direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Kloosterveen 2012, herziening Bosrank-Bosroos
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0106.08BP2014224A-C001

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

Op 13 juni 2013 heeft de gemeenteraad van Assen het bestemmingsplan Kloosterveen 2012 vastgesteld. Tegen het plan is beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State ingesteld. In het vonnis van 26 maart 2014 heeft de Afdeling het besluit van de raad van de gemeente Assen van 13 juni 2013 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Kloosterveen 2012" vernietigd, voor zover het betreft het plandeel met de bestemming "Wonen" en de aanduiding "zorgwoning" dat betrekking heeft op de Bosroos 32 t/m 80.

Het plan maakt namelijk het gebruik van de gronden voor zorgwoningen bij recht mogelijk, maar staat het gebouw niet bij recht toe. Nu zorgwoningen onder het begrip hoofdgebouw vallen en zorgwoningen volgens de planvoorschriften, niet kunnen worden aangemerkt als woonhuizen, is de conclusie dan ook dat de gemeenteraad in strijd met zijn bedoeling de zorgwoningen niet bij recht mogelijk heeft gemaakt. Het plan is dan ook in zoverre vastgesteld in strijd met de op grond van artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) te betrachten zorgvuldigheid.

Gelet op deze uitspraak voorziet het voorliggende bestemmingsplan in het bij recht toestaan van de gestapelde zorgwoningen door een aanpassing van de regels.

Daarnaast is inmiddels ook gebleken dat het bestemmingsplan Kloosterveen 2012 niet voorziet in de bouw van twee-onder-een-kap woningen aan de Bosrank. Dit betreft een omissie, want in het voorheen geldende bestemmingsplan/uitwerkingsplan was juist voorzien in de bouw van dit type woningen. Omdat de ontwikkeling aan de Bosrank inmiddels in zicht komt, is besloten om de omissie in dit plan te repareren.

Rekening houdend met de geringe aanpassingen die nodig zijn om bovenstaande wijzigingen door te voeren, is besloten het nu voorliggende plan in procedure te brengen.

Hoofdstuk 2 Relatie met het bestemmingsplan Kloosterveen 2012

2.1 Ligging en begrenzing plangebied

Het plangebied van de voorliggende herziening beslaat een klein deel van het bestemmingsplan Kloosterveen 2012. Het betreft ten eerste het bestemmingsvlak aan de Bosroos waar de zorgwoningen zijn gesitueerd. Daarnaast zijn aan de Bosrank drie bestemmingsvlakken in dit plan opgenomen. Onderstaande figuur toont de ligging van het plangebied.

Afbeelding 1: plangrens van dit bestemmingsplan.
afbeelding "i_NL.IMRO.0106.08BP2014224A-C001_0001.jpg"

2.2 Beleidskaders

In het bestemmingsplan Kloosterveen 2012 zijn de beleidskaders voor de ontwikkeling van de wijk beschreven. Aangezien de in deze herziening van het bestemmingsplan voorgestelde wijzigingen marginaal zijn qua programma en woningtype, kan worden gesteld dat voldaan wordt aan de in het bestemmingsplan Kloosterveen 2012 beschreven beleidskaders.

Hoofdstuk 3 Omgevingsaspecten

Het Besluit ruimtelijke ordening stelt in artikel 3.1.1.(onder f.) dat inzicht dient te worden gegeven in de uitvoerbaarheid van het plan. Bovendien dient het bestuursorgaan bij de voorbereiding van het besluit (tot vaststelling van het bestemmingsplan) de nodige kennis te vergaren omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen (3:2 Awb). Aangezien deze herziening slechts betrekking heeft op kleinschalige veranderingen in de bebouwingsbepalingen van het plan Kloosterveen 2012 is er geen reden tot het verrichten van nader onderzoek naar de omgevingsaspecten ten behoeve van de in dit plan mogelijk gemaakte ontwikkelingen.

Het onderzoek waaruit blijkt dat de woonfunctie past in een goede ruimtelijke ontwikkeling van Kloosterveen is reeds opgenomen in het bestemmingsplan Kloosterveen 2012.

Hoofdstuk 4 Water

In een bestemmingsplan dient volgens artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening een waterparagraaf te worden opgenomen, waarin rekening is gehouden met de gevolgen voor de waterhuishouding. Doel daarvan is de uitgangspunten en wensen vanuit duurzame watersystemen en veiligheid te vertalen naar concrete gebiedsspecifieke ruimtelijke uitgangspunten en deze weer te geven in het bestemmingsplan.

De voorliggende herziening brengt geen wijzigingen met zich mee die van invloed zijn op de waterhuishouding of de waterkwaliteit. Deze aspecten zijn beschreven in het bestemmingsplan Kloosterveen 2012 en hebben de instemming van het waterschap. Volledigheidshalve is een bewerking van de waterparagraaf uit het bestemmingsplan Kloosterveen 2012 hieronder weergegeven.

De waterhuishouding in het plangebied Kloosterveen is ingericht op stedelijk gebied. Afvalwater en hemelwater worden gescheiden opgevangen en afgevoerd. Het industrieel- en huishoudelijkafvalwater wordt via de riolering afgevoerd naar de rioolwaterzuivering van Waterschap Hunze en Aa's. Het hemelwater van daken en bestrating wordt via een stelsel van watergangen afgevoerd naar de verschillende poldergemalen.

Afbeelding 2: Waterstructuur Kloosterveen.
afbeelding "i_NL.IMRO.0106.08BP2014224A-C001_0002.jpg"

Hoofdstuk 5 Juridische vormgeving

5.1 Juridische planbeschrijving

Op 1 juli 2008 zijn de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (en het Besluit ruimtelijke ordening) in werking getreden. Daarnaast heeft het ministerie VROM het rapport Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008 (SVBP-2008) gepresenteerd. Inmiddels is deze standaard vervangen door de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP-2012). Deze standaard geeft aanbevelingen en richtlijnen voor de opzet van bestemmingsplannen. Bij het opstellen van deze standaard is overigens ook rekening gehouden met het Informatiemodel Ruimtelijke Ordening 2012 (IMRO-2012) en de Praktijkrichtlijn Bestemmingsplannen 2012 (PRBP-2012).

De bestemmingen in het bestemmingsplan Kloosterveen 2012 zijn zo veel mogelijk afgestemd op het gemeentelijke Handboek Bestemmingsplannen en op de toentertijd geldende ruimtelijke standaarden (versie 2008). De nu voorliggende herziening gaat noodzakelijkerwijs uit van de standaarden 2012. Daar waar bijvoorbeeld een aanduiding op de verbeelding een andere definiëring heeft gekregen, zal deze worden doorgevoerd. Een voorbeeld hiervan is aanduiding van de bouwhoogte. In het vigerende bestemmingsplan is dat “maximale bouwhoogte (m)”, in deze herziening is dat gewijzigd in “maximum bouwhoogte (m)”.

5.2 Bestemmingsplan

Het digitale bestemmingsplan " Kloosterveen 2012, herziening Bosrank-Bosroos " is de verzameling geometrisch bepaalde planobjecten dat is vervat in een GML-bestand met bijbehorende regels. Dit bestemmingsplan is via elektronische weg uitwisselbaar en raadpleegbaar. Het geeft de bestemming en de bebouwingsmogelijkheden van de gronden aan.

Het digitale bestemmingsplan bestaat uit een GML-bestand met bijbehorende regels. De analoge verbeelding van het voorliggende bestemmingsplan is getekend op een schaal 1:1.000 en omvat 1 kaartblad (genummerd 0106-03-002-P01). Het kaartblad geeft de bestemming van de gronden aan. Waar nodig zijn aanduidingen op de kaart opgenomen waarvan de betekenis in de regels wordt verklaard.

Beschrijving regels

De regels van het voorliggende bestemmingsplan zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken. Deze hoofdstukken zijn:

1. Inleidende regels;

2. Bestemmingsregels;

3. Algemene regels;

4. Overgangs- en slotregels.

Hieronder volgt een beschrijving van de belangrijkste bepalingen uit de Regels van het bestemmingsplan.

1. Inleidende regels

In de Inleidende regels worden de gebruikte begrippen beschreven (artikel 1) en worden (in artikel 2) regels gesteld die aangeven op welke wijze gemeten dient te worden. De regels en de verbeelding van het bestemmingsplan Kloosterveen 2012 hebben als uitgangspunt gediend voor de regels en verbeelding van deze herziening. Concreet betekent dit dat verwijzingen zijn aangepast en dat ondergeschikte wijzigingen zijn aangebracht. In de begripsbepalingen is bijvoorbeeld het begrip "woonhuis" opnieuw geformuleerd. Door de toevoeging van "geschakelde" en "twee-aaneengebouwde" woningen kunnen ook deze woningtypen aan de Bosrank worden gerealiseerd. Daarnaast is in tegenstelling tot het vorige bestemmingsplan nu een onderscheid gemaakt tussen de verschillende typen bijbehorende bebouwing.

2. Bestemmingsregels

De bestemmingsregels bevatten slechts één bestemming (Wonen). In de bestemmingsomschrijving (3.1) is aan sub b toegevoegd dat ter plaatse van de aanduiding "zorgwoning" ook woongebouwen zijn toegestaan. Daarmee wordt een afwijking gecreëerd van de regel in sub a dat er uitsluitend (grondgebonden) woonhuizen zijn toegestaan. Op deze wijze wordt het bestaande zorggebouw gelegaliseerd.

Langs de Bosrank is het -in afwijking van de vigerende regeling- gewenst om twee-aaneengebouwde en geschakelde woningen toe te staan. Door het aanpassen van de begripsbepaling voor woonhuis is dit geregeld. Het realiseren van aaneengesloten woningen is volgens dat begrip ook toegestaan. Echter, langs de Bosrank is dit type niet gewenst. Met behulp van de aanduiding "aaneengebouwd - uitgesloten" mogen ter plaatse geen aaneengebouwde woningen worden gebouwd. Dit is geregeld in 3.2.2, sub e.

In 3.2.2, sub g is de verwijzing naar de aanduiding die de bouwhoogte regelt, in overeenstemming gebracht met de SVBP2012.

3. Algemene regels

De verplichte anti-dubbeltelregel (artikel 3.2.4 Bro) is opgenomen in artikel 4. Artikel 5 geeft Algemene bouwregels die voornamelijk betrekking hebben op bestaande maatvoeringen ( 5.1 t/m 5.3). Deze bepalingen hebben in beginsel derhalve betrekking op de zorgwoningen aan de Bosroos, maar ook aan reeds gerealiseerde woningen aan de Bosrank. De algemene bouwregels zijn opgenomen om het onbedoeld onder het overgangsrecht laten vallen van bestaande, feitelijke en legale bouwwerken die afwijken van de nieuwe bestemmingsregeling te voorkomen. Het gaat bijvoorbeeld om afwijkende maten ten aanzien van oppervlakte, afstand tot de perceelsgrens en bouwhoogte.

Voorts geeft artikel 5 de vormen van gebruik die in ieder geval als strijdig gebruik (met de regels van het plan) dienen te worden beschouwd. De (binnen de gemeente gebruikelijke) Algemene afwijkingsregels zijn opgenomen in artikel 7.

In artikel 8 is bepaald dat de bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard overeenkomstig het bepaalde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing blijft, behoudens de specifiek benoemde onderwerpen.

4. Overgangs- en slotregels

Het Bro geeft in artikel 3.2.1 en 3.2.2 verplichte formuleringen voor het overgangsrecht ten aanzien van bouwwerken en gebruik. Deze zijn in het bestemmingsplan opgenomen in artikel 9. Artikel 10 bevat de zogenaamde slotregel.

Hoofdstuk 6 Financiële uitvoerbaarheid

Voor de delen van het bestemmingsplan Kloosterveen 2012 die nog niet zijn gerealiseerd, zijn exploitatieovereenkomsten gesloten. De vigerende bouwmogelijkheden voor deze percelen zijn zeer beperkt aangepast in het voorliggende bestemmingsplan. Het bestemmingsplan wordt om bovenstaande reden economisch uitvoerbaar geacht. Gelet op het voorgaande wordt geen exploitatieplan vastgesteld.

Hoofdstuk 7 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

7.1 Algemeen

Voor de totstandkoming van het bestemmingsplan wordt gebruik gemaakt van de geëigende procedures op grond van de Wet ruimtelijke ordening en de Algemene wet bestuursrecht. Het plan voorgelegd aan overleginstanties. Dit is voldoende waarborg voor het noodzakelijke inzicht in de maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan.

7.2 Overleg

Conform artikel 3.1.1. Besluit ruimtelijke ordening is het concept van het ontwerpbestemmingsplan voorgelegd aan overleginstanties zoals het waterschap en de provincie. Vanuit de overleginstanties zijn geen opmerkingen op het concept gekomen.

7.3 Inspraak

Rekening houdend met de beperkte aanpassingen van de vigerende bouwregels is geen mogelijkheid tot inspraak geboden. In het kader van de vaststellingprocedure is een ieder in de gelegenheid gesteld om een zienswijze in te dienen.

7.4 Zienswijzen

Het ontwerpbestemmingsplan volgt de uniforme openbare voorbereidingsprocedure die is beschreven in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 3.8 Wet ruimtelijke ordening (Wro). De kennisgeving van het ontwerpbestemmingsplan vindt plaats door middel van een publicatie in het gemeentelijke huis-aan-huisblad, de gemeentelijke website en in de Staatscourant. Het ontwerpplan is gedurende 6 weken ter inzage gelegd. Een ieder is daarbij in de gelegenheid gesteld, naar keuze, schriftelijk en/of mondeling zienswijzen op het plan naar voren te brengen. Er is één zienswijze ingediend. Voor een uitgebreide weergave van de zienswijze en het commentaar daarop wordt verwezen naar Bijlage 1 Reactienota zienswijzen. De zienswijze heeft niet geleid tot wijziging van het bestemmingsplan.