direct naar inhoud van Artikel 4 Leiding - Gas
Plan: Anreperstraat 204
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0106.99BP20111002B-C001

Artikel 4 Leiding - Gas

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een aardgastransportleiding met de daarbijbehorende belemmeringenstrook.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Bouwwerken

In afwijking van het bepaalde bij de andere ter plaatse voorkomende bestemmingen mogen op of in deze gronden, voor het ter plaatse aangegeven aantal meters voor de bebouwingsvrije zone aan weerszijden van de as van de ter plaatse aangegeven strook, geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze dubbelbestemming.

4.2.2 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Op of in deze gronden mogen geen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.

4.3 Afwijken van de bouwregels

Mits geen afbreuk wordt gedaan aan het veilig en doelmatig functioneren van de leiding, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2.1 en 4.2.2 in die zin dat de in de ter plaatse voorkomende bestemmingen genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:

  • vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder;
  • geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.4.1 Vergunningplicht

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is, ongeachte het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemmingen, een omgevingsvergunning vereist :

  • a. het aanbrengen van een oppervlakteverhardingen;
  • b. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
  • c. het aanbrengen van bomen en diepwortelende beplanting;
  • d. het rooien van bomen en diepwortelende beplanting;
  • e. het permanent opslaan van goederen;
  • f. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op andere wijze indrijven van voorwerpen in de grond.
4.4.2 Uitzondering

Het bepaalde in lid 4.4.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. graafwerkzaamheden betreffen als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;
  • d. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van kracht worden van het plan.
4.4.3 Toetsingscriteria

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 4.4.1 kan alleen worden verleend, mits:

  • a. geen schade ontstaat aan de leiding en/of het doelmatig functioneren van de leiding niet in gevaar wordt gebracht;
  • b. de veiligheid niet in gevaar wordt gebracht;
  • c. hierover schriftelijk advies is gevraagd van de leidingbeheerder.