direct naar inhoud van Artikel 10 Sport - Manege
Plan: Ter Idzard
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0098010407870203-

Artikel 10 Sport - Manege

 

10. 1.    Bestemmingsomschrijving

De op de plankaart voor Sport - Manege aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    gebouwen ten behoeve van een paardenhouderij annex ma­nege;

met daaraan ondergeschikt:

b.    tuinen, erven en binnenterreinen;

c.    op- en inritten;

d.    groenvoorzieningen;

e.    parkeervoorzieningen;

f.     waterlopen;

g.    waterhuishoudkundige voorzieningen;

h.    gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

i.      bouwwerken, geen gebouw zijnde.

 

10. 2.    Bouwvoorschriften

10. 2. 1. Voor het bouwen van de in lid 10.1. sub a genoemde gebou­wen gelden de volgende bepalingen:

a.    een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden ge­bouwd;

b.    de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer dan 5 m bedra­gen.

10. 2. 2. Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van open­bare nutsvoorzieningen gelden de volgende bepalingen:

a.    de inhoud van een gebouw mag niet meer dan 75 m³ bedra­gen;

b.    de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer dan 3 m bedra­gen.

10. 2. 3. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

a.    de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen;

b.    de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 5 m bedragen.

 

10. 3.    Wijzigingsbevoegdheid

10. 3. 1. Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming “Sport - Manege” wordt gewijzigd in de bestemming “Woongebied”, mits:

a.    de wijziging past binnen het Woonplan waarover met Gedepu­teerde Staten overeenstemming bestaat;

b.    de geluidsbelasting vanwege het wegverkeer op geluids­gevoe­lige objecten niet hoger is dan de voorkeurs­grens­waar­de of een te verlenen hogere grenswaarde;

c.    wijziging geen onaanvaardbare belemmering van de bedrijfsvoe­ring voor omliggende bedrijven en instellingen op­levert.

10. 3. 2. De wijzigingsbevoegdheid wordt uitsluitend toegepast in­dien het middels de bestemming of de aanduiding toegestane ge­bruik is beëindigd en mits geen onevenredige aantasting plaats­vindt van:

a.    het straat- en bebouwingsbeeld;

b.    de verkeersveiligheid;

c.    de sociale veiligheid;

d.    de milieusituatie;

e.    de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

10. 3. 3. Bij gebruikmaking van de wijzigingsbevoegdheid is de in 10.1.1. opgenomen procedure van toepassing.