direct naar inhoud van 3.4 Water
Plan: Anreperstraat 204
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0106.99BP20111002B-C001

3.4 Water

Bij de totstandkoming van ruimtelijke plannen moet de watertoets worden toegepast. Dit houdt in dat alle ruimtelijke plannen een waterparagraaf moeten bevatten. De watertoets is het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten.

De ontwikkeling is voorgelegd aan het waterschap Hunze en Aa's via de digitale watertoets. Omdat het plangebied in een overstromingsrisicogebied ligt, dient de normale procedure voor de watertoets gevolgd te worden. Hiervoor heeft het waterschap een uitgangspuntennotitie met een wateradvies opgesteld. Dit document is opgenomen in Bijlage 1. Het wateradvies is hieronder samengevat.

Waterhuishouding

In de omgeving van het plangebied komen ondiepe slecht doorlatende lagen voor. Deze kunnen hoge grondwaterstanden en slechte infiltratie tot gevolg hebben. Geadviseerd wordt om een onderzoek uit te voeren naar de situatie in de bodem en de grondwaterstanden.

Het plangebied ligt in het stroomgebied van de Dentsche Aa, ter hoogte van het Anreperdiep. Deze watergangen zijn aangewezen als KRW-lichaam. Dit houdt in dat de waterkwaliteit ecologisch en chemisch niet mag verslechteren. De afwatering van het perceel vind indirect plaats op de genoemde watergangen. Voor het plangebied betekend dat dat de toegepaste materialen het afstromend hemelwater niet mogen vervuilen.

Riolering

Voor de riolering wordt uitgegaan van duurzame oplossingen die geen negatieve effecten op het watersysteem hebben. Hemelwater dient te worden gescheiden van afvalwater en, waar mogelijk vertraagd, te worden afgevoerd op het watersysteem. Indien geen riolering aanwezig is, kan voor het afvalwater gebruik worden gemaakt van een IBA-systeem. Dit dient minimaal een gecertificeerd IBA II systeem te zijn.

Wateroverlast

Om wateroverlast te voorkomen mag de afvoer van het hemelwater vanuit het plangebied in een gemiddelde situatie niet meer dan één liter per seconde per hectare bedragen. Voor het overtollige hemelwater dient voldoende bergingcapaciteit aanwezig te zijn. In dit geval neemt het verharde oppervlakte ten opzichte van de huidige situatie af. Dit betekent een verbetering in de afvoer van hemelwater, omdat er meer mogelijkheid is voor infiltratie. Dit vertraagd de afvoer van het hemelwater.

Verder dient rekening te worden gehouden met de ontwateringseisen, welke zijn genoemd in het wateradvies. Bij de uitvoering van het plan en bij de eventuele aanleg van waterpartijen en drainagesystemen, zal rekening worden gehouden met de ontwateringseisen.

Invloed op de waterhuishouding

Het aanwezige of ontvangende oppervlaktewater dient niet alleen voldoende ruimte te hebben voor het afstromende hemelwater, maar ook aan de inrichting dient aandacht te worden besteed. Voor een gezond watersysteem is de inrichting en het beheer van het bestaande of nieuw te realiseren oppervlaktewater belangrijk.

Procedure

Bij de verdere planvorming en de uitvoering van het bestemmingsplan wordt rekening gehouden met de uitgangspunten uit het wateradvies. Het voorontwerpbestemmingsplan is in het kader van het vooroverleg toegezonden aan het waterschap Hunze en Aa's. Zij hebben laten weten geen opmerkingen op het bestemmingsplan te hebben. De watertoetsprocedure is hiermee afgerond.