direct naar inhoud van Artikel 9 Algemene aanduidingsregels
Plan: Emmen, Willinkplein Zuid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2010047-0702

Artikel 9 Algemene aanduidingsregels

9.1 Geluidzone - Industrie
9.1.1 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde in de daar voorkomende bestemming(en) geldt, ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie', de volgende regel:

  • a. een op grond van de daar voorkomende bestemming(en) toelaatbaar gebouw, of de uitbreiding daarvan, welke aangemerkt kan worden als een geluidsgevoelig object, mag slechts worden gebouwd indien de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein van de gevels van dit gebouw niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde.
9.1.2 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze gebiedsaanduiding, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van niet-geluidsgevoelige objecten als geluidsgevoelig object.

9.1.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:

  • a. het bepaalde in lid 9.1.1 en 9.1.2 buiten toepassing blijft, teneinde de toegelaten geluidsgevoelige objecten binnen de daar voorkomende bestemming(en) te kunnen bouwen of gebruiken, mits:
    • 1. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de met deze gebiedsaanduiding gereserveerde ruimte voor het industrieterrein;
    • 2. de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein op de gevels van geluidsgevoelige objecten niet hoger mag zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, dan wel een vastgestelde hogere grenswaarde.

9.2 Milieuzone- Grondwaterbeschermingsgebied

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' zijn, naast de voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor het behoud en herstel van de drinkwatervoorziening waaronder begrepen de winning en de bewerking van drinkwater met daarbij behorende bebouwing en erven.

9.2.1 Aanlegvoorschriften
  • a. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning (Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het opslaan of het ondergrondse transport van schadelijke en bodembedreigende stoffen;
    • 2. het fysisch aantasten van de bodem;
    • 3. het opnemen van oppervlaktewater voor het vullen en spoelen van machines voor het verspuiten van bestrijdingsmiddelen;
    • 4. het gebruik van bestrijdingsmiddelen binnen een afstand van 5 m vanaf de rand van het grondwaterbeschermingsgebied;
    • 5. het ophogen, ontgronden, egaliseren, ontginnen en diepploegen;
    • 6. het graven en dempen van wijken, sloten en waterlopen;
    • 7. het aanleggen of verwijderen van ondergrondse leidingen en het zoeken naar delfstoffen;
  • b. Het verbod als bedoeld in artikel lid 1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:
    • 1. het normale onderhoud en beheer betreffen, waaronder normaal spit- en ploegwerk, anders dan diepploegen;
    • 2. noodzakelijk zijn in verband met het op de bestemming gerichte beheer of gebruik van de grond;
    • 3. plaatsvinden in relatie tot archeologisch onderzoek;
    • 4. al in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
    • 5. mogen worden uitgevoerd krachtens een al verleende vergunning;
  • c. Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen, wordt schriftelijk advies van het waterschap en de beheerder van het grondwaterbeschermingsgebied ingewonnen;
  • d. De in sub a. bedoelde vergunning wordt in ieder geval geweigerd wanneer de voorgenomen werken werkzaamheden de mogelijkheden tot grondwaterwinvoorziening zodanig zullen aantasten of de mogelijkheden tot herstel daarvan zodanig zullen verkleinen, dat dit niet door het stellen van voorwaarden aan de vergunning kan worden voorkomen.