direct naar inhoud van Artikel 4 Gemengd
Plan: Groene Dijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0106.08BP2010228-C001

Artikel 4 Gemengd

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen ten behoeve van:
    • 1. bedrijven die zijn genoemd in Bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, met uitzondering van geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven;
    • 2. maatschappelijke voorzieningen, met uitzondering van educatieve voorzieningen;
    • 3. sportdoeleinden;
    • 4. bedrijfswoningen, met uitzondering ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning uitgesloten";
  • b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen;

met de daarbijbehorende:

  • c. tuinen, erven en terreinen;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. straten en pleinen;
  • g. voet- en rijwielpaden;
  • h. water;
  • i. nutsvoorzieningen;
  • j. andere-bouwwerken.

4.2 Bouwregels

Op de voor "Gemengd" aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

4.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een hoofdgebouw dient binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van een bedrijfsgebouw zal ten hoogste 15,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van een gebouw ten behoeve van sportdoeleinden zal ten hoogste 15,00 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van een bedrijfswoning zal ten hoogste 11,00 m bedragen
  • e. een hoofdgebouw dient plat te worden afgedekt.

4.2.2 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de aan- en uitbouwen en de bijgebouwen dienen ten minste 3,00 m achter de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan te worden gebouwd, tenzij de bestaande afstand minder bedraagt, in welk geval de bestaande afstand geldt;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen per hoofdgebouw buiten het bouwvlak mag ten hoogste 65 m² bedragen;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag ten hoogste 60% van het erf bedragen;
  • d. de goothoogte van een aan- of uitbouw of een aangebouwd bijgebouw mag ten hoogste gelijk zijn aan de bouwhoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw;
  • e. de goothoogte van een vrijstaand bijgebouw mag ten hoogste 3,00 m bedragen;
  • f. de bouwhoogte van een aan- of uitbouw of bijgebouw mag ten hoogste 6,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte ten minste 2,00 m minder bedraagt dan de bouwhoogte van het hoofdgebouw;
  • g. de dakhelling van een aan- of uitbouw of bijgebouw mag ten hoogste de dakhelling van het hoofdgebouw bedragen.

4.2.3 Andere-bouwwerken

Voor het bouwen van andere-bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevels(s) van het (hoofd)gebouw of het verlengde daarvan ten hoogste 2,00 m mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van vlaggenmasten mag ten hoogste 15,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van de overige andere-bouwwerken mag ten hoogste 5,00 m bedragen.

4.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de woonsituatie;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeerssituatie;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van bouwwerken voor bewoning, ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning uitgesloten";
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken als geluidsgevoelige objecten, ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning uitgesloten".

4.5 Wijzigingsbevoegdheid
4.5.1 Wijziging

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' wordt verwijderd, indien:

  • de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde.
4.5.2 Afwegingskader

De in lid 4.5.1 genoemde wijzigingsbevoegdheid kan uitsluitend worden toegepast, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • a. de milieusituatie;
  • b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.