direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Assen - Facetbeheersverordening Parkeren
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0106.02BHV20201000J2-C001

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Op 1 juli 2018 zijn de stedenbouwkundige bepalingen in de gemeentelijke Bouwverordening vervallen. Een belangrijk gevolg hiervan is dat de daarin specifiek geregelde parkeerregels eveneens zijn vervallen. Die parkeerregels hebben een directe relatie met de inhoud van bestemmingsplannen en beheersverordeningen. Het is daarom van belang om alle bestemmingsplannen en beheersverordeningen waarin nog niet is voorgesorteerd op deze wetswijziging, aan te passen, zodanig dat de parkeerregels ook in die bestemmingsplannen en beheersverordeningen van toepassing worden.

1.2 Planvorm

In de gemeente Assen zijn vier beheersverordeningen van kracht. In deze beheersverordeningen zijn de regelingen van oude bestemmingsplannen opgenomen. Onderhavig beheersverordening betreft een zogenaamd facetbeheersverordening. Een facetbeheersverordening is een partiële herziening van meerder beheersverordeningen. Op één of meer aspecten worden diverse beheersverordeningen met een facetbeheersverordening aangepast of aangevuld, voor het overige blijven de desbetreffende beheersverordeningen (regels en verbeelding) van kracht. Dit maakt het dus mogelijk om met één beheersverordening alle beheersverordeningen aan te vullen of aan te passen waarvoor dit noodzakelijk is. Voorliggend facetbeheersverordening is daarmee een aanvullende en deels vervangende regeling over het specifieke onderwerp parkeren en herziet de bestaande beheersverordeningen partieel.

Tegelijkertijd wordt voor hetzelfde onderwerp ook een facetbestemmingsplan voor alle bestemmingsplannen opgesteld. Dat plan heeft hetzelfde doel, maar moet in juridische zin op een andere manier worden aangelopen Het gaat namelijk om verschillende ruimtelijke instrumenten met elk een eigen procedure.

De voorliggende herziening voorziet in een facetregeling voor het parkeren. Meer hierover is uitgewerkt in hoofdstuk 2.

De beheersverordeningen waarop deze herziening betrekking heeft, zijn opgenomen in de toepassingsbepaling van artikel 2 van de regels.

1.3 Plangebied

De voorliggende facetbeheersverordening geldt voor alle beheersverordeningen binnen het grondgebied van de gemeente Assen. De overige gebieden zijn geregeld in een facetbestemmingsplan. Voor deze gebieden is de onderhavige regeling niet van toepassing, maar het Facetbestemmingsplan Parkeren. De ligging van het plangebied is weergegeven in figuur 1.1.

afbeelding "i_NL.IMRO.0106.02BHV20201000J2-C001_0001.jpeg"

Figuur 1.1 Ligging van het plangebied

1.4 Leeswijzer

Hoofdstuk 2 bevat de toelichting op het te herziene onderdeel van de betreffende beheersverordeningen. In hoofdstuk 3 wordt uitgelegd op welke wijze de juridische regeling in elkaar zit en ten slotte wordt in hoofdstuk 4 ingegaan op de uitvoerbaarheid van het plan.

Hoofdstuk 2 Te herziene onderwerpen

2.1 Vervallen stedenbouwkundige bepalingen

Op 29 november 2014 is de Reparatiewet BZK 2014 in werking getreden. In deze wet is geregeld dat de grondslag voor stedenbouwkundige bepalingen in de bouwverordening per 1 juli 2018 is komen te vervallen. Dit betekent dat voor onder andere parkeernormen niet meer kan worden getoetst aan de bepalingen uit de bouwverordening. In beheersverordeningen die zijn vastgesteld na 29 november 2014 moet daarom een parkeerregeling zijn opgenomen.

Bij het realiseren van voldoende parkeergelegenheid hoeven geen bestaande tekorten te worden opgelost. De te realiseren parkeergelegenheid moet voldoende zijn voor het bouwwerk waarvan een behoefte aan parkeergelegenheid wordt verwacht.

Gelet op het vorenstaande is een aanpassing van de plannen nodig in die zin dat de in artikel 2 genoemde beheersverordeningen de verwijzing naar de Bouwverordening moet worden verwijderd en een nieuw artikel moet worden opgenomen waarin het parkeerbeleid wordt geregeld. Op grond van artikel 3.1.2, lid 2, onder a van het Besluit ruimtelijke ordening kan in deze parkeerregeling worden verwezen naar de Nota parkeernormen Assen waarin de parkeernormen zijn opgenomen.

Van de verplichting om voldoende parkeergelegenheid te realiseren kan worden afgeweken. In gebieden waar parkeergelegenheid en parkeerbehoefte niet op elkaar aansluiten doordat de fysieke ruimte niet aanwezig is en niet kan worden gecreëerd, kan dit zinvol zijn. Door af te wijken kan een functie met een parkeerbehoefte toch worden toegelaten zonder dat er op eigen terrein of in de omgeving voldoende parkeerplaatsen zijn.

Hoofdstuk 3 Juridische toelichting

Deze facetbeheersverordening bevat een aantal artikelen waarin de parkeerregeling als het ware wordt ingepast in de geldende regelingen. Omdat de regeling de beheersverordeningen op slechts een aantal onderdelen herziet, wordt het een partiële herziening genoemd.

Er is een bepaling opgenomen op welke wijze de regeling in de betreffende beheersverordeningen is verwerkt.

In artikel 2 van de regels is een toepassingsbepaling opgenomen waarin is bepaald welke beheersverordeningen worden herzien.

Verder zijn er een (verplichte) standaardbepalingen voor het overgangsrecht opgenomen. Deze overgangsbepalingen gelden uitsluitend voor het bouwen en gebruik dat voortvloeit uit de parkeerregeling. Het overgangsrecht van de 'onderliggende' beheersverordeningen en bestemmingsplannen blijft van toepassing.

Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid

4.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

De Wet ruimtelijke ordening (Wro) kent geen voorbereidingsprocedure voor de beheersverordening.

Wel is gekozen om het ontwerp van de beheersverordening zes weken voor inspraak ter inzage te leggen. Hiervan is gebruik gemaakt.

De beheersverordening heeft met ingang van 9 december 2020 6 weken ter inzage gelegen. Er is in totaal 1 Inspraakreactie (zienswijze) ontvangen. De reactie op de zienswijze is opgenomen in de Nota zienswijzen. Deze reactie geeft geen aanleiding om de beheersverordening aan te passen.

De beheersverordening is daarna door de gemeenteraad vastgesteld. Hierop is hoofdstuk 3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing. Tegen het besluit tot vaststellen van een beheersverordening kan geen bezwaar of beroep worden aangetekend.

In de beheersverordening zijn geen nieuwe beleidsvoornemens vertaald of uitgewerkt, waardoor geen inspraak ingevolge de gemeentelijke inspraak wordt gevoerd. Ook is overleg op grond van het Bro daardoor niet nodig. De maatschappelijke uitvoerbaarheid is hiermee gewaarborgd.

4.2 Grondexploitatie en economische uitvoerbaarheid

De economische uitvoerbaarheid van een ruimtelijke regeling wordt bepaald door de financiële haalbaarheid van daarin mogelijk gemaakte ontwikkelingen en de grondexploitatie.

Door middel van de grondexploitatieregeling in de Wro en het Bro beschikken gemeenten over mogelijkheden voor het verhalen van kosten. De vaststelling van een exploitatieplan is bij een beheersverordening niet mogelijk. De beheersverordening regelt immers het bestaande gebruik en maakt geen grootschalige bouwplannen (Besluit ruimtelijke ordening) mogelijk, waarbij kostenverhaal aan de orde is. Hierdoor is geen sprake van gemeentelijke kosten voor bijvoorbeeld het opstellen van een plan of planschade. Het aantonen van de financiële haalbaarheid hierom is ook niet nodig.