direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Westenesch, Schietbaanweg 8
Status: vastgesteld
Plantype: omgevingsvergunning
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.Zaak24169-V701

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

De heer Bos heeft een aanvraag voor een wabo-omgevingsvergunning gedaan voor het herbouwen van een woning op het adres Schietbaanweg 8 te Emmen (Westenesch). Het doel van deze aanvraag is het herbouwen van een gedateerde woonboerderij. De aanvraag heeft betrekking op de onderdelen bouw van een bouwwerk en handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening. Daarom is verzocht om de gewenste bouw via één omgevingsvergunning, inclusief het deel "handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening", te kunnen realiseren. De aanvraag is genoteerd onder Zaak 24169-2016. De bijbehorende verbeelding met de plancontour heeft het nummer NL.IMRO.0114.Zaak24169-V701

1.2 Ligging plangebied

Het plangebied van Westenesch, Schietbaanweg 8 ligt in het noorden van Westenesch. Het wordt globaal begrensd door de agrarische percelen van Westenesch in het oosten en de Oude Schietbaanweg in het westen (zie figuur).

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak24169-V701_0001.jpg"

Figuur 1-1: De ligging van het plangebied Westenesch, Schietbaanweg 8   in de gemeente Emmen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak24169-V701_0002.jpg"

Figuur 1-2: Indicatie begrenzing plangebied.

1.3 Huidige planologische regelingen

1.3.1 Bestemmingsplan

Het perceel Schietbaanweg 8 heeft in het geldende bestemmingsplan "Westenesch" de bestemming 'Beschermd dorpsgezicht' met de aanduiding 'grondgebonden agrarisch bedrijf' (artikel 4), bestemd voor het uitoefenen van een grondgebonden agrarisch bedrijf met één bedrijfswoning met bijbehorende bouwwerken. Op het perceel wordt echter geen grondgebonden agrarisch bedrijf meer uitgevoerd. Verzocht wordt de woning te herbouwen en te gerbuiken als een zelfstandige woonfunctie.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak24169-V701_0003.jpg"

Figuur 1.3 plangebied in het bestemmingsplan "Westenesch"..

1.4 Overzicht verricht onderzoek

Ter voorbereiding van de omgevingsvergunning Westenesch, Schietbaanweg 8 zijn diverse onderzoeken verricht en adviezen gegeven. Daarnaast is er informatie gebruikt uit onderzoeken en adviezen die in een ander kader zijn uitgevoerd. De conclusies uit de onderzoeken en adviezen zijn verwerkt in de toelichting.

Ter voorbereiding van de omgevingsvergunning zijn de volgende onderzoeken verricht:

  • Akoestisch onderzoek
  • Archeologisch historisch onderzoek,
  • Verkennend milieukundig bodemonderzoek

Hoofdstuk 2 Beleid

2.1 Gemeentelijk beleid

2.1.1 Structuurvisie gemeente Emmen 2020, veelzijdigheid troef

Structuurvisie Emmen 2020, Veelzijdigheid Troef, is 24 september 2009 vastgesteld door de raad. Het document is opgesteld als ruimtelijke vertaling van de ambities gesteld in de Strategienota Emmen 2020, vastgesteld in de raadsvergadering van september 2001. De structuurvisie geeft de hoofdlijnen van de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Emmen weer. In de structuurvisie wordt de ruimtelijke structuur van 2020 geschetst aan de hand van een aantal thema's, te weten landschap, duurzaamheid, verkeer, werken, wonen, voorzieningen en veiligheid. Voor ieder thema is een hoofdkoers bepaald. Voor de omgevingsvergunning van Westenesch, Schietbaanweg 8 is vooral het thema Wonen belang.

2.1.2 Woonbeleid

De Woonvisie 2012-2017 "Thuis in Emmen" is op 20 december 2012 vastgesteld door de raad. Het beleidskader richt zich op goed wonen en leven; er is sprake van een kwalitatieve insteek. In de woonvisie wordt rekening gehouden met vergrijzing en mogelijke bevolkingskrimp. De prioriteiten in het beleid zijn: zorg voor voldoende en goede woningen voor de doelgroepen van beleid; herstructurering in relatie tot bevolkingskrimp en vergrijzing; zorg voor voldoende geschikte woningen voor senioren; duurzaamheidsmaatregelen (in het bijzonder energiebesparende maatregelen). Het accent ligt met deze prioriteiten op behoud en versterking van de bestaande woonkwaliteit. Dit komt ook tot uiting in de algemene woningbouwstrategie, waarin bij het beoordelen van nieuwe initiatieven herstructureringsprojecten prioriteit hebben. Ook van belang is dat nieuwe initiatieven en nieuw te ontwikkelen locaties/gebieden in samenhang worden bekeken.

2.1.3 Welstandsbeleid

Bouwwerken moeten voldoen aan "redelijke eisen van welstand". Een zogenaamde Welstandscommissie beoordeelt bouwplannen aan de vooraf vastgestelde welstandcriteria opgenomen in de Welstandsnota. Op 16 december 2010 heeft de gemeenteraad de Welstandsnota vastgesteld. In deze nota wordt vooraf bepaald wat de redelijke eisen van welstand zijn. Dit betekent dat gekeken wordt of een bouwplan qua uitstraling wel past bij de omgeving.
Het bestemmingsplan en de welstandsnota zorgen samen voor het behoud van de ruimtelijke kwaliteit. Het bestemmingsplan geeft aan wat, hoeveel, in welke vorm en waar er gebouwd mag worden. Het welstandsbeleid geeft aan hoe het gebouw er uit mag komen te zien. Dit wil zeggen dat het welstandsbeleid moet voorkomen dat er gebouwen gebouwd worden die afbreuk doen aan de omgeving. Het nieuwe welstandsbeleid heeft zo min mogelijk regels. Voor de meeste gebieden geldt de zogenaamde basis welstand. Alleen voor gevels die te zien zijn vanaf de openbare weg of het openbaar gebied is een welstandstoets nodig. Voor winkelcentra, het centrum van Emmen, monumenten, bijzondere gebouwen en locaties geldt uitgebreide welstand. Dit wil zeggen dat alle zijden van het gebouw moeten voldoen aan de welstandseisen.

Het bouwplan is getoets door de welstandscommissie en deze heeft op 18 april 2016 een positief advies gegevens op de ingediende woning.

2.2 Provinciaal beleid

2.2.1 Omgevingsvisie Drenthe

In de Omgevingsvisie van de provinsie Drenthe staat aangegeven dat de provincie wi dat gemeente in principe zelf mogen bepalen welke activiteiten worden toegestaan in vrijkomende agrarische bebeouwing (VAB).

Het provinciaal beleid stelt verder geen specefieke bepalingen voor een functiewijziging van vrijkomende agrarische bebouwing naar wonen.

In dit geval is er geen sprake van vestiging van een nieuwe bedrijfsactiviteit (de woonfuctie blijft gehandhaafd). Er is in dit geval wel sprake van een bouwwerkzaamheden door de herbouwen van de woning. Echter is er geen inbreuk op de ruimtelijke kwaliteit van het perceel of het omliggende gebied.

In hoofdstuk 3 en 4 wordt verder nader ingegaan op de ruimtelijke inpassing van de woning.

Geconcludeerd wordt dat de herbouw van de woning in overeenstemming is met het provinciale beleid.

2.2.2 Provinciale omgevingsverordening

In de Provinciale Omgevingsverordening vertaalt de provincie Drenthe zijn Omgevingsvisie (deels) door naar een verordening voor zover het planologisch relevante aspecten betreft. De provincie is verplicht vanuit de AMVB Ruimte een verordening voor erin opgesomde thema's te hanteren. De AMVB Ruimte bevat geen nieuw rijksbeleid, het is een 'beleidsneutrale' vertaling van de Nota Ruimte. Naast de vertaling van het rijks belang beschrijft de POV de provinciale belangen waarover de provincie duidelijkheid wil geven en of wil verankeren in op gemeentelijk niveau, middels overleg of anderszins.
De ruimtelijke kwaliteit van Drenthe wordt in de verordening op drie manieren gefundeerd: kernkwaliteiten, SER ladder en milieu- en leefomgeving. Elk van de drie elementen is terug te vinden in de bepalingen van de verordening. Waarbij deze elementen een rol spelen voor het behouden en versterken van de ruimtelijke kwaliteit (Bruisend Drenthe). Gemeenten zullen binnen de kaders van de Omgevingsvisie de kernkwaliteiten ook moeten uitwerken naar hun ruimtelijke plannen. Ze zijn daarbij gebonden aan de kaders van het provinciaal beleid welke is neergelegd in de Omgevingsvisie en uitwerkingen zoals het Cultuurhistorisch Kompas en de beleidsnota Aardkundige waarden.Bij het opstellen van de cultuurhistorische hoofdstructuur beschreven in het Cultuurhistorisch Kompas is gezocht naar een samenhangende relatie van elementen, structuren en gebieden. Aan de hand van deze structuren is de provincie opgedeeld in 10 deelgebieden. Het plangebied behoord tot deelgebied Emmen en haar Venen. De ambities behorende bij dit deelgebied richten zich op het behouden van de karakteristiek van het esdorpenlandschap. Deze karakteristiek uit zich in een zichtbare ruimtelijke samenhang tussen esdorp en es, waarbij de esdorpen en essen als een keten op de Hondsrug liggen, afgewisseld met scherp begrensde boswachterijen. Het benadrukken van het lineair patroon van hunebedden, grafheuvels en andere zichtbare en onzichtbare prehistorische relicten die samenhangen met de prehistorische route over de Hondsrug. Het vasthouden en zorgvuldig doorzetten van de ruimtelijke opzet van de esdorpen. De belangrijkste opgave voor de Hondsrug is het ontwikkelen van een integraal gebiedsperspectief om de aantrekkelijkheid van het gebied als woon- en werkplek en toeristische trekker te waarborgen voor de toekomst.

2.3 Rijksbeleid

In het rijksbeleid zijn geen specifieke bepalingen opgenomen voor een fuctiewijziging van vrijkomende agrarische bebouwing naar wonen.

Hoofdstuk 3 Ligging en huidige situatie

3.1 Ontstaansgeschiedenis

3.1.1 Kort historisch overzicht

Westenesch maakt deel uit van de zuidelijke uitloper en tevens het hoogste deel van de Hondsrug. Algemeen wordt Westenesch aangeduid als een dochter-, filiaal- of satellietnederzetting van het dorp Emmen. Het ontstaan en de ontwikkeling van Westenesch valt geheel binnen het historisch- cultuurlandschappelijk kader van het Drentse esdorpenlandschap. In deze historische context is er vanouds sprake van een functionele en ruimtelijke relatie tussen Westenesch en het moederdorp Emmen. In oorsprong gaat de relatief jonge esnederzetting Westenesch naar alle waarschijnlijkheid terug op de aanleg van één of enkele hoeven in de 12de - 14de eeuw na Christus. Westenesch is sedertdien uitgegroeid tot een min of meer lineaire esrandnederzetting langs het Emmer escomplex.

De ligging van Westenesch aan het escomplex met zijn aanwezige landschappelijke waarden en de inrichting van het gebied door mensen maken de samenhang ervan tot een ook in landschappelijk opzicht belangrijk gebied. De uitgevoerde ruilverkaveling en de aanleg van de Frieslandweg heeft op het aangrenzende landschap een nadelige invloed gehad. Hierdoor is de historisch-landschappelijke waarde in hoge mate en de visueel landschappelijke kwaliteit in mindere mate achteruitgegaan. Ondanks deze ingrepen hebben Westenesch en de omliggende essen hun oorspronkelijk karakter grotendeels behouden.

3.1.2 Aanwijzing beschermd dorpsgezicht

Het plangebied valt net buiten het gebied dat is aangeduid als beschermd dorpsgezicht. Wel valt het binnen het bestemmingsplan "Westenesch" onder de bestemming 'Beschermd dorpsgezicht'.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak24169-V701_0004.jpg"

figuur 4.1: Grens 'Beschermd dorpsgezicht'

Bij besluit van 17 december 1991 is Westenesch als beschermd dorpsgezicht aangewezen. In de toelichting op de aanwijzing zijn over de historische en ruimtelijke karakteristiek van Westenesch de volgende belangwekkende passages opgenomen:

“De vroeg -middeleeuwse bewonings- en nederzettingsgeschiedenis heeft uitsluitend betrekking op het zandgebied, in het onderhavige geval de twee zandruggen. Uitgestrekte, ontoegankelijke hoogvenen omgeven de smalle schiereilanden tot ver in de 19de eeuw. De basisstructuur van het historische cultuurlandschap in Drenthe wordt vastgelegd in de Karolingische Tijd (omstreeks de 8de en 9de eeuw na Christus).
De opbouw van het 'traditionele' esdorpeniandschap is gebaseerd op het centrale principe van de 'escultuur' in het toenmalige landbouwsysteem. Vanaf de 9de eeuw is er sprake van permanente bewoning-skernen, de es- of brinkdorpen én aangrenzende, eveneens permanente bouwlandcomplexen of essen. De esdorpen Emmen, Barge en Weerdinge dateren uit de beginfase van deze ontwikkeling. De kernen groeien uit tot zelfstandige esdorpen met een eigen dorpsterritoir of 'marke'. Emmen wordt het centrale hoofd- en kerkdorp binnen het gelijknamige kerspel.”

“Uitbreiding van de dorpen komt tot stand door splitsing van de oorspronkelijke erven en nieuwe vestigingen langs brinken, uitvalswegen en esranden. Westenesch is ontstaan uit een afsplitsing van het moederdorp Emmen. De nieuwe vestiging vindt plaats aan de overzijde van het Emmer bouwlandcomplex, ofwel westelijk van de es. De naamsoorsprong van Westenesch is hiermee duidelijk."

"Tot op heden wordt de es door de enigszins bolle vorm in visuele zin geaccentueerd. Het moederdorp Emmen ligt op het oostelijke helIingsgebied tussen de es en de oostelijke dalzone (Emmer- en Bargermeer). Westenesch ligt op het westelijk overgangsgebied tussen de es en de stroomdalgronden van de Sleener Stroom.
Aanleiding tot de 'kolonisatie' is naar alle waarschijnlijkheid de behoefte aan nieuw -te ontginnen-bouwland en/of groenland. In elk geval zijn delen van de bouw- en groenlanden kennelijk' ver van Emmen komen te liggen, dat het praktischer is om enkele hoeven te verplaatsen,."

"Alleen in kerkelijke en formeel bestuurlijke zin is het niet tot een definitieve afscheiding van Emmen gekomen. In het agrarisch functioneren is Westenesch evenwel geheel zelfstandig. Met recht kan gesproken worden van de zelfstandige es- of brinknederzetting Westenesch. Zo blijkt de buurschap in 1427 zonder enige moeite aanspraak te kunnen maken op een eigen deelgebied van de met Emmen gemeenschappelijke marke. Omstreeks 1650 is Westenesch uitgegroeid tot een aanzienlijk en binnen het kerspel relatief welvarend dochterdorp van Emmen. De buurschap beschikt over 40 % van het bouw- en groenland van de gemeenschappelijke marke. In die tijd telt Westenesch dertien 'huizen', waaronder een tiental landbouwbedrijven. Omstreeks 1800 is dit aantal verdrievoudigd."

3.1.3 Historisch karakteristiek Westenesch

"Westenesch ligt aan de rand van de 'Emmer Nesch' op de overgang naar 'het Wester veld'. De hoofdverbinding tussen Emmen en Westenesch loopt door de zuidoost-noordwest gerichte bewoningskern. In westelijke richting bereikt deze weg, via het veld en de 'Emmer Landen', ter plaatse aangeduid als 'Emer hooy Dyck', de Sleener Stroom. Een andere verbindingsweg, de huidige Heirweg, loopt in zuidelijke richting langs de es naar 'Noordbergen'. De boerderijen in de bewoningskern van 'West Nesch' zijn -voor een deel in clusters gegroepeerd- vooral zuidwestelijk van de doorgaande wegen en veedriften gesitueerd. De esrand zèlf noordoostelijk van de wegenstructuur, is slechts incidenteel bebouwd. Voorts zijn langs de straten van de kern zeer duidelijk de goorns, waaronder de 'lienstukken' of vlasakkertjes. weiden en inscharingskarnpen te onderscheiden.
Brede boomwallen en verspreide bosopstanden, waaronder mede begrepen brinken en brinkachtige ruimten completeren de plattegrondsvorm."

“Sedert 1800 zijn de plattegrondskenmerken van de nederzetting tot op heden zeer resistent gebleken. De meest ingrijpende wijziging ten aanzien van de bewoningskern betreft de uitbreiding en verdichting van de agrarische bebouwing, De 'eenhuizige' boerderijen in de vroeg 19de-eeuwse situatie worden uitgebreid met schuren, schaapskooien, stookhutten of bakhuisjes. Het aantal landbouwbedrijven neemt gestaag toe. Ook de noordoostelijke esrand raakt bebouwd, zij het dat het in tegenstelling tot de zuidelijke sector van de hoofdweg “Westenesscherstraat” niet heeft geresulteerd in een aaneengesloten bebouwing.
Vooral na de Tweede Wereldoorlog breidt de landelijke woonbebouwing zich uit. Door de subrecente saneringsprocessen in de landbouw hebben steeds meer boerderijen een overwegende woonbestemming gekregen. De grootste wijzigingen sedert de 19de eeuw doen zich voor in het 'buitengebied', met name ten aanzien van de veld- en groengronden. Omstreeks 1855 wordt in de zuidoostelijke randzone langs de bewoningskem het Oranjekanaal aangelegd, ten behoeve van de ontginning van de zuidoostelijke veengebieden.
De grootschalige ontginningen van de veldgronden dateren vooral van rond het midden van de 20ste eeuw. Het centrale esgedeelte heeft het historisch bepaalde open karakter behouden. Sedertdien ligt Westenesch perifeer afzijdig van de doorgaande wegen.”

De oospronkelijke woning was aangeduid als een 'structuurbepalende bebouwing'. Voor de als 'structuurbepalende bebouwing' aangewezen gebouwen dient zowel de ligging van de gebouwen ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de weg, alsmede de huidige hoofdvorm, die bepaald wordt door de goothoogte, nokhoogte, inhoud en dakvorm, te worden gehandhaaft.Bij de herbouw van de woning wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met deze kenmerken. Zo wordt de nieuwe woning qua ligging van andere gebouwen en ten opzichte van de weg gehandhaaft. Ook wordt de nokrichting gelijk als de oorspronkelijke woning. De goothoogte heeft een hoogte van 1,9 m om de oorspronkijke goot hoogte zoveel mogelijk te evenaren, maar wel danig dat er wel voldaan kan wroden aan de eisen van het bouwbesluit.

Volgens de aanwijzing is het beschermingsbelang van Westenesch gebaseerd op het relatief gave, oorspronkelijke agrarische karakter van de nederzetting. Om die reden zal een groot deel van de kern Westenesch in dit plan een bijzondere bescherming krijgen. Westenesch als beschermd dorpsgezicht omvat de in of meer lineaire esrandnederzetting met de Westenescherstraat als centrale as. Daaronder is mede begrepen de bebouwing ter plaatse van de secundaire wegenstructuur aan beide uiteinden van de hoofdas. de grens loopt verder, voor zover dat mogelijk is, langs de achter grenzen van de percelen welke vallen binnen de aangegeven hoofdstructuur. Het gebied van het aangewezen beschermd dorpsgezicht in dit plan met enkele ondergeschikte toevoegingen integraal als gelijknamige bestemming overgenomen.

Een beschermd dorpsgezicht, zeker dat van een esrandnederzetting, kan niet los worden gezien van het omringende landschap en de waarden daarvan. De toelichting bij de aanwijzing spreekt in dat verbadn over: "Geconstateerd moet worden dat het dorpsgezicht feitelijk niet valt te isoleren uit de historische-landschappelijke context van het aangrenzende esdorplanschap. De ruimtelijke karakteristiek van dit omringende landschap, vooral gelegen in afpecten van openheid en reliëf, moet mede van belang worden geacht voor het herkenbaarheid van de historische ruimtelijke waarde van eht beschermde dorpsgezicht." De esgronden rondom Westenesch zijn nu planologisch geregeld in het bestemmingsplan voor het buitengebied. De plan wordt herzien en bij de begrenzing worden de gronden rond Westenesch buiten de berziening gehouden.

De aanwijzing tot beschermd dorpsgezicht houdt geenszins een algehele bevriezing in. Zij heeft slechts als doel om door het scheppen van de uiste stedebouwkundige maatregelen de basis te leggen voor behoud, verstreking èn ontwikkeling van het unieke karakter van deze esrandnederzetting

Hoofdstuk 4 Beschrijving ontwikkeling

4.1 Algemene planbeschrijving

De eigenaar van het perceel Schietbaanweg 8 heeft een omgevingsvergunning ingediend voor het herbouwen van de woning aan de Schietbaanweg 8 te Emmen (Westenesch).

De oorspronkelijke woning is reeds gesloopt en zal worden herbouwd. In de nieuwe situatie verschuift de voorgevel met 3,5 m naar achteren ten opzichte van de oorspronkelijke woning. De nokrichting blijft gehandhaaft. Ook blijft de gevelrichting behouden. Hierdoor blijft de bebouwingsstructuur ter plaatse gehandhaafd. De goot- en bouwhoogte + hoofdvorm van de nieuwe woning zijn passend in een landelijke omgeving en zijn vergelijkbare met andere situaties.

De bebouwde oppervlakte neemt met ca. 65 m2 toe (exclusief de carport). Een oppervlakte van 227 m2 voor het woongebruik is niet ongebruikelijk in landelijke woonsituaties als deze. De carport wordt hierbij beschouwd als een ondergeschikt ruimtelijk onderdeel van het geheel.

De welstand heeft op 18 april 2016 een positief advies gegeven voor het huidige ontwerp.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak24169-V701_0005.jpg"

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak24169-V701_0006.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak24169-V701_0007.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak24169-V701_0008.jpg"

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak24169-V701_0009.jpg"

Hoofdstuk 5 Onderzoeken

5.1 Archeologie en monumenten

5.1.1 Algemeen

De gemeente Emmen heeft archeologie beleid vastgesteld, d.d. 30 mei 2013. Hiervoor is een archeologische beleidsadvieskaart gemaakt met daarbij een rapport, dit rapport dient als toelichting op de kaart. Het doel van deze documenten is om aan te geven wat de kern vormt van het archeologie beleid en waar de beleidskeuzes zijn gemaakt. De verschillende archeologische waarden en verwachtingen en de maatregelen die daaraan zijn gekoppeld zijn in gemeentelijk archeologische beleidsadvieskaart vertaald naar diverse categorieën "Waarde - Archeologie" in het bestemmingsplan. Met de vertaling is op eenvoudige wijze voor het gehele gebied van de gemeente Emmen in beeld gebracht of archeologische waarden in het geding zijn of kunnen zijn en zo ja, op welke manier daarmee dient te worden omgegaan, tabel 1 geeft de onderverdeling van de vier gemaakte categorieën weer.

Categorie   Archeologische waarden   Oppervlakte   Diepte   Drainage  
Rijksmonument   Beschermd   -   -   Verbod  
Waarde - Archeologie 1   Zeer hoge archeologische waarde   0 m2   30 cm + 10 cm   Verbod  
Waarde - Archeologie 2   (zeer) (hoge) archeologische waarde   100 m2   30 cm + 10 cm   Verbod  
Waarde - Archeologie 3   Middelhoge of hoge verwachting   1000 m2   30 cm + 10 cm   Verbod  
Waarde - Archeologie 4   Middelhoge of hoge verwachting   1000 m2   30 cm + 10 cm   Toegestaan  

Tabel 1: Onderverdeling van archeologische waarden.

5.1.2 Archeologische waarden in het plangebied

Westenesch, Schietbaanweg 8 is volgens de beleidskaart gelegen in een gebied met archeologische waarde 2 en 3. De herbouw van de woning valt binnen archeologische waarde 2.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak24169-V701_0010.jpg"

figuur 3.1: Uitsnede archeologische beleidskaart, plangebied gelegen in waarde - archeologie 2.

Deze waarde houdt in dat:

Gebieden gecategoriseerd als Waarde - Archeologie 1 en 2 zijn terreinen met als behoudenswaardig gekwalificeerde archeologische resten. Deze terreinen zijn door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en de provincies samengesteld en op de Archeologische Monumentenkaart (AMK) opgenomen. Emmen heeft in totaal 96 AMK terreinen (waaronder de 37 beschermde monumenten), overwegend gelegen op de Hondsrug. Het uitgangspunt is om de aanwezige archeologische resten zoveel mogelijk in de bodem te behouden.

Onder Waarde - Archeologie 2 vallen terreinen van (hoge) archeologische waarde, door het Rijk en de provincie aangewezen. Deze terreinen bestrijken veelal een groot oppervlak. Te denken valt aan grafvelden, nederzettingsterreinen, celtic fields, bundels karrensporen schansen,de historische kernen van Emmen, Noordbarge, Zuidbarge, Westenesch, Schoonebeek, Weerdinge en Roswinkel, de buffers van 50 meter rondom de AMK-terreinen,etc. Gelet op de omvang van deze sporen en structuren, hebben beperkte bodemingrepen een aanvaardbare invloed op het bodemarchief. Voor Waarde - archeologie 2 is een minimumoppervlak voor bodemverstoringen opgenomen van 100 m² en een diepte van 30 cm onder maaiveld.

De werkzaamheden die gaan plaatsvinden in het plangebied houden in dat hier een archeologisch onderoek moet plaats vinden, om die reden is een nader onderzoek van de omgeving noodzakelijk geacht. Op 23 oktober 2015 heeft MUG Ingenieursbureau b.v. een archeologisch bureau- en booronderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek is bijgevoegd als Bijlage 1 Archeologisch onderzoek.

5.1.3 Conclusie

Op grond van de resultaten van het onderzoek acht MUG Ingenieursbureau een archeologisch vervolgonderzoek wel noodzakelijk.

Gezien de aanwezigheid van een deels intacte bodemopbouw, en de nabijheid van een hunebed geldt voor het onderzoeksgebied een hoge tot middelhoge trefkans op archeologische resten. Daarom beveelt MUG Ingenieursbureau aan om een archeologisch vervolgonderzoek op de locatie uit te voeren. Dit onderzoek kan bestaan uit de archeologische begeleiding, protocol opgraven van de sloop van de fundamenten van de woning en het uitgraven van de bouwput voor de nieuwbouw. Voor dit vervolgonderzoek is een door het bevoegde overheid goedgekeurd Programma van Eisen (PvE) noodzakelijk. Ook kan overwogen worden het terrein op te hogen en de funderingswijze zodanig aan te passen dat de bodem niet dieper dan 30 cm-mv veerstoord wordt. Op deze wijze wordt de bodemlaag met archeologische potenties niet bedreigd en is mogelijk geen archeologisch vervolgonderzoek noodzakelijk. Bovenstaande aanbevelingen dienen te worden getoetst en goedgekeurd door de bevoegde overheid, in deze de gemeente Emmen door middel van een selectiebesluit.

5.2 Ecologie

5.2.1 Flora en Fauna

De Flora- en Faunawet is in werking getreden op 1 april 2002. Op grond van de wet geldt een algemeen verbod voor het verwijderen van beschermde plantensoorten en het beschadigen of verstoren van voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van beschermde diersoorten.

Door het herbouwen op het perceel wordt de natuurwaarden in de omgeving niet aantasting. Het perceel maakt geen deel uit van een als Habitat- en/of Vogelrichtlijn aangewezen gebied. Dat geldt eveneens voor de Ecologische Hoofdstructuur. De locatie ligt niet in of nabij een gebied waarop gebiedsbeschermingsregels van toepassing zijn. Het perceel wordt buiten de woning volleidg gebruikt als tuin en terras.

5.3 Externe veiligheid

Externe veiligheid beschrijft de risico's die ontstaan als gevolg van opslag of handelingen met gevaarlijke stoffen. Dit kan betrekking hebben op inrichtingen (bedrijven) of transportroutes. Binnen en nabij het plangebied zijn geen bedrijven of transportroutes gelegen waarbij rekening moet worden gehouden met het aspect externe veiligheid.

5.4 Milieu

5.4.1 Vormvrije m.e.r.

In het Besluit m.e.r. zijn drempelwaarden opgenomen voor wanneer er een m.e.r. of m.e.r.-beoordeling moet worden uitgevoerd. Sinds de wijziging van het Besluit op 1 april 2011 is een beoordeling van een activiteit die op de D-lijst van het Besluit m.e.r. voorkomt noodzakelijk, ook al ligt de omvang van de activiteit (ver) onder de drempelwaarde.

In het voorliggend omgevingsvergunning Westenesch, Schietbaanweg 8 komen geen activiteiten voor die voorkomen op de D-lijst van het Besluit m.e.r.. Vanwege de afwezigheid van die activiteit(en) hoeft geen vormvrije m.e.r. -beoordeling plaats te vinden.

5.4.2 Bedrijven en milieuzonering

In de omgeving is een aantal agrarische bedrijven gelegen. Een woning met een woonbestemming leidt ten opzichte van een bedrijfswoning op een grondgebonden agrarische bedrijfsbestemming niet tot verzwarende nadelige effecten voor omliggende agrarische bedrijven. In beide situaties moet worden voldaan aan dezelfde normen ten aanzien van de aspecten geluid, geur en fijnstof.

De nieuwe woning op Schietbaanweg 8 wordt 3,5 meter naar achteren geplaatst ten opzichte van de oorspronkelijke woning. Hierdoor wordt de afstand tot de dichtsbijzijnde agrarische bedrijf aan de Oude Schietbaanweg 6 vergroot. Op de locatie Oude Schietbaanweg 6 is een akkerbouwbedrijf gevestigd.

Het agrarisch bedrijf op de locatie Oude Schietbaanweg 6 valt per 1 januari 2013 onder het Activiteitenbesluit. Deze vormt voor het bestaande bedrijf op de locatie Oude Schietbaanweg 6 het juridische toetsingskader met betrekking tot de geldende milieuhygiënische bepalingen. Door deze bepalingen worden nadelige milieugevolgen ten gevolge van de inrichting op de omgeving zoveel mogelijk voorkomen danwel beperkt.

Geconcludeerd wordt dat er een goed woon- en leefklimaat gegarandeerd kan blijven voor de woning op het perceel Schietbaanweg 8 en dat er geen sprake is van aantasting van gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen.

5.4.3 Bodem

Het college van burgemeester en wethouders heeft op 5 maart 2013 de Beleidsregel Bodemkwaliteit vastgesteld.
Om de kwaliteit te waarborgen, moet grondverzet worden gemeld.bij het landelijke meldpunt:. Om het verplaatsen van grond te vereenvoudigen, heeft de gemeente Emmen een aantal kaarten ontwikkeld. Deze bodemkwaliteitskaarten zijn als bijlage in de Nota Bodembeheer opgenomen. Aan de hand van deze kaarten is het mogelijk om zonder voorgaand onderzoek grond te ontgraven en toe te passen.
Partijen grond en baggerspecie die niet voldoen aan de bodemkwaliteitskaart en de Nota Bodembeheer van de gemeente Emmen mogen alleen worden toegepast als er sprake is van een nuttige toepassing. Is het werk niet 'nuttig', dan is er sprake van het zich ontdoen van afvalstoffen. Tijdelijke opslag en grootschalige toepassingen van grond en bagger zijn vormen van 'nuttig' gebruik. Tijdelijke uitname zijn werkzaamheden waarbij de grond na korte tijd weer teruggebracht wordt. Een voorbeeld is het graven van een sleuf voor kabels en leidingen. In dat geval hoeft de kwaliteit van de te ontgraven bodem niet onderzocht te worden, tenzij er sprake is van (een verdenking van) bodemverontreiniging.

5.4.3.1 Bodemonderzoek

Voor deze omgevingsvergunning is op 7 juli 2015 een verkennend milieukundig bodemonderzoek uitgevoerd door Sigma bouw& Milieu. Dit onderzoek is toegevoegd als Bijlage 2 Bodemonderzoek

Op basis van de resultaten van het verkennend bodemonderzoek blijkt dat de locatie niet vrij is van bodemverontreiniging.

De grond ter plaatse van de onderzoekslocatie bevat plaatselijk verontreinigingen t.o.v. de achtergrondwaarde. De plaatselijk verhoogd gemeten verontreinigingen overschrijden de tussenwaarde niet, daarnaast geldt voor de verhoogd gemeten gehalten een humane risico-index <1 waardoor de verhoogd gemeten verontreinigingen geen aanleiding geven tot het instellen van een nader onderzoek.

De onderzoeksresultaten stemmen niet geheel overeen met de gestelde hypothese, de vooraf gestelde hypothese 'onverdacht' dient formeel verworpen te worden. Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat er beïnvloeding van de bodemkwaliteitheeft plaatsgevonden.

Op basis van de onderzoeksresultaten zijn er uit milieuhygienische overwegingen in relatie tot de bodemkwaliteit, naar onze mening,geen belemmeringen ten aanzien het huidige bodemgebruik van de onderzoekslocatie.

Opgemerkt wordt dat de conclusiesbetrekking hebben op de chemische gesteldheid van de bodem (excl. asbest). Een asbestonderzoek conform de NEN 5707 maakt geenonderdeel uit vand escope van onderhavig onderzoek.

5.4.4 Geluid

Regels ten aanzien van geluidhinder zijn vastgelegd in de Wet geluidhinder (Wgh). Het doel van de Wet geluidhinder is tweeledig. Enerzijds de bescherming van het milieu en anderzijds de bescherming van de volksgezondheid. Bepalend is steeds de situering van geluidsbronnen ten opzichte van geluidsgevoelige bestemmingen zoals woningen en scholen. De Wgh gaat uit van zones langs wegen, spoorwegen en industrieterreinen. Binnen dergelijke zones zijn nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen alleen toegestaan indien de geluidsbelasting op de buitengevel onder of hoogstens gelijk is aan de voorkeursgrenswaarde. Ontheffing van de voorkeursgrenswaarde is toegestaan indien maatregelen om de geluidsbelasting op de buitengevels te beperken niet mogelijk zijn of onvoldoende helpen en indien aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.

5.4.4.1 Geluidsbronnen in en nabij het plangebied

Voor het plangebied Westenesch, Schietbaanweg 8 geldt dat het plangebied gelegen is binnen de van rechtswege aanwezige geluidszones van, diverse wegen zoals Schietbaanweg en N381.

Deze geluidsbronnen hebben effect op eventuele uitbreidingsplannen bij woningen of nieuwbouwplannen. Ten aanzien van de geluidsbronnen is Bijlage 3 Geluidsonderzoek opgenomen.

5.4.4.2 Wegverkeerslawaai

De Wet geluidhinder is alleen van toepassing binnen de van rechtswege aanwezige zone van een weg. Conform de Wet geluidhinder heeft elke weg een zone. Conform art. 74 lid 2 Wgh zijn de onderstaande wegen hiervan uitgezonderd:

  • Wegen die gelegen zijn binnen een als woonerf aangeduid gebied;
  • Wegen waarvoor een maximum snelheid van 30 km per uur geldt.

De breedte van de zone is afhankelijk van het aantal rijstroken en de ligging in stedelijk of buitenstedelijk gebied. De wegen in het plangebied Emmen, Centrum- Oost zijn gelegen in stedelijk gebied. Hiervoor gelden de volgende zonebreedtes (conform art. 74 lid 1 Wgh)
a. in stedelijk gebied:
1. voor een weg, bestaande uit drie of meer rijstroken : 350 meter;
2. voor een weg, bestaande uit één of twee rijstroken : 200 meter.

De afstanden zoals weergegeven worden aan weerszijden van de weg gemeten vanaf de buitenste begrenzing van de buitenste rijstrook.

Bij de realisatie van woningen of andere geluidgevoelige bestemmingen moeten de wettelijke grenswaarden in acht worden genomen. De voorkeursgrenswaarde voor wegverkeerslawaai bedraagt 48 dB. Indien deze voorkeursgrenswaarde wordt overschreden moet er onderzoek worden gedaan naar mogelijke bron- en/of overdrachtsmaatregelen. Zijn maatregelen niet mogelijk dan kunnen Burgemeester en Wethouders ontheffing van de voorkeursgrenswaarde verlenen.
Indien met maatregelen niet kan worden voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB kan voor woningen in binnenstedelijk gebied een hogere waarde worden vastgesteld van ten hoogste 63 dB.

De gemeente dient het vaststellen van de hogere waarde met eigen argumenten te motiveren en de vastgestelde hogere waardes zo snel mogelijk inschrijven in het kadaster.

5.4.4.2.1 Conclusie

De rekenresultaten gegeven weer dat na aftrek op de geluidsbelasting op grond van artikel 110g (Wgh) door de N381 een overschrijding bedraagt van 2 dB en 5 dB voor de Schietbaanweg.

Uit de rekenresultaten blijkt dat de geluidsbelasting van beide wegen op de begane grond aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB voldoen. Gelet op de uitgangspunten voor de Schietbaanweg, betekent dit dat er niet meer dan 160 motorvoertuigen per weekdagetmaal mogen rijden.

Op de verdieping wordt de voorkeursgrenswaarde vanwege de N381 overschreden. Het is echter zo dat het pand momenteel alleen te openen delen heeft op de begane grond. De verdieping heeft ramen noch deuren en kent derhalve alleen blinde gevels die niet geluidsgevoelig zijn. Als dit zo blijft, is er geen sprake van een nieuwe situatie in de zin van de Wet geluidhinder en er hoeft geen hogere waarde te worden vastgesteld.

Indien de verdieping wel geluidsgevoelig zou moeten worden is er sprake van een nieuwe situatie in de zin van de Wet geluidhinder vanwege de N381 en moet er een hogere waarde worden vastgesteld. Gelet op de maximale ontheffingswaarde van 58 dB die in buitenstedelijke situaties geldt, wordt deze geluidsbelasting van 49 dB niet onaanvaardbaar geacht. Er is geen sprake van cumulatie van geluid met andere bronnen. Rekening houdend met deze geluidsbelasting en de standaard geluidseisen van het Bouwbesluit voor de karakteristieke geluidswering van de uitwendige scheidingsconstructie is de geluidsbelasting binnen in de verblijfsgebieden niet hoger dan de grenswaarde van 33 dB.

5.4.5 Lucht

De Wet luchtkwaliteit is bedoeld om de negatieve effecten op de volksgezondheid aan te pakken, als gevolg van te hoge niveaus van luchtverontreiniging. Anderzijds heeft de wet tot doel mogelijkheden te creëren voor ruimtelijke ontwikkeling. Volgens de nieuwe regeling vormt luchtkwaliteit in beginsel geen belemmering voor het uitoefenen van een ruimtelijk project als aan minimaal één van de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • er is geen sprake van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde;
  • een project leidt, al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit;
  • een project draagt 'niet in betekenende mate' (NIMB) bij aan de luchtverontreiniging;
  • een project past binnen het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) of binnen een regionaal programma van maatregelen.
5.4.5.1 Algemeen beeld luchtkwaliteit plangebied

Omdat er geen significante ontwikkelingen in het plangebied of rondom het plangebied gepland zijn, zal de concentratie van de NOX en fijnstof niet veranderen. Hierdoor betekent de luchtkwaliteit geen belemmering voor het vaststellen van het bestemmingsplan.

5.5 Waterparagraaf

Het perceel valt onder het beheersgebied van het waterschap Vechtstromen. Het waterbeleid voor dit gebied is vastgelegd in het Waterbeheerplan van waterschap Vechtstromen en in het waterplan van de gemeente Emmen.

Het bebouwde oppervlak neemt door de herbouw van de woning toe. De oorspronkelijke woning heeft een oppervalkte van 160 m2 en de te bouwen woning heeft een oppervlakte van 227 m2. De geringe vermeerdering van de bebouwde oppervlakte heeft geen noemenswaardige gevolgen voor het waterbeheer op het perceel.

Hoofdstuk 6 Maatschappelijke betrokkenheid

Op de gevraagde vergunning is de uitgebreide Wabo-procedure van toepassing.

De terinzagelegging van het ontwerpbesluit is op 19 mei 2016 gepubliceerd in de krant Emmen.nu en de Staatscourant.

Met ingang van 20 mei 2016 heeft het ontwerp van de vergunning zes weken voor een ieder ter

inzage gelegen. Gedurende deze termijn zijn geen zienswijzen ingediend.