Plan: | Emmen, Bedrijvenpark A37 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | beheersverordening |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0114.2014031-B701 |
de beheersverordening Emmen, Bedrijvenpark A37 van de gemeente Emmen;
het gebied waarop deze verordening van toepassing is, vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0114.2014031-B701 met bijbehorende bestanden;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde;
middelhoge of hoge archeologische waarden welke nader onderzocht dienen te worden;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een in de regels aangegeven percentage , dat de grootte van het deel van het bouwperceel aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
een gebouw dat noodzakelijk is voor de uitoefening van ter plaatse toegestane (bedrijfs)activiteiten, hieronder wordt geen bedrijfs- of dienstwoning verstaan;
onder bedrijfsvloeroppervlak wordt begrepen het totale bedrijfsvloeroppervlak omvattend de verkoopruimte, de magazijn- of opslagruimte en alle overige voor de bedrijfsuitoefening benodigde ruimten (met name kantoorruimte en toiletgroep);
het gebruik of mogelijk gebruik van gronden en bouwwerken op het moment van inwerkingtreding van de beheersverordening voorzover dat niet strijdig is met de op dat moment geldend planologisch besluit;
bouwwerken die op het tijdstip van de inwerkingtreding van de beheersverordening aanwezig zijn en niet strijdig met het op dat moment geldend planologisch besluit, dan wel gebouwd kunnen worden krachtens een omgevingsvergunning voor bouwen;
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van het toegelaten gebruik van een perceel en, indien meerdere gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op dat gebruik het belangrijkste is;
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
de oppervlakte van het bouwperceel, uitgezonderd de oppervlakte van het hoofdgebouw;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, instellingen, dan wel aan personen ter aanwending in een ander bedrijf;
een bedrijf dat is gericht op het te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, instellingen, dan wel aan personen ter aanwending in een ander bedrijf.
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken en waarin de hoofdfunctie ingevolge de bestemming is of wordt ondergebracht;
het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf en/of het verstrekken van dranken en voedsel, overwegende ter plaatse te nuttigen en/of het exploiteren van zaalaccomodatie;
een voorziening ten behoeve van telecommunicatie en de gas-, water-, en electriciteitsdistributie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatiehuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, bestaande uit een eigen constructie met maximaal één wand;
de lijn welke de scheiding vormt tussen twee bouwpercelen of tussen een bouwperceel en een naangrenzend terrein;
een beroeps- of bedrijfsmatige werkruimte voor de uitoefening van vrije (aan huis gebonden) beroepen zoals medische, paramedische, juridische, kunstzinnige, ontwerptechnische en/of administratieve beroepen, alsmede daarmee gelijk te stellen beroepen;
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
de op of bij de weg behorende bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, zoals: verkeerstekens, wegbebakingen, bewegwijzeringen, verlichting, halte-aanduidingen, parkeerregulerende constructies, roadbarriers, afvalverzamelingsystemen, brandkranen, informatie- en reclameobjecten, rijwielstandaards, papier- en plantenbakken, zitbanken, communicatievoorzieningen, beeldende kunst, gedenktekens, speelvoorzieningen, abri's en dergelijke;
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
een bedrijf dat is gericht op de vervaardiging of assemblage van vuurwerk of de (detail)handel in vuurwerk, niet bedoeld periodieke verkoop in consumentenvuurwerk, cq de opslag van vuurwerk en/of de daarvoor benodigde stoffen;
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede water aan- en/of afvoer, waterberging en waterkwaliteit;
inrichting voor draadloze transmissie van telecommunicatie of andere signalen.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de op de verbeelding aangegeven (kadastrale) bebouwing wordt als illustratief beschouwd;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
het peil overeenkomstig de bouwverordening, danwel indien geen peil overeenkomstig de bouwverordening is vast te stellen, de hoogte van het afgewerkte bouwterrein, indien in of op het water wordt gebouwd, dan het Normaal Amsterdams Peil of een ander plaatselijk waterpeil aan te houden.
Bestaande bouwwerken, waarvoor op het tijdstip van inwerking treden van deze verordening, rechtsgeldig planologisch besluit een geldend, planologisch besluit is genomen, mogen op dezelfde locatie worden vervangen door bouwwerken van dezelfde afmetingen.
Bouwregels
Ter plaatse van 'Bedrijfsdoeleinden categorie B', 'Bedrijfsdoeleinden categorie Bg' en 'Bedrijfsdoeleinden categorie Bga' mogen de gronden worden bebouwd met gebouwen en andere bouwwerken waarvoor de volgende bepalingen gelden:
Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kunnen gebouwen tot de maximale bouwhoogte op een van de twee zijerfscheidingen worden gebouwd, mits:
Bouwregels
Ter plaatse van 'Bedrijfsdoeleinden categorie Bg'- zichtlocatie en 'Bedrijfsdoeleinden categorie Bga' - zichtlocatie mogen de gronden worden bebouwd met gebouwen en andere bouwwerken waarvoor de volgende bepalingen gelden:
Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kunnen gebouwen tot de maximale bouwhoogte op een van de twee zijerfscheidingen worden gebouwd, mits:
Bouwregels
Ter plaatse van 'Bedrijfsdoeleinden categorie Bg'- Landmark mogen de gronden worden bebouwd met gebouwen en andere bouwwerken waarvoor de volgende bepalingen gelden:
Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kunnen gebouwen tot de maximale bouwhoogte op een van de twee zijerfscheidingen worden gebouwd, mits:
Bouwregels
De voor Leiding-Gas aangewezen gronden zijn, behalve voor het andere daar voorkomende gebruik, ook in gebruik voor aanleg en de instandhouding van de volgende ondergrondse aardgastransportleidingen:
Leidingnummer | Diameter | Werkdruk | Belemmeringenstrook |
A-605/Gasunie | 762 mm | 80 bar | 5 m |
000510/NAM | 457.2 mm | 66.2 bar | 5 m |
000312/NAM | 508 mm | 66.2 bar | 5 m |
000303/NAM | 406.4 mm | 30 bar | 4 m |
met de daarbij behorende belemmeringstroken van benoemde meters ter weerszijden van de hartlijn van de leidingen.
Hiervoor gelden de volgende bepalingen:
Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Verboden werkzaamheden
Het is verboden op of in de gronden van het besluitsubvlak 'Leiding - Gas' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Toegestane werkzaamheden
Het verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden:
Combinaties
Voor zover voor meerdere werken en/of werkzaamheden vergunningen worden gevraagd en deze in één (inrichtings)plan zijn ondergebracht, wordt dit plan in zijn geheel in de beoordeling betrokken.
Voorwaarden
Beperkingen
De omgevingsvergunning wordt in ieder geval geweigerd wanneer de voorgenomen werken, of werkzaamheden de waarden van een gebied zodanig zullen aantasten of de mogelijkheden tot herstel daarvan zodanig zullen verkleinen, dat dit niet door het stellen van voorwaarden aan de vergunning kan worden voorkomen.
De voor Waarde-Archeologie 4 aangewezen gronden zijn, behalve voor het andere daar voorkomende gebruik, ook in gebruik voor:
Bouwregels
Voor het bebouwen van de genoemde gronden gelden de volgende bepalingen:
Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en Wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels van
het bepaalde:
Beperking op het afwijken van de bouwregels
De toepassing van de genoemde afwijkingen is beperkt tot incidentele gevallen, waarbij het functioneren van de bestemming begrepen doeleinden en omliggende bestemmingen niet mag worden aangetast. In de afweging om omgevingsvergunning te verlenen worden in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de cultuurhistorie, de verkeersveiligheid, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad wordt de omgevingsvergunning niet verleend.
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Verboden werkzaamheden
Toegestane werkzaamheden
Het verbod als bedoeld in 'Verboden werkzaamheden' is niet van toepassing op werken en / of werkzaamheden die:
mogen worden uitgevoerd krachtens een al verleende vergunning.
Combinaties
Voor zover voor meerdere werken en / of werkzaamheden vergunningen worden gevraagd en deze in één (inrichtings)plan zijn ondergebracht, wordt dit plan in zijn geheel in de beoordeling betrokken.
Voorwaarden
De bedoelde omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden wordt verleend als:
Verbinding voorschriften
Voor zover de in 'Verboden werkzaamheden' genoemde bodemingrepen dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze bodemingrepen kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden alleen worden verleend, indien aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende voorschriften worden verbonden:
Vervallen onderzoeksverplichting
Alvorens tot onderzoek over te gaan kan aan een archeoloog namens de gemeente advies worden gevraagd omtrent de noodzaak tot onderzoek, indien deze schriftelijk verklaard dat een onderzoek niet noodzakelijk is vervalt de verplichting tot onderzoek als bedoeld in de 'Voorwaarden'.
Verlening
De bedoelde omgevingsvergunning wordt verleend wanneer:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Beperking
De toepassing van de genoemde afwijkingen zijn beperkt tot die gevallen, waarbij het functioneren van de begrepen doeleinden niet mag worden aangetast. In de afweging om omgevingsvergunning te verlenen worden in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de cultuurhistorie, de verkeersveiligheid, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, de gebruiksmogelijkheden in andere besluitsubvlakken of bestemmingen in acht genomen. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad wordt de omgevingsvergunning niet verleend.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van de beheersverordening Emmen, Bedrijvenpark A37.