direct naar inhoud van Artikel 7 Gemengd
Plan: Emmen, Het Hoge Loo
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2009068-0701

Artikel 7 Gemengd

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Gemengd aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een combinatie van de volgende gelijkwaardige functies detaihandel, maatschappelijk voorzieningen, dienstverlening, bedrijven tot en met milieucategorie 2, zoals bedoeld in de bijgevoegde staat van inrichtingen, bijlage 1, met uitzondering van risicovolle inrichtingen met een plaatsgebonden risicocontour van 10-6 / jaar, geluidzoneringsplichtige inrichtingen, zoals bedoeld in het Inrichting- en vergunningenbesluit milieubeheer en vuurwerkbedrijven;
  • b. bedrijfswoning met bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding bedrijfswoning;

met bijbehorende:

  • c. andere bouwwerken;
  • d. toegangswegen in- en uitritten;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
7.2 Bouwregels
7.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande, dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' uitsluitend bedrijfswoningen zijn toegestaan;
  • b. het bouwvlak mag volledig bebouwd worden;
  • c. ter plaatse van de maatvoeringaanduiding bouwhoogte mag de bouwhoogte van het (hoofd)gebouw niet meer bedragen dan is aangegeven, danwel de bestaande bouwhoogte indien geen of een andere dan de bestaande bouwhoogte is aangegeven;
7.2.2 Bedrijfswoning

Voor het bouwen van een bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen:

  • a. ter plaatse van de aanduiding bedrijfswoning is 1 bedrijfswoning toegestaan;
  • b. ter plaatse van het adres Dordsestraat 4 betreft de bedrijfswoning een grondgebonden woning en ter plaatse van de Noordbargerstraat 1- 3 een bedrijfwoning op de eerste en tweede verdieping;
7.2.3 Bijgebouwen bij de bedrijfswoning

Voor het bouwen van bijgebouwen bij de bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen:

  • a. bijgebouwen dienen ondergeschikt te zijn aan de bedrijfswoning, waarbij het aantal m² dat gebouwd wordt als bijgebouw  niet meer mag bedragen dan de bedrijfswoning;
  • b. bijgebouwen ten dienste van de bedrijfswoning op de verdieping (Noordbargerstraat 1- 3) dienen inpandig gerealiseerd worden;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen bij de grondgebonden bedrijfswoning (Dordsestraat 4) mag maximaal 75m² bedragen, mits niet meer dan 50% van de oppervlakte van het bouwperceel bebouwd wordt;
  • d. bijgebouwen bij de grondgebonden bedrijfswoning (Dordsestraat 4) dienen minimaal 3 meter achter de gevellijn van het hoofdgebouw te worden opgericht, danwel indien sprake is van een kleinere afstand, de reeds bestaande afstand;
  • e. de bouwhoogte van een bijgebouw , bij de grondgebonden bedrijfswoning (Dordsestraat 4), mag maximaal 6 meter bedragen waarbij de bouwhoogte van bijgebouwen binnen 3 meter afstand van de perceelsgrens mag maximaal 3,5 meter bedragen;
  • f. de goothoogte van een bijgebouw , bij de grondgebonden bedrijfswoning (Dordsestraat 4), mag maximaal 3 meter bedragen;
7.2.4 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. andere bouwwerken dienen minimaal 3 meter achter de gevellijn te worden opgericht, muv luifels aan het hoofdgebouw deze mogen maximaal 1,5 meter voor de gevellijn uit steken;
  • b. de bouwhoogte van een ander bouwwerk mag maximaal 3 meter bedragen met dien verstande dat lichtmasten en vlaggemasten maximaal 5 meter mogen bedragen;
  • c. in afwijking van het bepaalde in 7.2.4 onder a mag een erf- en terreinafscheiding voor de gevellijn opgericht worden mits de bouwhoogte van de erf- en terreinafscheidingen gelegen langs een openbare weg en/ of langs het gedeelte van het zijerf, dat loopt vanaf de openbare weg tot aan de voorgevel van het (hoofd)gebouw, maximaal 1 meter bedraagt, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de gevellijn maximaal 2 meter mag bedragen;
7.3 Nadere eisen
7.3.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de gebouwen, wat betreft:

  • a. de woonsituatie;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. cultuurhistorie;
  • d. verkeersveiligheid;
  • e. sociale veiligheid;
  • f. brandveiligheid, externe veiligheid en rampenbestrijding;
  • g. milieusituatie;
  • h. de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen.
7.4 Afwijken van de bouwregels
7.4.1 Bevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

artikel 7.2.1 onder a en toestaan dat maximaal 30 meter² aan extra gebouwen buiten het bouwvlak mogen worden opgericht voor noodzakelijke voorzieningen in het licht van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) uitsluitend op grond van - en vertoon van een medische indicatie en mits het voldoet aan de gestelde geluidsnormen;

  • i. artikel 7.2.4 onder c en toestaan dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen langs de openbare weg maximaal 1,5 mag meter bedragen;
7.4.2 Beperking

De toepassing van de in artikel 7.4 genoemde afwijking is beperkt tot incidentele gevallen, waarbij het functioneren van de bestemming begrepen doeleinden en omliggende bestemmingen niet mag worden aangetast. In de afweging om af te wijken van het bestemmingsplan worden in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de cultuurhistorie, de verkeersveiligheid, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad wordt de omgevingsvergunning niet verleend;

7.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van niet geluidsgevoelige ruimtes als geluidsgevoelige ruimte;
7.6 Afwijken van de gebruiksregels
7.6.1 Bevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

artikel 7.1 en toestaan dat een deel van de bedrijfswoning voor de uitoefening van een aan huis gebonden kleinschalige beroeps- of bedrijfsactiviteiten gebruikt mag worden, waarbij de volgende bepalingen gelden:

  • b. de verblijfsruimten moeten blijven voldoen aan het Bouwbesluit en de bouwverordening;
  • c. de woonfunctie moet in overwegende mate gehandhaafd blijven en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden mogen niet onevenredig worden aangetast;
  • d. de woonfunctie moet in ruimtelijke zin en visuele zin primair blijven;
  • e. de beroeps- of bedrijfsactiviteit wordt uitgeoefend door in ieder geval één van de bewoners van de woning;
  • f. maximaal 40% van het te bebouwen vloeroppervlak mag gebruikt worden voor huisverbonden activiteiten met een maximum van 50 meter²;
  • g. detailhandel mag niet plaatsvinden behoudens een beperkte verkoop in het klein in direct verband met het aan huis verbonden beroep/ en bedrijf;
  • h. er mogen geen reclameborden groter dan 0,5 meter² bij of aan de woning worden geplaatst;
  • i. er geen onevenredige parkeerdruk voor de omgeving optreedt;
7.6.2 Beperking

De toepassing van de in artikel 7.6.1 genoemde afwijking is beperkt tot incidentele gevallen, waarbij het functioneren van de bestemming begrepen doeleinden en omliggende bestemmingen niet mag worden aangetast. In de afweging om af te wijken van het bestemmingsplan worden in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de cultuurhistorie, de verkeersveiligheid, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad wordt de omgevingsvergunning niet verleend;