direct naar inhoud van 2.2 Rijksbeleid
Plan: Klazienaveen, schakelstation op tuinbouwgebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2009058-0801

2.2 Rijksbeleid

2.2.1 Ruimtelijk beleid

De Nota Ruimte is in februari 2006 formeel in werking getreden. In deze strategische Nota is de visie op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland weergegeven en zijn de belangrijkste bijbehorende doelstellingen opgenomen. Het beleid gaat uit van een dynamisch, op ontwikkeling gericht ruimtelijk beleid en een heldere verdeling van verantwoordelijkheden tussen rijk en decentrale overheden. Het geeft invulling aan het motto "decentraal wat kan, centraal wat moet". Hiermee sluit het beleid aan bij de eigenlijke uitgangspunten van het ruimtelijk beleid, die onder meer tot uiting komen in het decentrale planningsstelsel, met een centrale rol voor de gemeentelijke bestemmingsplannen.

Elektriciteitsvoorziening

De rol van de rijksoverheid in het ruimtelijke beleid voor de nationale elektriciteitsvoorziening is het zorgen voor voldoende ruimte voor een adequate infrastructuur in de vorm van vestigingsplaatsen voor grootschalige elektriciteitsproductie en van hoogspanningsverbindingen. Daarnaast is het voor de voorzieningszekerheid, de inpassing van duurzaam opgewekte elektriciteit en de economische efficiency van de energievoorziening van belang dat het koppelnet daar waar nodig wordt uitgebreid en zodanig wordt aangepast dat de uitwisseling van elektriciteit met het buitenland en van de windturbineparken in de Noordzee goed mogelijk is.

Doel van het nationaal ruimtelijk beleid voor elektriciteitsvoorziening is het beschikbaar zijn van voldoende ruimte voor de opwekking en distributie van elektriciteit en de stimulering van voldoende ruimte voor de opwekking van windenergie. Voor de distributie wordt de ontwikkeling van het landelijke koppelnet van hoogspanningsverbindingen voorgestaan dat blijft voldoen aan de daaraan gestelde eisen.

Structuurschema Elektriciteitsvoorziening

De ruimtebehoefte voor elektriciteitsvoorziening wordt vastgelegd in een aparte nota, het Derde Structuurschema Elektriciteitsvoorziening (SEV III). In deze PKB worden de vestigingsplaatsen voor grootschalige energieproductie opgenomen, evenals de bestaande en nieuwe verbindingen van het landelijke hoogspanningsnet met een spanning van 220 kilovolt (kV) en hoger. Het kabinet zal in het SEV III aangeven of er hoogspanningslijnen met een spanning lager dan 220 kV zijn die tot het nationale net behoren en zo ja, welke dat zijn. Tevens zal in het SEV III ingegaan worden op het waarborgingsbeleid voor kerncentrales. Zonodig kunnen in het SEV III locaties voor windparken met een vermogen van meer dan 50 MW en hoger worden opgenomen. Daarnaast zal in het SEV III worden ingegaan op de mogelijke ruimtelijke gevolgen van de effecten van elektromagnetische velden van hoogspanningsverbindingen.

Conclusie

Met onderhavig plan wordt bijgedragen aan de ontwikkeling van een adequate infrastructuur door een aansluiting op de bestaande hoogspanningsverbinding waarmee wordt bijgedragen aan de voorzieningszekerheid, en de inpassing van duurzaam opgewekte elektriciteit. De ontwikkeling is maatschappelijk gewenst en er zijn vanuit de Nota Ruimte geen belemmeringen.