direct naar inhoud van Artikel 6 Algemene afwijkingsregels
Plan: Bosaanplant Mr Cremerstraat
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0106.99WP20121002C-C001

Artikel 6 Algemene afwijkingsregels

Burgemeester en wethouders kunnen middels een omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan:

  • a. ten aanzien van ondergeschikte punten met het oog op de aanpassing aan de werkelijke afmetingen in het terrein, met dien verstande dat de op de kaart aangewezen afstand tussen enige bebouwingsgrens en enige weggrens niet wordt verkleind, de structuur van het plan niet wordt aangetast, de belangen van derden in redelijkheid niet worden geschaad en de afwijking van de regels gewenst en noodzakelijk wordt geacht voor de juiste verwezenlijking van het plan;
  • b. voor afwijkingen ten aanzien van de voorgeschreven afmetingen en percentages van de bebouwing, met dien verstande dat de afwijkingen niet meer dan 10% mogen bedragen van de in deze regels genoemde, dan wel op de kaart aangewezen of daarvan te herleiden maten en/of percentages;
  • c. ten aanzien van het bepaalde over het bouwen van (hoofd-)gebouwen binnen het bouwvlak en toestaan dat de grenzen van het bouwvlak naar de buitenzijde worden overschreden door:
    • 1. plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen,ventilatiekanalen, en schoorstenen;
    • 2. gevel- en kroonlijsten en overstekende daken;
    • 3. (hoek-)erkers over maximaal de halve gevelbreedte, ingangspartijen, luifels, balkons en galerijen, mits de bebouwingsgrens met niet meer dan 1,20 m wordt overschreden;
    • 4. ten aanzien van het bepaalde over het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat:
  • d. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde wordt vergroot tot ten hoogste 10 m;
  • e. kunstwerken worden gebouwd tot een hoogte van ten hoogste 15 m.
6.1 Strijdig gebruik
  • a. Onder strijdig gebruik met dit wijzigingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijvingen.
6.2 Afwegingskader

Een in 6 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. externe veiligheid.