplan betreft de bouw van een vrijstaande woning.De aanvraag is genoteerd onder Zaak 68412-2018. De bijbehorende verbeelding met de plancontour heeft het nummer V701

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak68412-V701_0001.png"

1.1: Locatie plangebied in omgeving (zwarte pijl).

Hoofdstuk 2 Huidige situatie, beleid en planologische regeling

2.1 Ligging en huidige situatie

De voorliggende ruimtelijke onderbouwing heeft betrekking op het plangebied aan de Langestraat te Klazienaveen, tussen de adressen Langestraat 40 en 41, hierna te noemen: Langestraat 40A. Het perceel is kadastraal bekend als gemeente Emmen (EMN00), sectie I, perceelnummer 16133 . Het bouwplan betreft de bouw van een vrijstaande woning midde op het perceel.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak68412-V701_0002.png"

Figuur 2.1: Luchtfoto met locatie (rodecirkel); met geel zijn bestaande woningen aangegeven.

2.2 Beleid en planologische regeling

2.2.1 Structuurvisie gemeente Emmen 2020, Veelzijdigheid troef

Structuurvisie Emmen 2020, Veelzijdigheid Troef, is 24 september 2009 vastgesteld door de raad. Het document is opgesteld als ruimtelijke vertaling van de ambities gesteld in de Strategienota Emmen 2020, vastgesteld in de raadsvergadering van september 2001. De structuurvisie geeft de hoofdlijnen van de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Emmen weer. In de structuurvisie wordt de ruimtelijke structuur van 2020 geschetst aan de hand van een aantal thema's, te weten landschap, duurzaamheid, verkeer, werken, wonen, voorzieningen en veiligheid. Voor ieder thema is een hoofdkoers bepaald. In de omgeving waarin het voorliggend plan Klazienaveen, woning Langestraat 40A, NL.IMRO.0114.Zaak68412-V701 wordt gerealiseerd zijn vooral de thema's Wonen en Voorzieningen van belang.
Met voorliggende omgevingsvergunning wordt vervangende nieuwbouw van één woning mogelijk gemaakt. Ten aanzien van het thema wonen wordt in de structuurvisie gestreefd om de kwaliteit van de diverse woonmilieus te behouden dan wel te versterken en innoveren. Vervangende nieuwbouw voldoet hieraan.

2.2.2 Beleidsnotitie Bouwen in de linten 2018 (actualisatie)

De Beleidsnotitie Bouwen in de linten 2018 (actualisatie) is op 14 december 2017 vastgesteld door de raad. Het vormt een acutalisatie van de Beleidsnotitie Bouwen in de linten uit 2005.

In deze beleidsnotitie is de locatie Langestraat 40A aangeduid als 'Lint binnen kern.' Deze locatie komen onder voorwaarden in aanmerking voor de toevoeging van woningen. De beleidsnotitie zegt daar dit over:

“Linten binnen de kern” (rood aangeduid op kaart “Ontwikkeling Lintbebouwing”) worden gekenmerkt door geconcentreerde bebouwing: Zowel in het lint als in de directe omgeving om het lint. De linten zijn door de jaren verdicht geraakt, waardoor de fysieke ruimte voor het toevoegen van woningen beperkt is. Opvulling van de nog aanwezige open plekken heeft geen negatieve ruimtelijke gevolgen op de omgeving. Deze plekken komen dan ook in aanmerking voor bebouwing.

Bij toevoegingen dient te worden aangesloten bij de stedenbouwkundige structuren van de omgeving. Onder andere dient afstemming te worden gezocht bij aspecten als de kavelbreedte, de voorgevelrooilijn en bebouwingskenmerken ten aanzien van nokrichting, bebouwingsmassa en hoogten.

Bij de totstandkoming van de beleidsnotitie is rekening gehouden met de programmering van het woonbeleid via de Woonvisie 2018-2028. De bouwmogelijkheden op basis van de beleidsnotitie bouwen in de linten liggen verspreid over de dorpen, waarbij geen sprake is van een onverantwoord grote toevoeging aan bepaalde kernen. De bouwmogelijkheden uit Bouwen in de Linten passen binnen de kwalitatieve doelstelling van de Woonvisie dat er variatie moet bestaan in woonmilieus. Om deze redenen valt niet te verwachten dat er als gevolg van deze beleidsnotitie een verstoring op zal treden van de woonsituatie in de dorpen, waaronder Klazienaveen.

2.2.3 Bestemmingsplan

Het plangebied valt onder het in 2013 geactualiseerde en inmiddels onherroepelijke bestemmingslan "Klazienaveen" vastgesteld door de gemeenteraad op 19 december 2013. In het bestemmingsplan is het perceel bestemd als Wonen - Vrijstaand lintbebouwing.

Het aangevraagde is in strijd met het vigerende bestemmingsplan. Het toevoegen van een woning binnen het bouwvlak is niet mogelijk..

2.2.4 Algemene verklaring van geen bedenkingen

Om de gevraagde omgevingsvergunning te kunnen verlenen is het noodzakelijk dat de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen afgeeft (artikel, 2.27 Wabo, jo. artikel, 6,4 Besluit omgevingsrecht). De Algemene verklaring van geen bedenkingen, vastgesteld op 28 april 2011, voorziet in het herbouwen woningen mits de stedebouwkundige structuur niet wordt aangetast. Volgens categorie 1 is het mogelijk om medewerking te verlenen aan het herbouwen van woningen.

2.2.5 Crisis en herstelwet

Het bouwen van meer dan 11 woningen valt onder Bijlage I. als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid van de Crisis- en herstelwet. Aangezien het hier om 1 woning gaat, is de crisis- en herstelwet niet van toepassing.

2.2.6 Conclusie

De aanvraag voor de de herbouw van een woning past binnen de uitgangspunten van de Structuurvisie "Gemeente Emmen 2020, Veelzijdigheid troef".

Hoofdstuk 3 Onderzoeken

3.1 Archeologie

De aanleiding voor het opnemen van de archeologische waarden en verwachtingen in ruimtelijke plannen vloeit voort uit het Verdrag van Valletta, de Monumentenwet 1988, de Wet op de archeologische monumentenzorg 2007 en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht 2010. In de Monumentenwet is vastgelegd dat bij het opstellen van een ruimtelijke plan rekening gehouden moet worden met de archeologische waarden in de bodem en dat deze beschermd moeten worden. Daarbij gaat het zowel om aanwezige als mogelijk te verwachten archeologische waarden.

De te bouwen woning is volgens de archeologische beleidsadvieskaart van de gemeente Emmen gelegen in een gebied met een (middel)hoge verwachting op het aantreffen van archeologische waarden. Het toegestane verstoringsoppervlak bedraagt 1000 m2.Op basis van deze archeologisch verwachtingen is het voor deze nieuwbouw niet nodig om een archeologisch onderzoek uit te voeren.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak68412-V701_0003.png"

figuur 3.1:Archeologische waardenkaart (rode cirkel betreft de locatie van het bouwplan)

3.2 Ecologie

Sinds 1 januari 2017 is de Wet natuurbescherming van kracht. Deze vervangt drie wetten; de Natuurbeschermingswet 1998, de Boswet en de Flora- en Faunawet. Slechts één wet en minder regels maakt de wet overzichtelijker. Op grond van de wet geldt een algemeen verbod voor het verwijderen van beschermde plantensoorten en het beschadigen of verstoren van voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van beschermde diersoorten.

Door het bebouwen van dit perceel worden de natuurwaarden in de omgeving niet aangetast. Het perceel maakt geen deel uit van een als Habitat- en/of Vogelrichtlijn aangewezen gebied. De locatie ligt niet in of nabij een gebied waarop gebiedsbeschermingsregels van toepassing zijn. Het perceel is gelegen in de lintbebouwing.

Er is een flora- en faunaonderzoek uitgevoerd, deze is bijgevoegd als Bijlage 1 Flora- en faunaonderzoek. Het onderzoek concludeert dat overtreding van de Wet natuurbescherming kan redelijkerwijs worden uitgesloten en dat de werkzaamheden conform de projectplanning kunnen worden uitgevoerd.

3.3 Milieu

3.3.1 Vormvrije m.e.r.

In voorliggend bouwplan komen geen activiteiten voor die voorkomen op de D-lijst van het Besluit m.e.r.. Vanwege de afwezigheid van die activiteit(en) hoeft geen (vormvrije) m.e.r. -beoordeling plaats te vinden. Omdat sprake is van herbouw van een woning in stedelijk gebied, is in dit geval geen aanmeldnotitie aan de aanvrager gevraagd.

3.3.2 Bodem

De aanwezigheid van bodemverontreiniging kan gevolgen hebben voor het gebruik van de locatie. Niet alleen kan dit betekenen dat op het perceel gebruiksbeperkingen liggen. Ook kan het zo zijn dat de bodemverontreiniging de bestemming van de locatie in de weg staat. Het nemen van saneringsmaatregelen of het verwijderen van de bodemverontreiniging kan deze belemmering weer opheffen.

Bij bouwplannen dient door middel van verkennend bodemonderzoek (conform NEN 5740) de actuele bodemkwaliteit te worden vastgesteld. Aan de hand van het voorgenomen gebruik kan worden bezien of daarbij maatregelen noodzakelijk zijn.

Op 16 mei 2018 heeft Sigma Bouw & Milieu een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd op de locatie Langestraat 40A te Klazienaveen. Het rapport is opgenomen in bijlage 2.

Uit het verkennend bodemonderzoek blijkt dat de grond op basis van zintuiglijke waarnemingen geen asbestdeeltjes bevat. Het bovengrond mengmonster bevat t.o.v. de achtergrondwaarde een overschrijding kent van de tussenwaarde. dit geeft geen aanleiding voor een aanvullend onderzoek.

Het grondwater (ter plaatse van peilbuis 1) bevat een verhoogd gehalte barium en molybdeen (zware

metalen) t.o.v. de achtergrondwaarde. De verhoogd gemeten gehalten barium en molybdeen (zware metalen) in het grondwater ter plaatse van peilbuis 1 overschrijden de tussenwaardeen de bodemindex-waarde niet, en geven daardoor uit milieuhygiënische overweging, geen directe aanleiding tot het instellen van aanvullend onderzoek.

Op basis van de resultaten van het verkennend bodemonderzoek blijkt dat de locatie niet geheel vrij is van bodemverontreiniging. De grond en het grondwater ter plaatse van de geplande herbouw van een woning bevat plaatselijk verontreinigingen t.o.v. de achtergrondwaarde resp. t.o.v. de streefwaarde. De plaatselijk verhoogd gemeten verontreinigingen overschrijden de tussenwaarde niet en geven daardoor geen directe aanleiding tot het instellen van een nader onderzoek.

Op basis van de onderzoeksresultaten zijn er uit milieuhygiënische overwegingen in relatie tot de Bodemkwaliteit geen belemmeringen ten aanzien van de geplande bouw van een woning op de locatie.

3.3.3 Geluid

Regels ten aanzien van geluidhinder zijn vastgelegd in de Wet geluidhinder (Wgh). Het doel van de Wet geluidhinder is tweeledig. Enerzijds de bescherming van het milieu en anderzijds de bescherming van de volksgezondheid. Bepalend is steeds de situering van geluidsbronnen ten opzichte van geluidsgevoelige bestemmingen zoals woningen en scholen. De Wgh gaat uit van zones langs wegen, spoorwegen en industrieterreinen. Binnen dergelijke zones zijn nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen alleen toegestaan indien de geluidsbelasting op de buitengevel onder of hoogstens gelijk is aan de voorkeursgrens- waarde. Ontheffing van de voorkeursgrenswaarde is toegestaan indien maatregelen om de geluidsbelasting op de buitengevels te beperken niet mogelijk zijn of onvoldoende helpen en indien aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.

3.3.4 Lucht

De wijze van berekening van de concentraties luchtverontreinigende stoffen is vastgelegd in de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007. Omdat er geen significante ontwikkelingen in het plangebied of rondom het plangebied gepland zijn, zal de concentratie van de NOx en fijnstof niet veranderen. Hierdoor betekent de luchtkwaliteit geen belemmering voor het verlenen van een omgevingsvergunning.

3.3.5 Externe veiligheid

In het kader van regelgeving in relatie tot Externe Veiligheid zijn er geen belemmeringen voor het bouwen van een woning op of nabij deze locatie, in de vorm van gastransportlleidingen, LPG-verkooppunten, enzovoorts. De bouw vand e woning hgeeft daarmee ook geen invloed op plaatsgeonden risico's of groepsrisico.

3.4 Waterparagraaf

3.4.1 Inleiding

Uitgangspunt bij een watertoets is dat bij een bouwplan moet worden voorkomen dat grond- of oppervlaktewateroverlast ontstaat en de kwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater niet negatief wordt beïnvloed.
In deze waterparagraaf wordt beschreven hoe het huidige waterhuishoudkundig systeem ten behoeve van de nieuwe ontwikkeling is ingericht en of fysieke omstandigheden voor het gebied gelden en of speciale functies voor het plangebied gelden. Naast een beschrijving van de waterhuishoudkundige consequenties van het plan en de stedelijke wateropgave heeft het het wateradvies van het waterschap een duidelijke plaats gekregen.

3.4.2 Ligging plangebied

Het perceel Langestraat 40A te Klazienaveen is gelegen binnen de woonkern Klazienaveen in een lint langs het kanaal. Het terrein is voorbereid voor een woning met tuin . Het gebied is voormalig veengebied met een infiltratiezone. Het is daarom mogelijk om regenwater rechtstreeks in de bodem te infiltreren dan wel ter plaatse te bergen. Het bouwplan betreft geen onevenredige toename van verhard oppervlakte.

3.4.3 Waterhuishouding

Het perceel ligt in het stroomgebied Rijn-Oost en valt onder het beheersgebied van het waterschap Vechtstromen. Het waterbeleid voor dit gebied is vastgelegd in het Waterbeheerplan van waterschap Vechtstromen en in het waterplan van de gemeente Emmen.

Het verharde oppervlak neemt door de realisatie van het plan beperkt toe. Het verharde oppervlak is minder dan 1500 m2 en heeft geen schadelijke gevolgen voor de waterkwaliteit. De te herbouwen vrijstaande woning kan aangesloten worden op het bestaande rioolstelsel.

3.4.4 Wateradvies waterschap - geen waterschapsbelang

Er wordt rekening gehouden met bestaande wetten en regels op het gebied van de waterhuishouding. Er is contact geweest met het waterschap. Verder is de watertoetsprocedure doorlopen. De watertoets is opgenomen in bijlage 4.

Het waterschap Veltstromen concludeert het volgende:

Deze paragraaf Geen waterschapsbelang heeft betrekking op het plan Omgevingsvergunning Klazienaveen, woning Langestraat 40A. Het plan betreft alleen een functieverandering van bestaande bebouwing en heeft geen invloed op de waterhuishouding. Met de voorgenomen ontwikkeling zijn geen waterbelangen gemoeid. De ontwikkeling heeft geen nieuwe lozingen op oppervlaktewater tot gevolg. In het gebied is geen sprake van (grond)wateroverlast. Het waterschap Vechtstromen heeft dan ook geen bezwaren tegen de voorgenomen ontwikkeling. Deze conclusie is getrokken naar aanleiding van een digitale watertoets. Het proces van de watertoets is goed doorlopen.

Hoofdstuk 4 Planbeschrijving

4.1 Algemeen

Historie van Klazienaveen

Klazienaveen is zoals meerdere dorpen ten zuiden en oosten van Emmen, een veendorp. Het dorp is in de afgelopen honderd jaar ontstaan door de veenontginningen. Rond 1889 was de Verlengde Hoogeveense Vaart tot aan de huidige Dordsebrug gerealiseerd. Na voltooiing van het Van Echtenskanaal tot aan de Duitse grens kwam de vervening op volle toeren. Een deel van de arbeidersbevolking volgde de vervening door de regio, anderen vestigden zich langs de gegraven kanalen en trachten een bestaan op te bouwen in de turfwinning, turftransport, turfverwerkende industrie of in de landbouw. De kernen ontstonden vooral ter plekke van dwarsverbindingen op het kanaal waar winkels, kerken en openbare gebouwen goed bereikbaar waren vanuit meerdere richtingen. Zo ontstond Klazienaveen tussen de Dordsebrug en de Trambrug. Klazienaveen heeft lange tijd vrij geïsoleerd gelegen tot aan de realisatie van de tram naar Erica. Later kwam er ook een verbinding met Ter Apel.

De middenstand vestigde zich voornamelijk aan de zuidkant van het Van Echtenskanaal. Een reden hiervoor was dat de grond ten zuiden van het kanaal door de heren Van Echten uit Hoogeveen goedkoper werd verkocht dan de grond ten noorden van het kanaal.

De oorspronkelijke naam van een deel van het veengebied was Barger Oosterveen. Klazienaveen dankt zijn naam aan Klaziena, de vrouw van W.A.Scholten. De familie Scholten was eigenaar van het Smeulveen, ook wel Klazienaveen genaamd, ten oosten van Emmen. Ze hebben het Scholtenskanaal gegraven en De Purit, de Turfstrooiselfabriek Maatschappij Klazienaveen, opgericht. Daarnaast hebben ze gezorgd voor een (houten) school en kerk, een onderwijzerswoning en een kruidenierswinkel en hebben daarmee hun stempel op het dorp gedrukt.

De rol van Klazienaveen, als streekverzorgend centrum van zuidoost Drenthe, bleef ook na de voltooiing van de vervening intact. Enkele bedrijven vestigden zich na de Tweede Wereldoorlog in Klazienaveen toen het werd aangewezen als industriekern. Hierdoor groeide de behoefte aan meer woningen. Binnen enkele jaren werd het historische veenkoloniale lint omgeven door gebieden met projectmatige uitbreidingswijken. Deze grootschalige uitbreidingen vergrootten de behoefte aan voorzieningen zoals scholen, kerken, buurthuizen en dergelijke. Deze voorzieningen zijn veelal aan de achterzijde van de bebouwing aan het Van Echtenskanaal gerealiseerd, op de grens van oud en nieuw.

Ruimtelijke kwaliteit

Ruimtelijke kwaliteit wordt ervaren indien binnen een samenhang van elementen een rijkdom aan indrukken kan worden opgedaan. Kernbegrippen daarbij zijn structuur, identiteit en belevingswaarde.

De ruimtelijke basiskwaliteit bepaalt de ruimtelijke identiteit (herkenbaarheid) van woon- en verblijfsgebieden als gevolg van specifieke ruimtelijke karakteristieken. Ruimtelijke karakteristieken zijn onder andere; karakteristieke stedenbouwkundige structuren, bebouwingstypologieën en verschijningsvorm van de bebouwing. Het samenspel van verschillende gebieden met hun eigen ruimtelijke identiteit bepalen de identiteit van een kern.

Karakter van Klazienaveen

De karakteristieken van Klazienaveen zijn samen te vatten onder ;

  • een rechthoekig kavelpatroon;
  • openheid, overzicht;
  • kanalen;
  • beplante linten;
  • compactheid van het dorp;
  • groene ruimtes in het dorp;
  • herkenbaarheid van de historische linten;

Kenmerken van de ruimtelijke kwaliteit zijn in Klazienaveen zijn:

  • herkenbare rooilijnen
  • architectonische eenheden
  • relatie/invloed van de kanalen
  • groene ruimtes in het openbaar gebied beplante linten dorp

Stedenbouwkundige hoofdstructuur (woonwijken en -buurten)

Klazienaveen kent woonbuurten uit verschillende tijdperken. Qua beeldvorming en opzet zijn ze echter verschillend, onder andere door de tijd wanneer zij zijn ontstaan. Na de tweede wereldoorlog wordt Klazienaveen aangewezen als industriekern. Door de toename van nieuwe bedrijven ontstaat er ook behoefte aan meer woningen. Daarin wordt voorzien door meer projectmatige woningbouw. Daarmee wordt het oude veenkoloniale woonpatroon van individuele woningen doorbroken. Zowel aan de noordzijde als ook aan de zuidzijde van het kanaal worden open gebieden die achter de lintbebouwing liggen benut voor bebouwing, samen met de noodzakelijke voorzieningen zoals scholen, kerken, buurthuizen en dergelijke. Deze voorzieningen zijn veelal aan de achterzijde van de bebouwing aan het Van Echtenskanaal / Langestraat gerealiseerd, op de grens van oud en nieuw. In plaats van een dorp aan een kanaal met een duidelijke functie ontstaan er twee gebieden die weliswaar veel met elkaar te maken hebben maar gescheiden worden door het kanaal. Dat wordt nog eens versterkt door de drukke verkeersweg langs het kanaal. Kortom, in enkele decennia werd het historische veenkoloniale lint omgeven door gebieden met projectmatige uitbreidingswijken. In 1975 is een reconstructieplan voor het centrum van Klazienaveen opgesteld om de barrièrewerking van het kanaal en de verkeershinder te verminderen. Naar aanleiding van dat reconstructieplan zijn de langgerekte doorgaande routes verlegd en is de zigzaggende rijbaan gerealiseerd. Hiervoor en voor nieuwe relaties tussen noord en zuid zijn de overkluizingen van het kanaal gebouwd waardoor het kanaal uit het beeld verdween. In die tijd zijn tevens de bedieningshoven aan de achterzijde van de winkels gerealiseerd waardoor extra parkeer-ruimte is ontstaan aan de voorzijde van de winkels. De realisatie van Het Schip en de reconstructie van de directe omgeving van Het Schip zijn sindsdien de eerste structurele aanpassingen aan het centrum. Het Masterplan voor het centrum is als bijlage toegevoegd.

Zowel de verbindingswegen als het merendeel van de hoofdontsluitingswegen volgen het veenkoloniale kavel-, water- en wegenpatroon. Belangrijkste uitzonderingen zijn licht slingerende hoofdontsluitingswegen Kruiwerk in het zuidoostelijke kwadrant en de Planeet in het noordoosten.

De belangrijkste structuurlijnen zijn het Van Echtenskanaal NZ en Langestraat langs het kanaal. In het centrumgebied is het kanaal gedeeltelijk gedempt. Dit gebied kent een grote variëteit aan groenstructuren. Na de kruising met het Scholtenskanaal wordt de lineaire structuur met bomenrij(en) aan de kanaalzijde hervat.

De tweede belangrijke structuurlijn is de Dordsedijk. Ten noorden van de kruising met het kanaal wordt de Dordsedijk een parallelweg.

Kwadrant Zuidwest

De locaite Langestraat 40A ligt binnen Klazienaveen in het kwadrant "Zuidwest". In deze wijk is de structuur grotendeels noord-zuid en oost-west georiënteerd. Daardoor is het gebied doelmatig bebouwd. De woningen zijn merendeels aan de straat gesitueerd, afgewisseld met groenvoorziening. Deze wijk bestaat voornamelijk uit eengezinshuizen, variërend van dubbele - en rijenbouw tot vrijstaande bebouwing. Aan de zuidkant ligt Bargeroosterveen, een gebied als uitloper van Klazienaveen bestaande uit lintbebouwing.

4.2 Ligging in de omgeving

In september/oktober 2017 is een principeverzoek tot bouw van de woning door de gemeente beoordeeld. Daarbij is het volgende geconstateerd:

In de beleidsnotitie Bouwen in de linten (vastgesteld juli 2005) is de locatie aangeduid als “lint binnen kern”. De kavelbreedte bedraagt minder dan 40 meter (17 meter) . Dit betekent dat volgens deze beleidsnotitie de bouw van een woning hier onder voorwaarden mogelijk is. Het kavel, met een oppervlakte van 457 m2 en een diepte van 22 meter, is in principe geschikt voor de bouw één vrijstaande woning. De Beleidsnotitie “Bouwen in de linten” geeft enkele voorwaarden mee:

  • Passend binnen provinciale- en gemeentelijke woonbeleid;
  • Niet frustrerend voor voorgenomen ruimtelijke ontwikkelingen;
  • Geen invloed van milieuhinder;
  • Geen negatieve invloed op cultuurhistorisch waardevolle nederzettingen;
  • Geen negatieve invloed op (omgeving) van waardevolle cultuurhistorische bebouwing;
  • Uitvoering archeologische onderzoek(en);
  • Geen negatieve gevolgen voor waterhuishouding;
  • Geen aantasting van waardevolle natuurgebieden;
  • Onderzoek door ecoloog naar aanwezige flora en fauna;
  • Opstellen initiatiefnemer van planschade-risicoanalyse; (en afstemming met gedupeerden);
  • Afstemming op stedenbouwkundige kenmerken uit omgeving.

Als nader wordt gekeken naar de locatie aan Langestraat zijn in de praktijk vooral de volgende punten relevant:

  • Geadviseerd wordt om de (contouren van de) bouwplannen vooraf met de gemeente te bespreken, in elk geval met de gemeentelijk stedenbouwkundige. De gemeente zal de uiteindelijke bouwaanvraag immers gaan toetsen aan bovengenoemde randvoorwaarden.
  • Wat betreft ruimtelijke inpassing geven de in bestemmingsplan Klazienaveen (vastgesteld 19-12-2013) gestelde regels een leidraad voor wat betreft ligging en afmetingen van de beoogde woning met bijbehorende bouwwerken.
  • Boomstructuur, inrit: er dient rekening te worden gehouden (ook bij ontwerp en bouw) met de twee aanwezige bomen in het openbaar gebied.

4.3 Bouwplan

Het bouwplan houdt het bouwen van een vrijstaande woning op het kavel aan de Langestraat 40A in. De eigenaar heeft daartoe een verzoek ingediend. De bouw kan plaatsvinden conform de algemene uitgangspunten binnen het vigerend bestemmingsplan "Klazienaveen". Het bouwplan wijkt hier op één belangrijk punt van af; aan de noordgevel is sprake van een verhoogde goothoogte, boven het maximum van 3,5 meter dat op basis van de criteria in het bestemmingsplan Klazienaveen gangbaar is. De aanvrager beoogt hiermee expliciet om de woning elementen van een (voormalige) kapschuur mee te geven, met een lage goothoogte aan de zuidzijde en een verhoogde goothoogte aan de noordzijde. Bij de toekomstige herziening van het bestemmingsplan Klazienaveen zal daartoe de afwijkende verhoogde goothoogte aan de noordzijde qua maatvoering expliciet aangeduid te worden.

Hoe het plan eruit komt te zien is opgenomen in bijlage 5.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak68412-V701_0004.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak68412-V701_0005.png"

Figuur 4.2: Referentie van de te bouwen woning

Hoofdstuk 5 Maatschappelijke betrokkenheid

Op de gevraagde vergunning is de uitgebreide procedure van toepassing. De omgevingsvergunning en verzoek om hogere grenswaarde liggen gelijktijdig ter inzage.

De terinzagelegging van de ontwerpbesluiten is op 24 januari 2019 gepubliceerd in de gemeentepagina InEmmen en de Staatscourant.

Met ingang van 25 januari 2019 heeft het ontwerp van de vergunning voor zes weken voor een ieder ter inzage gelegen. Gedurende deze termijn zijn geen zienswijzen ingediend.

Op 19 maart 2019 is de vergunning verleend. Met ingang van12 april 2019 heeft de verleende vergunning met bijbehorende stukken voor zes weken ter inzage gelegen.

Bij de inpassing van de woning dient sprake te zijn van een stedenbouwkundig-, landschappelijk- en milieutechnisch inpasbare situatie. Voor wat betreft het landschappelijke dient rekening te worden gehouden met de voorkomende kenmerken. Het aanvraag is in strijd met het bestemmingsplan. Daartoe is een aanvraag gedaan tot een WABO-vergunning in strijd met het bestemmingsplan.

Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid

De planonwikkelingskosten komen geheel voor rekening van de aanvrager van de omgevingsvergunning. Daarmee is de economische uitvoerbaarheid voldoende geborgd.