direct naar inhoud van Artikel 6 Maatschappelijk
Plan: Groene Dijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0106.08BP2010228-C001

Artikel 6 Maatschappelijk

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen ten behoeve van:
    • 1. maatschappelijke voorzieningen;
    • 2. kantoren ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen;
    • 3. een brandweerkazerne, ter plaatse van de aanduiding "brandweerkazerne";
  • b. bijgebouwen;

met de daarbijbehorende:

  • c. tuinen, erven en terreinen;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. (woon)straten en pleinen;
  • g. voet- en rijwielpaden;
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. andere-bouwwerken.

6.2 Bouwregels

Op de voor "Maatschappelijk" aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

6.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een hoofdgebouw dient binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste de ter plaatste van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte bedragen.

6.2.2 Bijgebouwen
  • a. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen zal ten hoogste 80 m² bedragen;
  • b. de bouwhoogte van bijgebouwen zal ten hoogste 3,00 m bedragen.

6.2.3 Andere-bouwwerken

Voor het bouwen van andere-bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevels(s) van het (hoofd)gebouw of het verlengde daarvan ten hoogste 2,00 m mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van vlaggenmasten mag ten hoogste 6,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 5,00 m bedragen.
6.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de milieusituatie;
  • b. de verkeerssituatie;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

6.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van detailhandel;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van het wonen;
  • c. het gebruik van gronden en bouwwerken als geluidsgevoelige objecten.