direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Erica, uitbreiden kas Beekweg 30
Status: vastgesteld
Plantype: omgevingsvergunning
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.Zaak17295-V701

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

De heer Van Geel heeft een aanvraag voor een wabo-omgevingsvergunning ingediend voor het bouwen van een kas op het perceel Beekweg 30 te Erica. Het bouwplan heeft als doel een kas met bijbehorende toegangsweg, keerlus, dock en waterbassin te realiseren. De aanvraag heeft betrekking op de onderdelen bouw en strijdigheid met de beheersverordening. Daarom is verzocht om de gewenste ontwikkeling via één omgevingsvergunning, inclusief het deel "afwijking van het bestemmingsplan", te kunnen realiseren.

Het bouwplan houdt het bouwen van een kas van 1,7 hectare in. De aanvraag is genoteerd onder Zaak 17295-2015. De bijbehorende verbeelding met de plancontour heeft het nummer NL.IMRO.0114.Zaak17295--V701

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak17295-V701_0001.png"

Figuur 1.1: Locatie plangebied in omgeving (oranje cirkels).

Hoofdstuk 2 Huidige situatie, beleid en planologische regeling

2.1 Ligging en huidige situatie

Voorliggende ruimtelijke onderbouwing heeft betrekking op het perceel Beekweg 30, kadastraal bekend als gemeente Emmen, sectie AG, nummer 1606. Het perceel is gelegen in tuinbouwgebied Erica, zie afbeelding 1 en 2. Het betreffen braakliggende percelen. De achterzijde van Beekweg 30 wordt bebouwd als kas en het meer oostelijk achterop het perceel (achter Beekweg 24)zal een waterbassin worden aangelegd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak17295-V701_0002.png"

Figuur 2.1: Luchtfoto met locatie (oranje cirkels).

2.2 Beleid en planologische regeling

2.2.1 Structuurvisie Erica, glastuinbouwgebied Erica

Structuurvisie Erica, glastuinbouwgebied Erica is in december 2012 vastgesteld door de raad. Het document is opgesteld als visie op de verbreding, herontwikkeling en herstructurering van het glastuinbouwgebied Erica. Voor de omgeving waarin het voorliggend plan Erica, uitbreiden kas Beekweg 30, NL.IMRO.0114.Zaak17295-V701 wordt gerealiseerd is aangemerkt als kerngebied. Hierbinnen wordt versterking en uitbreiding van de glastuinbouw gestimuleerd. Met voorliggende omgevingsvergunning wordt de uitbreiding mogelijk gemaakt, wat passend is in de structuurvisie

2.2.2 Beheersverordening

Vanuit het wateraspect en riolering is het niet mogelijk om voor het glastuinbouwgebied Erica een financieel haalbaar bestemmingsplan op te stellen. Voor het glastuinbouwgebied is daarom de beheersverordening "Erica, glastuinbouwgebied Erica" in december 2012 vastgesteld. De beheersverordening geeft regels omtrent bouw en gebruik welke bij vervangende nieuwbouw en onderhoud van toepassing zijn. Het perceel Beekweg 30 is gelegen binnen deze beheersverordening. Het perceel is aangemerkt als glastuinbouw. De uitbreiding is niet onder vervanging of onderhoud te scharen. Het aangevraagde is dan ook in strijd met de vigerende beheersverordening. Een dergelijke actualisatie van de bestaande regelingen heeft tot gevolg dat het opnemen van volledig nieuwe ontwikkelingen niet passend is. Om die reden wordt middels dit ruimtelijke plan de ontwikkeling van het bouwen van de kas en toebehoren mogelijk gemaakt.

2.2.3 Algemene verklaring van geen bedenkingen

Om de gevraagde omgevingsvergunning te kunnen verlenen is het noodzakelijk dat de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen afgeeft (artikel, 2.27 Wabo, jo. artikel, 6,4 Besluit omgevingsrecht).
De Algemene verklaring van geen bedenking vastgesteld op 28 april 2011, voorziet in uitvoeringsmogelijkheden van de Structuurvisie "Erica, glastuinbouwgebied Erica". In de verklaring is het volgende opgenomen:

16. Bouw en gebruik van gebouwen en bouwwerken in het glastuinbouwgebied Erica, zoals opgenomen in de tabel “Ruimtelijke voorwaarden voor nieuwe ontwikkeling Erica glastuinbouwgebied” van de structuurvisie “Erica, glastuinbouwgebied”;

2.2.4 Crisis en herstelwet

Nieuwbouw van een kas valt niet onder één van de categorieën in de crisis- en herstelwet.

2.2.5 Conclusie

De aanvraag voor de bouw van een kas past binnen de uitgangspunten van de Structuurvisie "Erica, glastuinbouwgebied Erica". Door het plan zal het glastuinbouwgebied versterkt worden.

Hoofdstuk 3 Onderzoeken

3.1 Archeologie

De aanleiding voor het opnemen van de archeologische waarden en verwachtingen in ruimtelijke plannen vloeit voort uit het Verdrag van Valletta, de Monumentenwet 1988, de Wet op de archeologische monumentenzorg 2007 en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht 2010. In de Monumentenwet is vastgelegd dat bij het opstellen van een ruimtelijke plan rekening gehouden moet worden met de archeologische waarden in de bodem en dat deze beschermd moeten worden. Daarbij gaat het zowel om aanwezige als mogelijk te verwachten archeologische waarden.

De locatie van de te bouwen kas is volgens de archeologische beleidsadvieskaart gelegen in een gebied met lage archeologische waarden op de beleidsadvieskaart van de gemeente Emmen. Dit zijn gebieden waar op basis van de geologische en bodemkundige opbouw en reeds aangetroffen archeologische resten een lage kans op het aantreffen van (intacte) archeologische vindplaatsen bestaat. Aangezien de locatie minder dan 3 hectare betreft, is er geen archeologisch onderzoek vereist.

3.2 Ecologie

De Flora- en Faunawet is in werking getreden op 1 april 2002. Op grond van de wet geldt een algemeen verbod voor het verwijderen van beschermde plantensoorten en het beschadigen of verstoren van voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van beschermde diersoorten.

Door buro Bakker is op 9 maart 2015 het rapport "Quick-scan FF-wet voor de bouw van een tuinbouwkas aan Beekweg 30" opgesteld. Deze is opgenomen in bijlage 1.Ten behoeve van het rapport is op 4 maart 2015 een veldonderzoek uitgevoerd. Uit het rapport blijkt dat het weiland als een marginaal fourageergebied voor diverse diersoorten kan worden aangemerkt. Het gaat hier niet om matig zwaar of zwaarbeschermde diersoorten.

Overigens geldt voor alle bouwactiviteiten er voorzorgsmaatregelen genomen dienen te worden. In dit geval dient in kader van de zorgplicht het gras kortgehouden moet worden.

3.3 Milieu

3.3.1 Vormvrije m.e.r.

In voorliggend bouwplan komen geen activiteiten voor die voorkomen op de D-lijst van het Besluit m.e.r.. Vanwege de afwezigheid van die activiteit(en) hoeft geen (vormvrije) m.e.r. -beoordeling plaats te vinden.

3.3.2 Bodem

De aanwezigheid van bodemverontreiniging kan gevolgen hebben voor het gebruik van de locatie. Niet alleen kan dit betekenen dat op het perceel gebruiksbeperkingen liggen. Ook kan het zo zijn dat de bodemverontreiniging de bestemming van de locatie in de weg staat. Het nemen van saneringsmaatregelen of het verwijderen van de bodemverontreiniging kan deze belemmering weer opheffen.

Ten behoeve van de bouw van de kas is een bodemonderzoek uitgevoerd door Sigma bouw en milieu. Het rapport "Verkennend bodemonderzoek achter perceel Beekweg 30" van 7 april 2015 is opgenomen in bijlage 2. Uit het rapport blijkt dat zintuiglijk er geen waarnemingen zijn gedaan die mogelijk duiden op bodemverontreiniging. Het bovengrondmengmonster MM1 is licht verontreinigd met cadmium en de overige mengmonsters zijn niet verontreingd met de onderzochte parameters. Het grondwater ter plaatse van peilbuis 1 is licht verontreinigd met barium, koper en naftaleen en niet met de overige onderzochte parameters.

Indicatief is de grond getoetst aan de Nota bodembeheer v an de gemeente Emmen. De vrijkomende grond van MM1 voldoet indicatief aan bodemkwaliteitsklasse Industrie. Deze vrijkomende grond kan niet volgens de bodemkwaliteitskaart niet binnen de gemeente Emmen worden toegepast. De overige vrijkomende grond is indicatief getoetst en voldoet aan bodemkwaliteitsklasse. Geconcludeerd wordt dan ook dat medewerking verleend kan worden aan de bouw van de kas en de aanleg van het waterbassin, mits de grond op eigen terrein verwerkt wordt.

3.3.3 Geluid

Regels ten aanzien van geluidhinder zijn vastgelegd in de Wet geluidhinder (Wgh). Het doel van de Wet geluidhinder is tweeledig. Enerzijds de bescherming van het milieu en anderzijds de bescherming van de volksgezondheid. Bepalend is steeds de situering van geluidsbronnen ten opzichte van geluidsgevoelige bestemmingen zoals woningen en scholen. De Wgh gaat uit van zones langs wegen, spoorwegen en industrieterreinen. Binnen dergelijke zones zijn nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen alleen toegestaan indien de geluidsbelasting op de buitengevel onder of hoogstens gelijk is aan de voorkeursgrens- waarde. Ontheffing van de voorkeursgrenswaarde is toegestaan indien maatregelen om de geluidsbelasting op de buitengevels te beperken niet mogelijk zijn of onvoldoende helpen en indien aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.

3.3.3.1 Geluidsbronnen in en nabij het perceel Beekweg 30

Door de heer Van Geel wordt aan Beekweg 30 te Erica ter uitbreiding van zijn bedrijf een nieuwe kas met toebehoren gebouwd. Het gebruiken van een kas is op zich geen geluidsgevoelig object. Ten behoeve van de goede ruimtelijke ordening dienen de geluidsgevolgen van spoor, verkeer en industrie in ogenschouw genomen te worden. Geen van deze geluidsaspecten hebben negatieve gevolgen voor het bouwen en gebruiken van de kas.

Anderzijds dient gekeken te worden of de bouw en gebruik van de kas negatieve akoestische gevolgen heeft voor de omgeving. De normale bedrijfsactiviteiten bij een glastuinbouwbedrijf zullen ook in deze te bouwen kas worden uitgeoefend. De bedrijfsactiviteiten zijn vergund via een melding in kader van het activiteitenbesluit. De heer Van Geel heeft een melding gedaan waaruit blijkt dat in de te bouwen kas niet anders dan normaal te verwachten bedrijfsactiviteiten behorende bij een glastuinbouwbedrijf worden uitgeoefend. Dit glastuinbouwbedrijf staat op een glastuinbouwgebied en daarom is er geen reden om een onevenredige geluidsbelasting aan te nemen.

3.3.3.2 Conclusie akoestisch onderzoek

De geluidsbelasting vanwege de bouw en gebruik van de kas aan Beekweg 30 overschrijdt de normen niet omdat deze binnen het activiteitenbesluit vallen. De omgeving heeft geen onevenredig effect op de bestemming, omdat het hier niet om een geluidgevoelig object gaat.

3.3.4 Lucht

De wijze van berekening van de concentraties luchtverontreinigende stoffen is vastgelegd in de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007. Omdat er geen significante ontwikkelingen in het plangebied of rondom het plangebied gepland zijn, zal de concentratie van de NOx en fijnstof niet veranderen. Hierdoor betekent de luchtkwaliteit geen belemmering voor het verlenen van een omgevingsvergunning.

3.3.5 Externe veiligheid

In het kader van regelgeving in relatie tot Externe Veiligheid zijn er geen belemmeringen voor het realiseren van de kas op deze locatie.

3.4 Waterparagraaf

3.4.1 Inleiding

Uitgangspunt bij een watertoets is dat bij een bouwplan moet worden voorkomen dat grond- of oppervlaktewateroverlast ontstaat en de kwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater niet negatief wordt beïnvloed.
In deze waterparagraaf wordt beschreven hoe het huidige waterhuishoudkundig systeem ten behoeve van de bouw van de kas en de aanleg van het waterbassin is ingericht en of fysieke omstandigheden voor het gebied gelden en of speciale functies voor het plangebied gelden. Naast een beschrijving van de waterhuishoudkundige consequenties van het plan en de stedelijke wateropgave heeft het het wateradvies van het waterschap een duidelijke plaats gekregen.

3.4.2 Ligging plangebied

Het perceel Beekweg 30 is gelegen op het glastuinbouwgebied Erica. Het glastuinbouwgebied is deels bebouwd en deels in gebruik voor agrarische gronden zoals voor akkerbouw en veeteelt. De bodemopbouw in het tuinbouwgebied Erica bestaat voornamelijk uit veen- en moerige gronden op zand. De hoogteligging rondom de Beekweg betreft circa 12.00 +NAP. Dit betreft een relatief lage locatie met een ingesloten laagte. Daarom is de gemiddelde hoogste waterstand slechts 20-60 cm beneden maaiveld en vormt het betreffende perceel aan de Beekweg een onderdeel van het kwelgebied. Het kwelwater is afkomstig van de hoger gelegen gebieden op de Hondsrug en het Bargerveen. Het is daarom beter om regenwater niet rechtstreeks in de bodem te infiltreren.
Het bouwplan betreft het bouwen van een kas, een toerit en een waterbassin, waardoor sprake is van een toename van verhard oppervlakte. Vooraf is contact gezocht met het waterschap. Naast het invullen van de watertoets is overeengekomen om een waterbassin te plaatsen ten behoeve van hemelwateropvang.

3.4.3 Waterhuishouding

Het perceel ligt in het stroomgebied Rijn- Oost en valt onder het beheersgebied van het waterschap Vechtstromen. Het waterbeleid voor dit gebied is vastgelegd in het Waterbeheerplan van waterschap Vechtstromen en in het waterplan van de gemeente Emmen.

Het deel van het tuinbouwgebied waar Beekweg 30 toe behoort heeft een waterpeil van 10.70 +NAP. Met dit streefpeil kan een drooglegging van 1,20 m worden bereikt. Via deverse stuwen wordt het water getrapt afgevoerd onder het Dommerskanaal door naar het zuiden.

De benodigde waterberging van het glastuinbouwgebied moet met 10% van de toename van het verhard oppervlak worden uitgebreid. De uitbreiding betreft 2,8 hectare aan verharding, dus zou er 280 m2 aan oppervlakte water moeten worden aangelegd. De aan te leggen waterbassin is 500 m2 groot. Hiermee wordt voldaan aan de 10%regeling van het waterschap.

3.4.4 Afvoer van water

Het beleid van de gemeente Emmen en het waterschap is gericht op afkoppelen van hemelwater van de riolering en te lozen op oppervlaktewater of zo mogelijk te laten infiltreren in de bodem. Op deze manier wordt waar mogelijk geprobeerd extra ruimte voor water te maken. Ook wordt om wateroverlast te voorkomen naar extra afvoermogelijkheden gezocht. Probleem wat optreedt bij diverse initiatieven, is dat een deel van het gebied in een grondwaterbeschermingsgebied ligt. Infiltreren is daarom niet altijd toegestaan. Vanwege de grote hoeveelheid verharding in de nabijheid van het perceel aan Beekweg 30 en de beperkte mogelijkheden om water in het plangebied te bergen wordt een robuuste bergingsvoorziening als de aan te leggen waterbassin het meest kansrijk gezien.

3.4.5 Wateradvies waterschap

Er wordt rekening gehouden met bestaande wetten en regels op het gebied van de waterhuishouding. Vooraf is contact geweest met het waterschap. De voorlopige watertoets is opgenomen in bijlage 3 .

Hoofdstuk 4 Planbeschrijving

4.1 Algemeen

Het glastuinbouwgebied Erica is ontstaan in de jaren 50. Door de jaren heen zijn er diverse bedrijven gevestigd. Door de afwisselende hoog- en laagconjunctuur zijn er zowel bedrijven gestopt als uitgebreid. momenteel zijn er glastuinbouwbedrijven die meerdere percelen in gebruik hebben. Soms zijn de kassen vervangen, soms het achterste deel van het perceel nog niet tot ontwikkeling gekomen. In een enkel geval is er een vervallen kas aanwezig bij een gestopt bedrijf. In de afgelopen 7 jaar is circa 5 hectare aan kassen gesloopt.

4.2 Locatie kas

Het bouwplan houdt het bouwen van een kas, een toerit en het aanleggen van een waterbassin in. De kas komt op het achtste deel van het perceel en sluit aan op de huidige kas. Conform het bestaande is de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens aan een kant circa 1 meter en aan de andere zijde de gewenste minimale 3 meter, te weten 6 meter. De hoogte van de nieuw te bouwen kas is hoger dan de bestaande. De nieuwe bouwhoogte voldoet aan het gestelde in de structuurvisie "Erica, glastuinbouwgebied Erica". Door de verzoeker is ervoor gekozen om de kassen qua bedrijfsvoering niet met elkaar te verbinden. Daarom is er tussen de bestaande kassen door een toerit geprojecteerd. Deze toerit komt over de te dempen sloot te liggen en komt uit op een keerlus en het dock. Dit dock is aansluitend op de te bouwen kas nodig om uit dit deel van het bedrijf de afgeronde teelt naar elders te vervoeren. Voor de bereikbaarheid is ervoor gekozen om het dock naast de zijgevellijn van de kas te plaatsen. Omdat het dock zo ver van de weg ligt en de kassen van Beekweg 30 en de directe buren hier ruim uit elkaar zijn geplaatst, wordt de oorspronkelijke zichtlijn van de sloot behouden. De sloot maakte immers onderdeel uit van het oorspronkelijke veenontginningspatroon. De situatieschets is opgenomen in bijlage 4.

Vanuit de weg is de locatie van het waterbassin niet waarneembaar. Vanuit bedrijfstechnisch oogpunt is deze locatie geschikt. Het terrein is voorzien van een fietsenstalling en er is voldoende parkeergelegenheid voor de bestaande en toekomstige werknemers en bezoekers/leveranciers.

Hoofdstuk 5 Maatschappelijke betrokkenheid

Op de gevraagde vergunning is de uitgebreide procedure van toepassing.

De terinzagelegging van de ontwerpbesluiten is op 30 april 2015 gepubliceerd in de Emmen.nu en de Staatscourant.

Met ingang van 1 mei 2015 heeft het ontwerp van de vergunning met het ontwerp van de verklaring van geen bedenking voor zes weken voor een ieder ter inzage liggen. Gedurende deze termijn zijn geen zienswijzen ingediend.

Bij de inpassing van de woning dient sprake te zijn van een stedenbouwkundig-, landschappelijk- en milieutechnisch inpasbare situatie. Voor wat betreft het landschappelijke dient rekening te worden gehouden met de voorkomende kenmerken. Het aanvraag is in strijd met het bestemmingsplan. Daartoe is een aanvraag gedaan tot een WABO-vergunning in strijd met het bestemmingsplan.

Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid

De planonwikkelingskosten komen geheel voor rekening van de aanvrager van de omgevingsvergunning. Er is geen exploitatie-overeenkomst gesloten, want de te maken gemeentelijke kosten kunnen worden gedekt via de leges. Daarmee is de economische uitvoerbaarheid voldoende geborgd.