direct naar inhoud van Artikel 8 Gemengd
Plan: Kloosterveen 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0106.08BP2011KLVEEN-C001

Artikel 8 Gemengd

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor " Gemengd " aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen;
  • b. openbaar bestuur en openbare instellingen;
  • c. sportief-recreatieve doeleinden;
  • d. kantoren, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';
  • e. detailhandel met een gezamenlijke verkoopvloeroppervlakte van ten hoogste 25 m², uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
  • f. horeca van categorie 3, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3';
  • g. woonhuizen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
  • h. de bestaande woninggebonden bedrijvigheid en vrije beroepen;
  • i. vrije beroepen in een bedrijfswoning en de daarbij bijbehorende bouwwerken tot ten hoogste 50 % van de bebouwde oppervlakte, met dien verstande dat:
  • 1. de bewoner/gebruiker het zelf moet uitoefenen;
  • 2. het gebruik zowel naar aard als voor wat betreft de visuele aspecten ervan met het woonkarakter in overeenstemming is en de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft;
  • 3. het gebruik geen onevenredige parkeerdruk met zich brengt;
  • 4. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het woon-, werk- en leefklimaat van aangrenzende gronden door hinder en/of gevaar.

met de daarbijbehorende:

  • j. wegen en paden;
  • k. tuinen, erven en terreinen;
  • l. parkeervoorzieningen;
  • m. groenvoorzieningen;
  • n. waterlopen en waterpartijen;
  • o. waterhuishoudkundige doeleinden, waaronder waterberging;
  • p. nutsvoorzieningen;
  • q. andere-bouwwerken.
8.2 Bouwregels

Op de voor " Gemengd " aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

8.2.1 Bouwperceel

Voor een bouwperceel gelden de volgende regels:

  • a. het bebouwingspercentage van het bouwperceel bedraagt ten hoogste 60%, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' anders is aangegeven.
8.2.2 Gebouwen

Voor een gebouw gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw dient binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de goot- en bouwhoogte bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven hoogte.
8.2.3 Andere-bouwwerken

Voor een andere-bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevels(s) van het (hoofd)gebouw of het verlengde daarvan ten hoogste 2,50 m mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van speeltoestellen, licht- en vlaggenmasten mag ten hoogste 6,00 m bedragen;
  • c. in overige gevallen dan genoemd onder a en b mag de bouwhoogte niet meer dan 5,00 m bedragen.
8.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. externe veiligheid;
  • d. de verkeerssituatie;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
8.4 Afwijken van de gebruiksregels
8.4.1 Afwijken woninggebonden bedrijvigheid

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken voor de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf in een woning of bedrijfswoning en daarbij bijbehorende bouwwerken, tot ten hoogste 50% van de bebouwde oppervlakte en tot een maximum van 40 m².

8.4.2 Afwegingskader

De in lid 8.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend, indien:

  • a. de bewoner/gebruiker de bedrijfsactiviteit zelf moet uitoefenen;
  • b. het gebruik zowel naar aard als voor wat betreft de visuele aspecten ervan met het woonkarakter in overeenstemming is en de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft;
  • c. het gebruik geen onevenredige parkeerdruk met zich brengt;
  • d. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het woon-, werk- en leefklimaat van aangrenzende gronden door hinder en/of gevaar.