Klazienaveen, woning Broekweg 29    

Toelichting     

2.1 Aanleiding     

De heer Nieters heeft een aanvraag voor een wabo-omgevingsvergunning gedaan voor het bouwen van een vrijstaande woning aan de Broekweg 29 te Klazienaveen. De aanvraag heeft betrekking op de onderdelen bouw en strijdigheid met het bestemmingsplan. Daarom is verzocht om de woningbouw via één omgevingsvergunning, inclusief het deel "afwijking van het bestemmingsplan", te kunnen realiseren. De aanvraag is genoteerd onder zaak 28516-2016. De bijbehorende verbeelding met de plancontour heeft het nummer NL.IMRO.0114.Zaak28516--V701

verplicht

Figuur 1.1: Locatie plangebied in omgeving (zwarte cirkel).

Hoofdstuk 3 Huidige situatie, beleid en planologische regeling     

3.1 Ligging en huidige situatie     

Voorliggende ruimtelijke onderbouwing heeft betrekking op het perceel ten westen van Broekweg 27 te Klazienaveen, kadastraal bekend als gemeente Emmen, sectie AF, nummer 1173. Achterop het perceel staat nog een schuur. Hoewel het perceel een woonbestemming heeft, is het als weiland of veld in gebruik, in samenhang met het achterliggende agrarisch perceel. Nu wordt om een vrijstaande woning verzocht.

verplicht

Figuur 2.1: Luchtfoto met locatie (gele markering).

3.2 Beleid en planologische regeling     

3.2.1 Structuurvisie gemeente Emmen 2020, Veelzijdigheid troef     

Structuurvisie Emmen 2020, Veelzijdigheid Troef, is 24 september 2009 vastgesteld door de raad. Het document is opgesteld als ruimtelijke vertaling van de ambities gesteld in de Strategienota Emmen 2020, vastgesteld in de raadsvergadering van september 2001. De structuurvisie geeft de hoofdlijnen van de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Emmen weer. In de structuurvisie wordt de ruimtelijke structuur van 2020 geschetst aan de hand van een aantal thema's, te weten landschap, duurzaamheid, verkeer, werken, wonen, voorzieningen en veiligheid. Voor ieder thema is een hoofdkoers bepaald. In de omgeving waarin het voorliggend plan Klazienaveen, woning Broekweg 29, NL.IMRO.0114.Zaak28516-V701 wordt gerealiseerd zijn vooral de thema's Wonen en Voorzieningen van belang.

Met voorliggende omgevingsvergunning wordt wonen in de bestaande structuur van de woonwijk mogelijk gemaakt. Ten aanzien van het thema wonen in de kernen wordt in de structuurvisie gestreefd om de kwaliteit van de diverse woonmilieus te behouden dan wel te versterken en innoveren. Het huidige plan voorziet in een versterking van het stedelijk woonmilieu. Naast de structuurvise moet rekening gehouden worden met de Woonvisie van de gemeente. In deze woonvisie wordt aangegeven dat ter vervulling van nieuwe woonbehoeften gekeken moet worden naar inbreiding. Incidentele nieuwbouw van een woning in de woonkern Klazienaveen past hierbinnen.

3.2.2 Bestemmingsplan     

De locatie ligt binnen het bestemmingsplan "Klazienaveen", vastgesteld door de gemeenteraad op 19 december 2013. In dit bestemmingsplan heeft het perceel de bestemming "Wonen - Vrijstaand kern".

Het aangevraagde is in strijd met het vigerende bestemmingsplan, want op de locatie ligt geen bouwvlak waarbinnen anders een woning gebouwd of toegevoegd zou mogen worden. Voorliggende ontwikkeling is destijds niet meegenomen in het bestemmingsplan "Klazienaveen", daar dit bestemmingsplan een actualisatie is van de huidige regelingen. Een dergelijke actualisatie van de bestaande regelingen heeft tot gevolg dat het opnemen van volledig nieuwe ontwikkelingen niet passend is. Om die reden wordt middels dit ruimtelijke plan de ontwikkeling van het bouwen van een vrijstaande woning in plaats van een dubbele woning mogelijk gemaakt.

3.2.3 Conclusie     

De aanvraag voor de bouw van een vrijstaande woning te Klazienaveen past binnen de uitgangspunten van de Structuurvisie "Gemeente Emmen 2020, Veelzijdigheid troef". Door het plan zal het stedelijke woonmilieu versterkt worden.

Hoofdstuk 4 Onderzoeken     

4.1 Archeologie     

De aanleiding voor het opnemen van de archeologische waarden en verwachtingen in ruimtelijke plannen vloeit voort uit het Verdrag van Valletta, de Monumentenwet 1988, de Wet op de archeologische monumentenzorg 2007 en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht 2010. In de Monumentenwet is vastgelegd dat bij het opstellen van een ruimtelijke plan rekening gehouden moet worden met de archeologische waarden in de bodem en dat deze beschermd moeten worden. Daarbij gaat het zowel om aanwezige als mogelijk te verwachten archeologische waarden.

het perceel aan de Broekweg 29 is volgens de archeologische beleidsadvieskaart gelegen in een gebied met (middel)hoge verwachting (waarde 4). Dit betekent dat er een (middel)hoge verwachting is op het aantreffen van archeologie. Op basis van het archeologisch beleid is in gebieden met deze verwachting een verstoringsoppervlak van maximaal 1000 m² toegestaan. De bouw van de woning zal niet leiden tot een overschrijding van dit oppervla; het kavel is 850m2 groot en zal slechts gedeeltelijk bebouwd (kunnen) worden.Door deze uitgangspunten is het voor deze bebouwing niet nodig om een archeologisch onderzoek uit te voeren.

4.2 Ecologie     

De Flora- en Faunawet is in werking getreden op 1 april 2002. Op grond van de wet geldt een algemeen verbod voor het verwijderen van beschermde plantensoorten en het beschadigen of verstoren van voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van beschermde diersoorten.

Omdat de bouw in bestaand stedelijk gebied plaatsvindt, is er geen kans dat de flora en fauna in de omgeving wordt aangetast. Om die reden is geen flora en fauna-onderzoek noodzakelijk geacht.

Wanneer er toch plannen worden ontwikkeld voor ruimtelijke ingrepen of voornemens ontstaan om werkzaamheden uit te voeren, dient vooraf goed te worden beoordeeld of er mogelijke nadelige consequenties voor beschermde inheemse soorten zijn. De initiatiefnemer is voor het onderzoek zelf verantwoordelijk. Indien uit gegevens dan wel onderzoek blijkt dat er sprake is van (een) beschermde soort(en) en het bouwwerk en/of de activiteit beschadiging of vernieling van voortplantings- of rustplaatsen dan wel ontworteling of vernieling veroorzaakt, zal de (bouw)werkzaamheid c.q. activiteit pas kunnen plaatsvinden na verlening van afwijking op grond van artikel 75 van de Flora en faunawet (FFW). Overigens geldt voor alle bouwactiviteiten er voorzorgsmaatregelen genomen dienen te worden waardoor:

  • Planning aanvang werkzaamheden buiten het broedseizoen (globaal van half maart tot begin augustus) dient plaats te vinden;
  • Een week voor de werkzaamheden beginnen, het plangebied kort gemaaid dient te worden, zodat het plangebied ongeschikt wordt voor kleine zoogdieren en ze de kans krijgen om te vluchten;
  • (wortel)schade aan de (oude) bomen wordt voorkomen en geen graafwerkzaamheden binnen de kroonprojectie van deze oude bomen kan plaatsvinden.

4.3 Milieu     

4.3.1 Vormvrije m.e.r.     

In voorliggend bouwplan komen geen activiteiten voor die voorkomen op de D-lijst van het Besluit m.e.r.. Vanwege de afwezigheid van die activiteit(en) hoeft geen (vormvrije) m.e.r. -beoordeling plaats te vinden.

4.3.2 Bodem     

De aanwezigheid van bodemverontreiniging kan gevolgen hebben voor het gebruik van de locatie. Niet alleen kan dit betekenen dat op het perceel gebruiksbeperkingen liggen. Ook kan het zo zijn dat de bodemverontreiniging de bestemming van de locatie in de weg staat. Het nemen van saneringsmaatregelen of het verwijderen van de bodemverontreiniging kan deze belemmering weer opheffen.

Ten behoeve van de bouw van de woning is een bodemonderzoek uitgevoerd door Sigma Bouw en Milieu BV en op 2 augustus 2016 is het verkennend bodemonderzoek opgeleverd, deze is toegevoegd als Bijlage 1 Verkennend bodemonderzoek. Uit de conclusie blijkt het volgende:

In de boven- en ondergrond zijn geen van de onderzochte stoffen verhoogd aangetoond.

Het grondwater is matig verontreinigd met koper en licht verontreinigd met barium, cadmium en zink. Er is een matig verhoogd gehalte koper (zware metalen) gemeten in het grondwater ter plaatse van peilbuis 1. Deze overschrijdt de tussenwaarde en geeft daardoor formeel aanleiding tot het instellen van aanvullend onderzoek.Het matig verhoogd gemeten gehalte koper is volgens het onderzoek op basis van de resultaten van de boven- en ondergrond niet te relateren en hangt naar verwachting op voorhand niet samen met een locatiespecifieke verontreiniging.

Het onderzoeksbureau adviseert om na te gaan of dergelijk verhoogde gehalten koper (zware metalen) in het grondwater in de omgeving vaker worden gemeten, dit mogelijk als gevolg van een natuurlijke achtergrondwaarde. Indien dit niet het geval is wordt aanbevolen een herbemonstering en heranalyse van het grondwater uit te voeren.

De gemeente Emmen stelt naar aanleiding van de uitkomsten van het verkennend bodemonderzoek het volgende:

Het grondwater zal moeten worden herbemonsterd om het aangetoonde gehalte boven te tussenwaarden te verifiëren. Dit onderzoek hoeft bij de terinzagelegging van het ontwerp-besluit nog niet te zijn afgerond. Voordat tot vaststelling kan worden overgegaan dient dit onderzoek echter wel te zijn afgerond en te zijn beoordeeld door de gemeente Emmen.

De eventuele vrijkomende grond is vrij toepasbaar volgens de Nota bodembeheer van de gemeente Emmen. Voor grondverzet zal een melding gedaan moeten worden bij het meldpunt bodemkwaliteit.

Conclusies naar aanleiding van nader onderzoek naar koperverontreiniging in het grondwater

Naar aanleiding van het verkennend bodemonderzoek heeft @wel/geen nader onderzoek naar de koperverontreiniging in het grondwater plaatsgevonden. @Nog toe te voegen na afronding nader onderzoek en beoordeling gemeente Emmen@

4.3.3 Geluid     

Regels ten aanzien van geluidhinder zijn vastgelegd in de Wet geluidhinder (Wgh). Het doel van de Wet geluidhinder is tweeledig. Enerzijds de bescherming van het milieu en anderzijds de bescherming van de volksgezondheid. Bepalend is steeds de situering van geluidsbronnen ten opzichte van geluidsgevoelige bestemmingen zoals woningen en scholen. De Wgh gaat uit van zones langs wegen, spoorwegen en industrieterreinen. Binnen dergelijke zones zijn nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen alleen toegestaan indien de geluidsbelasting op de buitengevel onder of hoogstens gelijk is aan de voorkeursgrens- waarde. Ontheffing van de voorkeursgrenswaarde is toegestaan indien maatregelen om de geluidsbelasting op de buitengevels te beperken niet mogelijk zijn of onvoldoende helpen en indien aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.

De te bouwen woning wordt ontsloten door de Broekweg. Dit is een weg voor bestemmingsverkeer met een maximum snelheid van 30 km per uur. Het wegdektype is klinkers. Voor wegen met een maximumsnelheid van 30 km per uur geldt geen geluidszone zoals bedoeld in de Wet geluidhinder. Om deze reden hoeft geen akoestisch onderzoek uitgevoerd te worden.

Verder ligt het bouwplan niet binnen de wettelijke zone van een industrieterrein of spoorweg.

4.3.4 Lucht     

De wijze van berekening van de concentraties luchtverontreinigende stoffen is vastgelegd in de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007. Omdat er geen significante ontwikkelingen in het plangebied of rondom het plangebied gepland zijn, zal de concentratie van de NOx en fijnstof niet veranderen. Hierdoor betekent de luchtkwaliteit geen belemmering voor het verlenen van een omgevingsvergunning.

4.3.5 Externe veiligheid     

In het kader van regelgeving in relatie tot Externe Veiligheid zijn er geen belemmeringen voor het realiseren van de vrijstaande woning op deze locatie. Immers, in de nabijheid zijn geen risicovolle activiteiten of bedrijven aanwezig en het aantal personen op deze locatie neemt niet toe.

4.4 Waterparagraaf     

4.4.1 Inleiding     

Uitgangspunt bij een watertoets is dat bij een bouwplan moet worden voorkomen dat grond- of oppervlaktewateroverlast ontstaat en de kwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater niet negatief wordt beïnvloed.

In deze waterparagraaf wordt beschreven hoe het huidige waterhuishoudkundig systeem ten behoeve van de nieuwe ontwikkeling is ingericht en of fysieke omstandigheden voor het gebied gelden en of speciale functies voor het plangebied gelden. Naast een beschrijving van de waterhuishoudkundige consequenties van het plan en de stedelijke wateropgave heeft het het wateradvies van het waterschap een duidelijke plaats gekregen.

4.4.2 Ligging plangebied     

Het perceel aan de Broekweg is gelegen in het zuidelijkwestelijke deel van Klazienaveen. Het bouwplan betreft het bouwen van een vrijstaande woning. Het bouwplan zorgt voor een beperkte toename van verhard oppervlakte (130 m2).

4.4.3 Waterhuishouding     

De percelen vallen onder het beheersgebied van het waterschap Vechtstromen. Het waterbeleid voor dit gebied is vastgelegd in onder andere het waterplan van de gemeente Emmen.

Het verharde oppervlak neemt door de realisatie van het plan beperkt toe, met 130 m2. De te realiseren woning kan aangesloten worden op het bestaande gemengd stelsel onder vrij verval. Dit stelsel kan de extra hoeveelheden huishoudelijk afvalwater aan. De riolering dient gescheiden te worden aangelegd tot aan de aansluiting op het gemengd riool op de grens met het openbaar gebied, het bouwinitiatief voorziet hier ook in. Zie ook het wateradvies van het waterschap in de volgende paragraaf

4.4.4 Wateradvies waterschap Vechtstromen     

Er wordt rekening gehouden met bestaande wetten en regels op het gebied van de waterhuishouding. Het waterschap schrijft de Normale procedure voor op basis van de aangeleverde gegevens bij de digitale watertoets op 24 augustus 2016, zie Bijlage 2 Watertoets - aangeleverde gegevens Bijlage 3 Watertoets - 1e reactie waterschap en Bijlage 4 Watertoets - afrondend advies

Bijlage 1 Volgt

Naar aanleiding van dit advies is op 25 augustus 2016 telefonisch contact opgenomen met de heer Legtenberg van het waterschap. Daarbij is het volgende overeengekomen:

  • Het waterschap stelt als voorwaarde dat al bij de bouw van de woning rekening wordt gehouden met aansluiting op een gemengd rioolstelsel in de toekomst.
  • Dit houdt in dat de hemelwaterafvoer en de vuilwaterafvoer geheel gescheiden worden aangelegd tot aan de perceelsgrens (de grens met het openbaar gebied). Op die plek dienen beide afvoeren pas aan elkaar gekoppeld te worden voor verdere aansluiting op het huidige bestaande gemengde rioolstelsel onder de Broekweg.
  • De buizen voor hemelwaterafvoer en vuilwaterafvoer dienen herkenbare afwijkende kleuren te hebben, bijvoorbeeld groen voor hemelwaterafvoer en grijs of bruin voor vuilwaterafvoer.
  • Onder deze voorwaarden kan het waterschap akkoord gaan met het plan en kan de watertoetsprocedure als afgerond worden beschouwd.

Hoofdstuk 5 Planbeschrijving     

5.1 Bouwplan     

De heer Nieters heeft een wabo-omgevingsvergunning aanvraag gedaan voor het bouwen van een vrijstaande woning aan de Broekweg 29 te Klazienaveen.

verplicht

Figuur 3: Situerring bouwplan op het perceel

verplicht

Figuur 4: Gevelaanzichten

De nieuwbouw sluit aan op de bestaande bebouwing en het huidige straat- en gevelbeeld. De kap is haaks op de weg gesitueerd. Parkeren gebeurt op eigen erf.

Het is stedenbouwkundig wenselijk om het kavel licht te verbreden aan de westzijde. Dit vereist afstemming met en instemming van de eigenaar van dit belendende perceel. Deze wens vormt echter geen beletsel voor uitvoering van het plan in zijn huidige vorm.

Hoofdstuk 6 Maatschappelijke betrokkenheid     

Op de gevraagde vergunning is de uitgebreide procedure van toepassing.

De terinzagelegging van de ontwerpbesluiten is op @2016 gepubliceerd in Emmen.nu en de Staatscourant.

Met ingang van @ 2016 heeft het ontwerp van de vergunning voor zes weken voor een ieder ter inzage liggen. Gedurende deze termijn zijn geen zienswijzen ingediend.

Bij de inpassing van de woningen dient sprake te zijn van een stedenbouwkundig-, landschappelijk- en milieutechnisch inpasbare situatie. Voor wat betreft het landschappelijke dient rekening te worden gehouden met de voorkomende kenmerken. Het aanvraag is in strijd met het bestemmingsplan. Daartoe is een aanvraag gedaan tot een WABO-vergunning in strijd met het bestemmingsplan.

Hoofdstuk 7 Economische uitvoerbaarheid     

Ten behoeve van de bouw van de woning en de benodigde procedure worden leges in rekening bij de verzoeker gebracht. De kosten voor onderzoek (bodemonderzoek) komen voor rekening van initiatiefnemer; initiatiefnemer heeft zelf in dit onderzoek voorzien. Daarmee is de economische uitvoerbaarheid voldoende geborgd.