direct naar inhoud van 3.7 Flora en fauna
Plan: Stadsbroek, Hotel De Bonte Wever
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0106.05BP201040B-C001

3.7 Flora en fauna

3.7.1 Flora- en faunatoets

In het kader van het bestemmingsplan Stadsbroek II is in 2005 door Bugel Hajema adviseurs een toets Flora- en faunawet uitgevoerd, rapport Advies Flora- en faunawet Stadsbroek II, d.d. 23 februari 2005, projectnr. 015.00.02.55.11.

Gebiedsbescherming

Uit de ligging van het plangebied vloeit geen (directe) gebiedsbescherming voort.

Niet bedreigde waarden

Uit de soortgroepen vlinders en libellen zijn geen beschermde soorten in het plangebied aanwezig. Uit de soortgroep vissen is een beschermde soort nabij het plangebied aanwezig. Deze wordt echter door de ingrepen niet bedreigd.

Vogels
In het plangebied is voor geen enkele soort de goede staat van instandhouding in het geding.

Vrijgestelde soorten
In het plangebied van Stadsbroek II komen enkele beschermde vaatplanten, zoogdieren en amfibieën voor. Voor deze soorten geldt een vrijstelling voor artikel 8 t/m 12 van de Flora- en faunawet. Aan deze vrijstelling zijn geen aanvullende eisen gesteld. Voor verstoring van deze soorten hoeft geen ontheffing te worden aangevraagd.

Ontheffingen

In het plangebied worden geen soorten verstoord, waarvoor ontheffing moet worden aangevraagd, mits wordt voldaan aan bepaalde voorwaarden, als gesteld in paragraaf 4.5 en 4.6 van het rapport Advies Flora- en faunawet Stadsbroek II.

Aanbevelingen

Tot slot wordt, met het oog op de uit te voeren civieltechnische werkzaamheden, verwezen naar de aanbevelingen in het rapport Advies Flora- en faunawet Stadsbroek II.

3.7.2 Mitigatieplan vleermuizen

Tauw heeft onderzoek gedaan naar de consequenties van de flora- en faunawetgeving voor de voorgenomen werkzaamheden ten behoeve van de bouw van het Hotel De Bonte Wever (Mitigatieplan Vleermuizen, Hotel De Bonte Wever, Assen, d.d. 14 oktober 2009, projectnummer 4681596). De belangrijkste werkzaamheden ten behoeve van de bouw van het hotel bestaan uit het kappen van naaldbomen, het vergraven van een aarden wal en het bouwen van het hotel.

Resultaten vleermuisonderzoek
Tijdens de veldbezoeken zijn de Gewone dwergvleermuis, de Laatvlieger en de Ruige dwergvleermuis aangetroffen. De Laatvlieger en Ruige dwergvleermuis gebruiken het plangebied alleen als foerageergebied. In de omgeving blijven na realisatie van het onderhavige project voldoende bosgebied, lanen en bosjes behouden als foerageergebied voor deze soorten.
Tijdens het laatste bezoek vertoonden twee individuen van de Gewone dwergvleermuis territoriaal (balts) gedrag. Geconcludeerd wordt dat het gebied met naaldbomen ten noorden van de tribune van DeSmelt door Gewone dwergvleermuis wordt gebruikt als baltsgebied. Een baltsgebied heeft een sterke relatie met een verblijfplaats, omdat na de balts de paring plaatsvindt in een verblijfplaats in bebouwing. Het baltsgebied wordt daarom ook gezien als onderdeel van de functionele leefomgeving van vleermuizen.

Balts- en foerageergebied
Verwijdering van het baltsgebied voor Gewone dwergvleermuis, bestaande uit naaldbomen, wordt gemitigeerd door de aanplant van nieuwe bomen. Op het parkeerterrein ten noordoosten van DeSmelt wordt de huidige structuur van eikenbomen versterkt door de aanplant van nieuwe rijen bomen, waarbij met de boomkeuze rekening wordt gehouden met omgeving en landschap (eiken of lindes). Op het grasland ten zuidoosten van DeSmelt is het plan om een beekje met beekbegeleidende bomen te realiseren. Ten zuidoosten van DeSmelt zijn er toekomstplannen voor de ontwikkeling van een wielerbaan, sporthal en openluchtzwembad. In het beoogde gebied is een parklandschap geprojecteerd met heuvels, water en (grote) bomen. De inzet is om de nieuwe aanplant zo spoedig mogelijk te realiseren. Daardoor zijn er voldoende groenstructuren in de omgeving. Alle inspanningen zijn er op gericht dat ten tijde van de kap van de naaldbomen in fase 2 en 3 in het voorjaar van 2011, de extra bomen aangeplant zijn.

Verblijfplaatsen
In de tribune van DeSmelt, het restaurant en de bebouwing van de bevoorrading bevinden zich mogelijk verblijfplaatsen van Gewone dwergvleermuizen. Door de werkzaamheden van de bouw van het hotel en de fysieke aanwezigheid, menselijke activiteit en lichtuitstraling van het hotel kunnen eventuele verblijfplaatsen aan de noordzijde in de tribune ongeschikt worden voor de Gewone dwergvleermuis. Daarnaast vormt het hotel een barrière in de vliegroute van de tribune naar de rij eikenbomen rondom de tribune en eiken langs de Hoofdlaan. Om de eventuele verblijfplaats van vleermuizen in de tribune zo min mogelijk te verstoren en te compenseren, worden de volgende maatregelen genomen:

  • aan de achterzijde van het hotel, aan de zijde van de tribune wordt geen permanente verlichting geplaatst, alleen noodverlichting;
  • aan de voorzijde van het hotel, de toegang en de parkeerplaats wordt verlichting geplaatst met diepe reflectoren, zodat uitstraling alleen naar beneden plaats vindt;
  • de verlichting wordt zo laag mogelijk gehouden met een maximale horizontale verlichtingssterkte gemeten op het wegdek van 5 lux;
  • er wordt gekozen voor meerdere kleine lichtbronnen op de parkeerplaats in plaats van één sterke lichtbron;
  • in de gevel van het hotel worden voorzieningen getroffen voor verblijfplaatsen van gewone dwergvleermuis. Mogelijkheden hiervoor zijn:
    • 1. het weglaten van stootvoegen met een opening van 1,5 cm breed, waardoor de vleermuis toegang heeft tot de spouwmuur;
    • 2. het inmetselen van tien vleermuiskasten in fase 2 en fase 3;
    • 3. het monteren van een plank tegen de gevel, waarbij net 1,5 tot 2 centimeter ruimte is tussen de muur en plank. Vleermuizen kunnen achter deze plank wegkruipen. Vooral Gewone dwergvleermuizen en Ruige dwergvleermuizen maken gebruik van dit soort constructies;
  • de verblijfplaatsen moeten op minimaal 3 meter hoogte gerealiseerd worden, in een rustige, luwe, beschutte plek, met wat zonnewarmte, maar niet vol in de zon;
  • de detaillering van de verblijfplaatsen zal verder worden uitgewerkt door de initiatiefnemer en de gemeente Assen met advies van een terzake deskundige.