Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Nijeholtpade
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0098.bpnijeholtpade-VA01

Artikel 9 Maatschappelijk - Begraafplaats

9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Maatschappelijk - Begraafplaats’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. een begraafplaats;

    met daaraan ondergeschikt:
  2. voet- en fietspaden;
  3. tuinen, erven en binnenterreinen;
  4. op- en inritten;
  5. groenvoorzieningen;
  6. parkeervoorzieningen;
  7. waterlopen;
  8. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  9. gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen;

    met de daarbij behorende:
  10. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
9.2 Bouwregels
9.2.1 Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
  1. als gebouw mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen worden gebouwd;
  2. de inhoud van een gebouw mag niet meer dan 75 m³ bedragen;
  3. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer dan 3 m bedragen.
9.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
  1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen;
  2. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 5 m bedragen.
9.3 Afwijken van de bouwregels
9.3.1 Afwijking
Bevoegd gezag kan afwijken van:
  1. het bepaalde in artikel 9 lid 2.1 sub a en toestaan dat gebouwen ten behoeve van een begraafplaats worden gebouwd, mits:
    1. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen niet meer dan 50 m² bedraagt;
    2. de bouwhoogte van een gebouw met een platte afdekking niet meer dan 3 m bedraagt;
    3. de bouwhoogte van een gebouw met een afdekking met een kap niet meer dan 5,5 m bedraagt.
9.3.2 Voorwaarden
De in artikel 9 lid 3.1 genoemde afwijkingsmogelijkheid kan slechts worden toegestaan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
  1. het straat- en bebouwingsbeeld;
  2. de woonsituatie;
  3. de verkeersveiligheid;
  4. de sociale veiligheid;
  5. de milieusituatie;
  6. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.