direct naar inhoud van Artikel 9 Horeca - 1
Plan: Emmen, Het Hoge Loo
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2009068-0701

Artikel 9 Horeca - 1

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Horeca-1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een horeca-inrichting categorie 1;
  • b. (bedrijfs)woning met bijgebouwen;

met bijbehorende:

  • c. andere bouwwerken;
  • d. toegangswegen in- en uitritten;
  • e. nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
9.2 Bouwregels
9.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte aan gebouwen mag maximaal 250m² bedragen, mits niet meer dan 50% van de oppervlakte van het bouwperceel bebouwd wordt;
  • b. het hoofdgebouw dient binnen het bouwvlak gerealiseerd te worden;
  • c. de voorgevel van het hoofdgebouw dient in de gevellijn te worden opgericht;
  • d. ter plaatse van de maatvoeringaanduiding bouwhoogte mag de bouwhoogte van het (hoofd)gebouw niet meer bedragen dan is aangegeven, danwel de bestaande bouwhoogte indien geen of een andere dan de bestaande bouwhoogte is aangegeven;
  • e. ter plaatse van de maatvoeringaanduiding goothoogte mag de goothoogte van het (hoofd)gebouw niet meer bedragen dan is aangegeven, danwel de bestaande goothoogte indien geen of een andere dan de bestaande goothoogte is aangegeven;
  • f. de dakhelling dient ten minste 30o en ten hoogste 60o bedraagt dan wel, indien een andere dakhelling aanwezig is, de bestaande dakhelling.
9.2.2 Bijgebouwen

Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. vrijstaande bijgebouwen dienen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw dan wel in of achter het verlengde daarvan te worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van bijgebouwen binnen 3 meter afstand van de perceelsgrens mag maximaal 3,5 meter bedragen;
  • c. de goothoogte van een bijgebouw mag maximaal 3 meter bedragen;
  • d. de bouwhoogte van een bijgebouw mag maximaal 6 meter bedragen;
9.2.3 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. luifels aan het gebouw mogen maximaal 1,5 meter uit steken;
  • b. andere bouwwerken dienen minimaal 3 meter achter de gevellijn te worden opgericht;
  • c. de bouwhoogte van een ander bouwwerk mag maximaal 3 meter bedragen, met dien verstande dat lichtmasten en vlaggemasten maximaal 5 meter mogen bedragen;
  • d. in afwijking van het bepaalde in 9.2.3 onder b mag een erf- en terreinafscheiding voor de gevellijn opgericht worden mits de bouwhoogte van de erf- en terreinafscheidingen gelegen langs een openbare weg en/ of langs het gedeelte van het zijerf, dat loopt vanaf de openbare weg tot aan de voorgevel van het (hoofd)gebouw, maximaal 1 meter bedraagt, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de gevellijn maximaal 2 meter mag bedragen;
9.3 Nadere eisen
9.3.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de gebouwen, wat betreft:

  • a. de woonsituatie;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. cultuurhistorie;
  • d. verkeersveiligheid;
  • e. sociale veiligheid;
  • f. brandveiligheid, externe veiligheid en rampenbestrijding;
  • g. milieusituatie;
  • h. de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen.
9.4 Afwijken van de bouwregels
9.4.1 Bevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. artikel 9.2.1 lid e en toestaan dat maximaal 30 meter² aan extra gebouwen mogen worden opgericht voor noodzakelijke voorzieningen in het licht van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) uitsluitend op grond van - en vertoon van een medische indicatie;
  • b. artikel 9.2.1 lid g en toestaan dat de maximale bouwhoogte van het hoofdgebouw 1 meter hoger mag bedragen;
  • c. artikel 9.2.1 lid h en toestaan dat de maximale goothoogte van het hoofdgebouw 1 meter hoger mag bedragen;
  • d. artikel 9.2.3 lid a en toestaan dat de totale gezamenlijke oppervlakte andere bouwwerken met 10m² worden vergrooot;
9.4.2 Beperking

De toepassing van de in artikel 9.4.1 afwijking genoemde afwijking is beperkt tot incidentele gevallen, waarbij het functioneren van de bestemming begrepen doeleinden en omliggende bestemmingen niet mag worden aangetast. In de afweging om af te wijken van het bestemmingsplan worden in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de cultuurhistorie, de verkeersveiligheid, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad wordt de omgevingsvergunning niet verleend;

9.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van een vrijstaand bijgebouw als hoofdgebouw;
  • b. het gebruik van de horecagelegenheid als feestzaal;
  • c. het gebruik van niet geluidsgevoelige ruimtes als geluidsgevoelige ruimte;
9.6 Afwijken van de gebruiksregels
9.6.1 Bevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. artikel 9.1 lid onder a, en toestaan dat een bedrijf milieucategorie 1 zoals op de bijgevoegde staat van inrichtingen is weergegeven danwel een bedrijf welke in aard en omvang gelijk is aan het bestemde horecainrichting "Horeca - 1" zich mag vestigen binnen de voor Horeca - 1 bestemde gronden met uitzondering van, bedrijven met een risicocontour van 10-6 en geluidzoneringsplichtige inrichtingen zoals bedoeld in het Inrichting- en vergunningenbesluit milieubeheer;
  • b. artikel 9.1 en toestaan dat een deel van de woning voor de uitoefening van een aan huis gebonden kleinschalige beroeps- of bedrijfsactiviteiten gebruikt mag worden, waarbij de volgende bepalingen gelden:
    • 1. de verblijfsruimten moeten blijven voldoen aan het Bouwbesluit en de bouwverordening;
    • 2. de woonfunctie moet in overwegende mate gehandhaafd blijven en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden mogen niet onevenredig worden aangetast;
    • 3. de woonfunctie moet in ruimtelijke zin en visuele zin primair blijven;
    • 4. de beroeps- of bedrijfsactiviteit wordt uitgeoefend door in ieder geval één van de bewoners van de woning;
    • 5. maximaal 40% van het te bebouwen vloeroppervlak mag gebruikt worden voor huisverbonden activiteiten met een maximum van 50 meter²;
    • 6. detailhandel mag niet plaatsvinden behoudens een beperkte verkoop in het klein in direct verband met het aan huis verbonden beroep/ en bedrijf;
    • 7. er mogen geen reclameborden groter dan 0,5 meter² bij of aan de woning worden geplaatst;
    • 8. er geen onevenredige parkeerdruk voor de omgeving optreedt;
9.6.2 Beperking

De toepassing van de in artikel 9.6.1 genoemde afwijking is beperkt tot incidentele gevallen, waarbij het functioneren van de bestemming begrepen doeleinden en omliggende bestemmingen niet mag worden aangetast. In de afweging om af te wijken van het bestemmingsplan worden in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de cultuurhistorie, de verkeersveiligheid, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad wordt de omgevingsvergunning niet verleend;