direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf - 1
Plan: Holwert-Zuid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0109.001BP00000-0004

Artikel 3 Bedrijf - 1

3.1 bestemmingsomschrijving
3.1.1

De voor Bedrijf - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven in categorie 1 van de, als bijlage bij de planregels opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. productiegebonden detailhandel;

met bijbehorende bouwwerken, (parkeer)voorzieningen en (on)bebouwde gronden.

3.1.2

Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.

3.2 bouwregels
3.2.1

Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de goot- en bouwhoogte bedragen maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven goothoogte respectievelijk bouwhoogte;
  • c. het bebouwingspercentage van het bouwperceel bedraagt maximaal 60%;
  • d. de afstand van gebouwen tot de zijdelingse bouwperceelgrens dient minimaal 2,5 m te bedragen, dan wel tenminste de afstand van het bestaande gebouw tot de zijdelingse bouwperceelgrens indien deze minder bedraagt.
3.2.2

Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:

  • a. voor vlaggenmasten 8 m;
  • b. voor bedrijfsinstallaties en lichtmasten 4 m;
  • c. voor overige bouwwerken geen gebouwen zijnde 2 m.
3.3 afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • b. het bebouwingsbeeld;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. parkeervoorzieningen;

worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.2.1 sub d met dien verstande dat de afstand tot naast liggende bebouwing ten minste 1 m bedraagt.

3.4 specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van:

  • a. bedrijven als bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht;
  • b. bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen, voor zover niet toegestaan op basis van artikel 3.1;
  • c. het vervaardigen en/of de opslag van vuurwerk, anders dan ten behoeve van consumenten verkoop;
  • d. bedrijven die voldoen aan de activiteitomschrijvingen in kolom 1 van de onderdelen C en D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage.
3.5 afwijken van de gebruiksregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.1 voor het toestaan van een ander bedrijf dan ter plaatse is toegestaan, mits:

  • a. het bestaande bedrijf geen nutsvoorziening is;
  • b. het bedrijf voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld met een bedrijf genoemd in de betreffende categorie;
  • c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
3.6 wijzigingsbevoegdheid
3.6.1

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het toestaan van een bedrijf dat is opgenomen in de naasthogere categorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten dan ter plaatse is toegestaan, dan wel een bedrijf dat voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk gesteld kan worden met een bedrijf van die naasthogere categorie, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. geen onevenredige aantasting vindt plaats van de verkeersveiligheid;
  • b. geen onevenredige aantasting vindt plaats van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen gronden.
3.6.2

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van de bouw van een bedrijfswoning waar deze niet is toegestaan met dien verstande dat:

  • a. artikel 3.2 van overeenkomstige toepassing is;
  • b. de aanduiding 'bedrijfswoning' ter plaatse wordt opgenomen op de verbeelding;
  • c. de bevoegdheid uitsluitend kan worden uitgeoefend voor zover de bedrijfswoning noodzakelijk is voor een doelmatige bedrijfsvoering;
  • d. de belangen van omwonenden en bedrijven niet onevenredig worden aangetast, waarbij onder meer rekening wordt gehouden met milieuaspecten als geur, geluid, hinder en externe veiligheid;
  • e. de inhoud van de bedrijfswoning, inclusief aan- en uitbouwen, maximaal 500 m3 bedraagt;
  • f. bij een bedrijfswoning bijgebouwen zijn toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. deze zowel aangebouwd als vrijstaand mogen worden gebouwd;
    • 2. de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen per bedrijfswoning maximaal 50 m2 mag bedragen.