direct naar inhoud van Artikel 7 Kantoor
Plan: Bedrijventerrein Assen Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0106.07BP2009163-C001

Artikel 7 Kantoor

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor " Kantoor " aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de uitoefening van administratieve, boekhoudkundige c.q. financiële, organisatorische en/of zakelijke functies, niet zijnde detailhandel;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2' bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten onder de categorieën 1 en 2;

met dien verstande dat de volgende ingevolge het vorenstaande toelaatbare bedrijven niet toegestaan zijn:

  • 3. bedrijven als bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht;
  • 4. bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
  • 5. vuurwerkbedrijven;
  • 6. bedrijven die voldoen aan de activiteitomschrijving in kolom 1 van de onderdelen C en D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage.

met daarbijbehorende:

  • c. wegen en paden;
  • d. tuinen, erven en terreinen;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. waterlopen en waterpartijen;
  • h. waterhuishoudkundige doeleinden, waaronder waterberging;
  • i. nutsvoorzieningen;
  • j. anderebouwwerken.

7.2 Bouwregels

Op de voor " Kantoor " aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

7.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw dient binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de voorgevel van een gebouw dient over een breedte van ten minste 50% in de naar de weg gekeerde bouwgrens te worden gebouwd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'minimale-maximale bouwhoogte (m)'bedraagt de bouwhoogte ten minste respectievelijk ten hoogste de ter plaatse aangegeven bouwhoogte;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)'bedraagt bedraagt het bebouwingspercentage ten hoogste het aangegeven bebouwingspercentage;
  • e. de afstand van gebouwen tot de bouwperceelgrens bedraagt ten minste 5,00 meter.
  • f. in aanvulling op het bepaalde in lid 7.2.1 sub e bedraagt ter plaatse van de aanduiding 'minimale afstand tot perceelsgrens' de afstand tot de binnen het bouwvlak gelegen zijdelingse bouwperceelsgrens ten minste 10 m;

7.2.2 Andere-bouwwerken

Voor het bouwen van andere-bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. overkappingen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevels(s) van het (hoofd)gebouw of het verlengde daarvan ten hoogste 2,00 m mag bedragen;
  • c. de bouwhoogte van vlaggenmasten mag ten hoogste 10,00 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van vrijstaande andere-bouwwerken ten behoeve van reclame-uitingen voor de naar de weg gekeerde gevels(s) van het (hoofd)gebouw of het verlengde daarvan mag ten hoogste 3,00 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van de overige andere-bouwwerken, mag ten hoogste 10,00 m bedragen.

7.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. externe veiligheid;
  • d. de verkeerssituatie;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

7.4 Afwijken van de bouwregels
7.4.1 Afwijken

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. van het bepaalde in lid 7.2.1 sub b in die zin dat het voorgeschreven minimum percentage mag worden verlaagd met ten hoogste 1/4 van het voorgeschreven minimum percentage;
  • b. het bepaalde in lid 7.2.1 sub c in die zin dat de aangeduide minimale bouwhoogte mag worden verlaagd met ten hoogste 1/4 van de aangeduide minimale bouwhoogte;
  • c. het bepaalde in lid 7.2.1 sub d in die zin dat het aangeduide bebouwingspercentage wordt verhoogd met ten hoogste 1/4 van het aangeduide bebouwingspercentage.
7.4.2 Afwegingskader

De in lid 7.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeerssituatie;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

7.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van:

  • a. de uitoefening van detailhandel;
  • b. bedrijven anders dan genoemd in lid 7.1 ;
  • c. buitenopslag van goederen op gronden gelegen vóór de naar de openbare weg gekeerde gevel(s) van de bedrijfsgebouwen en het verlengde van die gevel(s).

7.6 Afwijken van de gebruiksregels
7.6.1 Afwijken andere bedrijven

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 7.1 sub b en 7.5 sub b voor het toestaan van een ander bedrijf dan ter plaatse is toegestaan, mits:

  • a. het bedrijf voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld met een bedrijf genoemd in de betreffende categorie;
  • b. het niet betreft:
  • 1. bedrijven als bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht;
  • 2. bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
  • 3. vuurwerkbedrijven;
  • 4. bedrijven die voldoen aan de activiteitomschrijving in kolom 1 van de onderdelen C en D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage.

7.6.2 Afwijken hogere categorieen

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 7.1 sub b en 7.5 sub b voor het toestaan van een bedrijf dat is opgenomen in de naasthogere categorie die is genoemd in bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten dan ter plaatse is toegestaan, dan wel een bedrijf dat voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk gesteld kan worden met een bedrijf van die naasthogere categorie, mits het niet betreft:

  • a. bedrijven als bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht;
  • b. bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
  • c. vuurwerkbedrijven;
  • d. bedrijven die voldoen aan de activiteitomschrijving in kolom 1 van de onderdelen C en D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage.
7.6.3 Afwegingskader

De in lid 7.6.1 en 7.6.2 genoemde omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. externe veiligheid;
  • d. de verkeerssituatie;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.