direct naar inhoud van Artikel 36 Wonen - Woonwagenstandplaats
Plan: Emmen, Angelslo
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2010008-0701

Artikel 36 Wonen - Woonwagenstandplaats

36.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen – Woonwagenstandplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woonwagenstandplaatsen;
  • b. woonwagens en woningen;
  • c. bijbehorende bouwwerken;
  • d. tuin en erven;

met bijbehorende:

  • e. andere bouwwerken;
  • f. sport- en speelgelegenheden;
  • g. toegangswegen, in- en uitritten;
  • h. parkeervoorzieningen;
  • i. groenvoorzieningen;
  • j. nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen.
36.2 Bouwregels
36.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. als hoofdgebouw mag een woonwagen of een vrijstaande woning worden geplaatst;
  • b. het aantal hoofdgebouwen met de bestemming 'Wonen - Woonwagenstandplaats' zal ten hoogste het ter plaatse de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal bedragen;
  • c. het hoofdgebouw dient binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • d. per woonwagenstandplaats mag 50% van het perceel behorende bij de woonwagenstandplaats bebouwd worden, waarbij het hoofdgebouw in het bouwvlak gerealiseerd dient te worden;
  • e. de voorgevel van het hoofdgebouw dient in de gevellijn te worden opgericht, danwel op de bestaande locatie indien de huidige voorgevel achter de gevellijn is opgericht;
  • f. de afstand van een hoofdgebouw tot de zijdelings perceelsgrens mag aan één zijde minimaal 2.5 meter mag bedragen, mits aan de andere zijde de afstand tussen twee hoofdgebouwen minimaal 5 meter bedraagt;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' mogen de goot- en bouwhoogte van het (hoofd)gebouw niet meer bedragen dan is aangegeven;
  • h. de dakhelling mag niet meer bedragen dan 45.°
36.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. bijbehorende bouwwerken dienen ondergeschikt te zijn aan het hoofdgebouw;
  • b. bijbehorende bouwwerken worden tenminste 3 meter achter de gevellijn geplaatst;
  • c. op de grond behorende bij de standplaats mag per hoofdgebouw maximaal 30 m² bijbehorende bouwwerken worden opgericht mits niet meer dan 50% van de standplaats wordt bebouwd;
  • d. bijbehorende bouwwerken mogen op de perceelsgrens worden opgericht;
  • e. de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken mag maximaal 3,5 meter bedragen;
36.2.3 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van een ander bouwwerk mag maximaal 3 meter bedragen met dien verstande dat de bouwhoogte van lichtmasten en vlaggenmasten maximaal 5 meter mag bedragen;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a mag een erf- of terreinafscheiding voor de gevellijn opgericht worden mits de bouwhoogte van de erf- en terreinafscheidingen gelegen langs een openbare weg en/of langst het gedeelte van het zijerf, dat loopt vanaf de openbare weg tot aan de voorgevel van het hoofdgebouw, maximaal 1 meter bedraagt, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- terreinafscheidingen achter de gevellijn maximaal 2 meter mag bedragen.
36.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de gebouwen, wat betreft:

  • a. de woonsituatie;
  • b. verkeersveiligheid;
  • c. sociale veiligheid;
  • d. brandveiligheid, externe veiligheid en rampenbestrijding;
  • e. milieusituatie;
  • f. de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen.
36.4 Afwijken van de bouwregels
36.4.1 Bevoegdheid

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. artikel 30.2.1 onder a en toestaan dat gebouwen aaneengebouwd mogen worden opgericht mits deze worden afgescheiden met een ' Weerstand tegen Brand Doorslag en Brand Overslag' (WBDBO) bezitten van ten minste 60 minuten;
  • b. artikel 30.2.1 onder f en toestaan dat de afstand van een gebouw tot de perceelsgrens 1 meter mag bedragen mits de perceelsgrens gekeerde wanden een ' Weerstand tegen Brand Doorslag en Brand Overslag' (WBDBO) bezitten van ten minste 30 minuten.
36.4.2 Beperking

De toepassing van de in artikel 36.4.1 genoemde afwijking is beperkt tot incidentele gevallen, waarbij het functioneren van de in de bestemming begrepen doeleinden en omliggende bestemmingen niet mag worden aangetast. In de afweging om de omgevingsvergunning te verlenen, worden in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de cultuurhistorie, de verkeersveiligheid, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen. Indien de genoemde waarden en/of belangen onevenredig worden geschaad, wordt de omgevingsvergunning niet verleend.