direct naar inhoud van 3.7 Externe veiligheid
Plan: GEMEENTE ASSEN Oostergoo Baggelhuizen
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0106.05WP20103000B-C001

3.7 Externe veiligheid

Bij het opstellen van plannen op grond van de Wet ruimtelijke ordening dient er te worden gekeken naar de risico's die verband houden met de opslag, productie, verwerking en het transport van gevaarlijke stoffen (externe veiligheid). Hierbij kan het gaan om stoffen als aardgas, LPG en ammoniak. Hiermee wordt voorkomen dat er situaties ontstaan die onaanvaardbare risico's met zich meebrengen.

Kader bij de toetsing van plannen op grond van de Wet ruimtelijke ordening zijn het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) van 2004, de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen en de Circulaire “zonering langs hogedruk aardgastransport-leidingen” van 1984. Het besluit richt zich op stationaire bronnen (lees: een bedrijf of inrichting). De eerstgenoemde circulaire heeft betrekking op het transport van gevaarlijke stoffen. De andere circulaire heeft betrekking op de grotere aardgasleidingen. Zowel het besluit als eerstgenoemde circulaire geven waarden voor het risico aan dat toelaatbaar wordt geacht. De circulaire inzake buisleidingen geeft afstanden aan die in acht moeten worden genomen.

Voor al het vervoer van gevaarlijke stoffen (via weg, water, spoor èn buisleidingen) geldt dat het rijk bezig is het bestaande beleid aan te passen door het opstellen van het Besluit transportroutes externe veiligheid èn het Besluit Externe Veiligheid Buisleidingen. Tot aan de vaststelling van de besluiten blijven de circulaires van toepassing. Wel heeft de minister de gemeenten gevraagd om, vooruitlopend op de vaststelling van de besluiten, alvast rekening te houden met de nieuwe risiconormeringen.

Stationaire bronnen

In de directe nabijheid van het plangebied bevinden zich geen inrichtingen als bedoeld in het Bevi. De meest nabij gelegen Bevi-inrichting, de ijsbaan De Smelt met ammoniakinstallatie, ligt op minimaal 450 meter ten zuidoosten van het plangebied. Het plangebied bevindt zich buiten het invloedsgebied van de inrichting als bedoeld in het Bevi. Daarmee hoeft conform het Bevi het groepsrisico niet nader beschouwd te worden.

Inzake de ten noordoosten van het plangebied gelegen Johan Willem Frisokazerne was er in het bestemmingsplan 'Assen Zuid' nog sprake van een veiligheidszone in verband met een munitieopslag op het terrein. Deze veiligheidszone was overigens, behalve aan de noordzijde, gelegen op het kazerneterrein. Uit een mail van 30 juli 2007 van het Ministerie van VROM, directie Externe Veiligheid, blijkt dat thans geldt “Voor de inrichting is een recente vergunning van kracht met een beperkte hoeveelheid munitie van de gevarenklasse 1.4, zodat externe veiligheidszones niet noodzakelijk zijn. Eventueel nu in het (ontwerp) bestemmingsplan opgenomen veiligheidszones kunnen komen te vervallen.”

Transport gevaarlijke stoffen via buisleidingen

Het plangebied ligt dusdanig ver van hoge drukgasleidingen van NAM, ten (noord)westen van de locatie, dat aan de geldende toetsingsafstand van 60 meter (Circulaire inzake de zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen) ruimschoots wordt voldaan. De minimum afstand tot de NAM-leidingen betreft 300 meter.

Toetsend aan het toekomstige beleid blijkt dat het plangebied ook ruimschoots buiten het invloedsgebied van de NAM-leidingen loopt.

Transport gevaarlijke stoffen via de weg

Ten westen van het plangebied ligt op een afstand van circa 300 meter de A28, waarlangs transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Voor de A28 geldt dat er geen PR 10-6-contour wordt aangetroffen en daarmee deze norm niet wordt overschreden. Het groepsrisico is afhankelijk van zowel de transportgegevens als van de bevolkingsdichtheid in de omgeving. Op 29 augustus 2007 heeft Arcadis in opdracht van de gemeente Assen het groepsrisico bepaald ten behoeve van het plangebied Multi Functionele Accommodatie in Baggelhuizen. Dit plangebied ligt nog aanzienlijk dichter bij de A28 dan het huidige plangebied. Uit deze zogenaamde kwantitatieve risico analyse (QRA) (rapportnummer 141223/EA7/150/000599/sfo) blijkt dat het groepsrisico na uitvoering van het bouwplan (MFA) beperkt toeneemt, maar ruimschoots onder de oriëntatiewaarde blijft (van 0,001164 naar 0,003279 maal de oriëntatiewaarde). Voor het huidige bouwplan geldt hetzelfde.

Ten oosten van het plangebied ligt op een afstand van circa 250 meter de Europaweg Oost, waarlangs een enkele keer per jaar transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt (b.v. ammoniak naar De Smelt). Voor deze weg geldt eveneens dat er geen PR 10-6-contour wordt aangetroffen en daarmee deze norm niet wordt overschreden. Het groepsrisico ten gevolge van het transport langs deze weg zal zo gering zijn (ook ten opzichte van de A28), dat deze buiten beschouwing kan worden gelaten.

Aangegeven wordt dat als aandachtspunten voor de verdere invulling van het plan gelden: zelfredzaamheid, hulpverlening en vluchtroutes. Dit zal (standaard) gebeuren in overleg met de (Regionale) Brandweer.