direct naar inhoud van Artikel 8 Algemene afwijkingsregels
Plan: Buitengebied Dalen - Hooyas Oord 2
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0109.100BP00009-0003

Artikel 8 Algemene afwijkingsregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. de bij recht in de bestemmingsregels gegeven maten, afmetingen en percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages;
  • b. de bestemmingsregels in die zin dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
  • c. het bepaalde ten aanzien van het bouwen van gebouwen binnen het bouwvlak in die zin dat de grenzen van het bouwvlak naar de buitenzijde worden overschreden door:
    • 1. plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen en schoorstenen;
    • 2. gevel- en kroonlijsten en overstekende daken;
    • 3. erkers over maximaal de halve gevelbreedte, ingangspartijen, luifels, balkons en galerijen;

mits:

      • de bouwgrens met niet meer dan 1,50 m wordt overschreden;
  • d. het bepaalde ten aanzien van het bouwen van gebouwen, in die zin dat het vernieuwen of het herschikken van de aanwezige bebouwing wordt toegestaan, wanneer de bestaande bebouwingsomvang meer dan 250 m² maar niet meer dan 500 m² bedraagt, mits:
    • 1. het bebouwingsoppervlak in totaal niet toeneemt;
    • 2. bij herschikking de ruimtelijke samenhang op het perceel verbetert;
    • 3. bij nieuwbouw van een bijgebouw de bouwmassa van het bijgebouw het hoofdgebouw niet mag overheersen;
    • 4. indien sprake is van waardevolle bebouwing, de hoofdvorm van deze bebouwing gehandhaafd blijft;
  • e. het bepaalde ten aanzien van het bouwen van woonhuizen in die zin dat bij herbouw of verbouw van een woonhuis, binnen het bestaande bouwlichaam, maximaal 2 woningen worden gecreëerd, mits:
    • 1. er een perceelinrichtingsplan overlegd wordt;
    • 2. de hoofdvorm gehandhaafd blijft in geval van waardevolle bebouwing;
  • f. het bepaalde in de gegeven bestemmingen in die zin dat gebouwen ten behoeve van een kampeerterrein worden gebouwd, mits:
    • 1. een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 6.2 sub b is verleend;
    • 2. voldoende is aangetoond dat de bestaande gebouwen op het perceel, waarin de voorzieningen voor de minicamping kunnen worden gerealiseerd, minder dan 50 m² bedragen;
    • 3. de oppervlakte van de nieuw te bouwen gebouwen niet meer dan 50 m² per kampeerterrein bedraagt;
    • 4. de goot- en bouwhoogte aansluiten bij de bestaande bebouwing;
    • 5. geen onevenredige afbreuk plaatsvindt van:
      • de natuurlijke en landschappelijke waarden van het gebied en de directe omgeving daarvan;
      • de waardevolle essen in het gebied en de directe omgeving daarvan;
      • de stedenbouwkundige structuur van de bebouwing en omgeving.