direct naar inhoud van 4.6 Externe veiligheid
Plan: GGZ / Diepstroeten 1e fase 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0106.03BP2012GGZ-C001

4.6 Externe veiligheid

Inleiding

De risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld door productie, opslag, transport en gebruik van gevaarlijke stoffen moeten tot een aanvaardbaar minimum worden beperkt. Hiervoor zijn in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) regels gesteld. De wetgeving rond externe veiligheid richt zich op het beschermen van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten (artikel 1 van het Bevi). Kwetsbaar zijn onder meer woningen, onderwijs- en gezondheidsinstellingen en kinderopvang- en dagverblijven. Beperkt kwetsbaar zijn onder meer kleine kantoren, winkels, horeca en parkeerterreinen.

Bij de beoordeling van externe veiligheid in relatie tot de ruimtelijke ordening worden twee soorten risico's onderscheiden; plaatsgebonden risico (PR) en groepsrisico (GR). Het plaatsgebonden risico wordt uitgedrukt als een kans per jaar en wordt verbeeld in een vaste norm (PR 10-6). Bij het groepsrisico gaat het om de cumulatieve kansen per jaar dat een aantal personen overlijdt als gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting of een transportas, waarbij een gevaarlijke stof betrokken is. Voor het groepsrisico bestaat geen wettelijke norm waaraan getoetst wordt. In plaats daarvan wordt getoetst aan de oriƫntatiewaarde van het groepsrisico. Bij het toekennen van bepaalde bestemmingen moet onderzocht worden of voldoende afstand in acht wordt genomen tussen (beperkt) kwetsbare objecten enerzijds en risicovolle inrichtingen anderzijds vanwege het plaatsgebonden risico. Tevens moet onderzocht worden of (beperkt) kwetsbare objecten binnen het invloedsgebied van risicovolle inrichtingen liggen, en zo ja, wat dan de bijdrage is aan het groepsrisico.

Onderzoek gasleiding

Het bestemmingsplan is consoliderend van aard zodat er in feite geen specifiek onderzoek noodzakelijk is. Om toch een actueel beeld te krijgen is voor het aspect externe veiligheid onderzoek uitgevoerd door het Steunpunt Externe Veiligheid Drenthe. In het rapport 'Onderzoek Externe Veiligheid - Risicoanalyse aardgastransportleidingen bestemmingsplan "GGZ en Diep Stroeten", d.d. 13 augustus 2012' zijn hiervan de resultaten beschreven (zie bijlage 1).

In het noordelijk deel van het plangebied lopen 2 gasleidingen (N-521-40 en N-507-28) parallel en voorbij de Burg. Bothenius Lohmanweg- Oude Trambaan loopt de N-521-40 alleen door naar het zuiden. De derde gasleiding in het plangebied, de N-521-42, loopt van oost naar west ter hoogte van de Burg. Bothenius Lomanweg. Daar waar er 1 gasleiding of 2 gasleidingen parallel lopen, is een belemmeringenstrook van 5 meter respectievelijk 17 meter aan weerszijden van het hart van de gasleiding op de plankaart gepositioneerd.

Plaatsgebonden risico

De 10-6 risicocontour van alle risicovolle transportaders ligt op 0 meter van het hart van de gasleidingen. Dus binnen deze 10-6 risicocontour vallen geen (beperkt) kwetsbare objecten en conform de wetgeving (Besluit externe veiligheid buisleidingen en het Besluit externe veiligheid inrichtingen) zijn er dus geen knelpunten (saneringsgevallen).

Groepsrisico

Het bestemmingsplan is conserverend van aard en leidt niet tot een toename van het groepsrisico van een risicovol object of transportader. Het groepsrisico (t.o.v. fN-curve) voor aardgastransportleidingen is nihil of ligt ruim onder de oriƫntatiewaarde. Er is dus sprake van een acceptabele situatie.

Verantwoordingsplicht groepsrisico

Conform het Besluit externe veiligheid buisleidingen en het Besluit externe veiligheid inrichtingen dient invulling te worden gegeven aan de verantwoordingsplicht van het groepsrisico GR. Het betreft de actualisatie van het bestemmingsplan. Aan de bestaande ruimtelijke situatie verandert er feitelijk niets. Als het groepsrisico ruim onder de oriƫntatiewaarde ligt en het groepsrisico niet toeneemt door het besluit is een verantwoording van het groepsrisico niet vereist. Omdat aan deze voorwaarden wordt voldaan is geen verantwoording groepsrisico vereist.

Vervoer gevaarlijke stoffen over de spoorweg

Over de spoorweg Groningen-Zwolle worden gevaarlijke stoffen vervoerd. In het kader van externe veiligheid kan ook deze transportroute van belang zijn voor de risico's in het plangebied.

Plaatsgebonden risico

Uit het onderzoek blijkt dat de PR 10-6 risicocontouren van het spoor op het spoor liggen. Binnen de PR 10-6 risicocontouren liggen daarmee geen (beperkt) kwetsbare objecten. Er zijn geen knelpunten. Daarmee voldoet het plaatsgebonden risico aan de wettelijke norm en levert de contour geen belemmering op voor het plangebied.

Groepsrisico

Het nieuwe bestemmingsplan geeft ten opzichte van het vigerend bestemmingsplan geen verandering van het aantal mensen binnen het invloedsgebied met andere woorden het groepsrisico verandert niet en hoeft daarmee niet verantwoord te worden.

Plasbrandaandachtsgebied

Binnen het plasbrandaandachtsgebied van de spoorweg (30 meter vanaf de kant van de buitenste spoorstaaf) geldt een verantwoording bij het bouwen van kwetsbare objecten. Ook dit geeft geen beperkingen.

Conclusie

In het bestemmingsplan wordt een dubbelbestemming opgenomen in de regels en op de verbeelding ter bescherming van de aanwezige gasleidingen. Het aspect externe veiligheid vormt geen beperking verder voor dit bestemmingsplan.