direct naar inhoud van 3.9 Externe veiligheid
Plan: Anreperstraat 204
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0106.99BP20111002B-C001

3.9 Externe veiligheid

Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's voor de omgeving bij gebruik, opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen als vuurwerk, lpg en munitie over weg, water en spoor en door buisleidingen.

In de omgeving van het plangebied zijn geen risicovolle inrichtingen aanwezig. Ook ligt het plangebied niet in de invloedsfeer van routes voor gevaarlijke stoffen. Wel liggen over de zuidoostelijke hoek van het plangebied twee hogedruk aardgastransportleidingen.

Het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) houdt milieukwaliteitseisen voor externe veiligheid vanuit het vervoer van gevaarlijke stoffen door buisleidingen. Het Bevb gaat uit van grens- en richtwaarden voor het plaatsgebonden risico (PR) en een verantwoordingsplicht van het groepsrisico (GR). Beide leidingen hebben een werkdruk van 40 bar. De diameters bedragen 6 en 12 inch. De leidingen hebben geen plaatsgebonden risicocontouren waarbinnen het realiseren van (beperkt) kwetsbare objecten tegen wordt gegaan. Voor de leidingen gelden inventaristatieafstanden van 70 en 140 meter, waarbinnen het groepsrisico verantwoord moet worden. Omdat de woningen binnen deze afstanden zijn gesitueerd, moet worden afgewogen of de toename van het aantal personen in de omgeving van de leiding tot een verantwoord groepsrisico leidt.

Gezien de dunne bevolkingsdichtheid rondom het plangebied kan met zekerheid worden gesteld dat er ruimschoots wordt voldaan aan de vastgelegde oriënterende waarde voor het groepsrisico. De toevoeging van één woning zal, gelet op de zeer beperkte toename van het aantal personen in de buurt van de gasleiding, geen significante toename van het groepsrisico tot gevolg hebben. Aangenomen kan worden dat de oriënterende waarde ook in de toekomstige situatie niet wordt overschreden.

Verantwoording groepsrisico

Conform het Besluit externe veiligheid buisleidingen dient invulling te worden gegeven aan de verantwoordingsplicht van het groepsrisico. Daarom is van het Steunpunt Externe Veiligheid een groepsrisicoberekening gevraagd en gekregen.

De plaatsgebonden risicocontour 10-6 ligt op de beide aardgasleidingen en bedraagt dus 0 meter. Daarmee wordt voldaan aan de genoemde grenswaarde. Het extern veiligheidsbeleid van de gemeente Assen vermeldt niets over hoe om te gaan met kwetsbare objecten binnen de 100% letaliteitszone van hogedruk aardgastransportleidingen. De 100% letaliteitszone van de twee betreffende aardgastransportleidingen van de Gasunie is zo groot dat de twee geprojecteerde woningen daarbinnen komen te liggen. Echter ligt in de bestaande situatie al een boerderij met bedrijfswoning binnen de 100% letaliteitszone. Gezien de omgeving, waar heel weinig kwetsbare objecten binnen het invloedsgebied van de aardgasleidingen liggen, kan gesteld worden dat het groepsrisico (GR) in de bestaande situatie nihil is. In de nieuwe situatie komt er een kwetsbaar object bij waar uit wordt gegaan met een toename van 2,4 persoon (kental) binnen de 100% letaliteitszone. Met deze toename zal het GR niet noemenswaardig toenemen en dus nihil blijven.

Daarnaast is het plangebied goed bereikbaar, waardoor de bestrijding van calamiteiten gewaarborgd wordt. Binnen het plangebied worden ten slotte geen verminderd zelfredzame doelgroepen gehuisvest.

Op basis van het voorgaande wordt (de toename van) het groepsrisico verantwoord geacht.