direct naar inhoud van Artikel 6 Wonen
Plan: Nieuw Graswijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0106.00BP20093002-C001

Artikel 6 Wonen

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Wonen ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woonhuizen in de vorm van vrijstaande en halfvrijstaande woningen;
  • b. de uitoefening van aan huis gebonden beroepen;

met daarbij behorende:

  • c. aan- en uitbouwen en bijgebouwen;
  • d. bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  • e. tuinen en erven;

met dien verstande dat bij elke woning twee opstelplaatsen voor auto's aanwezig dienen te zijn.

6.2 Bouwregels

Op de voor ' Wonen ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

6.2.1 Hoofdgebouwen

Voor een hoofdgebouw gelden de volgende regels:

  • a. een hoofdgebouw dient binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. het aantal woningen bedraagt ten hoogste het aantal dat in het bouwvlak is aangeduid, waarbij ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' alleen vrijstaande woningen mogen worden gebouwd;
  • c. de hoofdgebouwen staan op een minimale afstand van 4 m uit de zijdelingse perceelgrens, een zijde van tweekappers uitgezonderd;
  • d. de naar de weg gekeerde gevel(s) van de woningen worden gebouwd in de bouwgrens;
  • e. de woningen worden gebouwd in twee bouwlagen met kap;
  • f. de goothoogte bedraagt ten hoogste 6 m;
  • g. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 10 m.
6.2.2 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Voor aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de afstand achter de voorgevel van een hoofdgebouw en het verlengde daarvan bedraagt ten minste 5 m;
  • b. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens bedraagt ten minste 1 m;
  • c. de goot- en bouwhoogte bedragen ten hoogste respectievelijk 3 m en 6 m, met dien verstande dat de goothoogte van een aan- en uitbouw mag worden verhoogd tot ten hoogste de hoogte van de begane grondverdieping van het hoofdgebouw.
6.2.3 Andere-bouwwerken

Voor andere-bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte mag niet meer dan 1 m bedragen indien de bouwwerken voor de voorgevel van de woning en/of het verlengde daarvan worden gebouwd;
  • b. in overige gevallen dan genoemd onder a mag de bouwhoogte niet meer dan 2,5 m bedragen.
6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan:

  • a. de plaats en afmetingen van de bebouwing;

ten behoeve van:

  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de verkeersveiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • f. de sociale veiligheid;
  • g. externe veiligheid.
6.4 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de Bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen het gebruik van gronden voor prostitutie- of escortbedrijf.

6.5 Afwijken van de gebruiksregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 6.1 ten behoeve van de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf in een woning en daarbij behorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen, tot ten hoogste 50% van het bebouwde oppervlak tot een maximum van 40 m², met dien verstande dat:

  • 1. het gebruik zowel naar de aard als wat betreft de visuele aspecten ervan met het woonkarakter in overeenstemming is en de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd;
  • 2. het gebruik geen onevenredige parkeerdruk met zich meebrengt.
6.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.6.1 Omgevingsvergunning

Het is verboden zonder omgevingsvergunning de volgende werken en/of werk-zaamheden, geen bouwwerken en normale onderhoudswerkzaamheden zijnde, uit te voeren op de voor Wonen aangewezen gronden:

  • a. het vellen en/of rooien van de bestaande bomen;
  • b. het vergraven of dempen van de bestaande sloten en andere watergangen.
6.6.2 Uitzonderingen

De in sub 6.6.1 bedoelde vergunning is niet vereist voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden:

  • a. die reeds in uitvoering zijnde ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
  • b. die het normale onderhoud betreffen;
  • c. die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning.