Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Wolvega Noordoost
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0098.WolvegaNO-0401

Artikel 9 Sport

 
9.1. Bestemmingsomschrijving
 
De op de plankaart voor sport aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. sportterreinen;
  2. gebouwen ten behoeve van sportieve doeleinden, zoals een sporthal of een overdekt zwembad, met daarbij behorende voorzieningen zoals een sportkantine;
  3. alsmede ter plaatse van de aanduiding ‘drafbaan’, een drafbaan voor de beoefening van paardensport;
  4. alsmede ter plaatse van de aanduiding ‘drafbaan’, gebouwen ten behoeve van een drafbaan, met inbegrip van een hippisch drafcentrum met daarbij voorzieningen, zoals een kantine, restaurant, kinderopvang, tribune, stal, (sport)technische ondersteuning en begeleiding van de hippische activiteiten;
met daaraan ondergeschikt:
  1. groenvoorzieningen;
  2. wegen en paden;
  3. parkeervoorzieningen;
  4. speelvoorzieningen;
  5. waterlopen;
  6. openbare nutsvoorzieningen;
met daarbij behorende:
  1. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 
 
9.2. Bouwregels
 
9.2.1. Voor het bouwen van de in lid 9.1. sub b en d genoemde gebouwen gelden de volgende regels:
  1. een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  2. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan:
    1. 5 m bij een platte afdekking;
    2. 8 m bij een afdekking met een kap, waarbij de goothoogte niet meer mag bedragen dan 5 m;
dan wel de op de verbeelding aangegeven goot- en/of bouwhoogte.
 
9.2.2. Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van bijgebouwen gelden de volgende regels:
  1. een bijgebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  2. in afwijking het bepaalde onder a mogen buiten het bouwvlak ten behoeve van onderhoud en beheer bijgebouwen worden opgericht, waarbij de gezamenlijke oppervlakte van deze bijgebouwen per perceel hoogstens 100 m² mag bedragen en de afstand van een bijgebouw tot de perceelgrens minstens 2,5 m mag bedragen;
  3. de goot- en bouwhoogte van bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 3 m bij een platte afdekking en respectievelijk 3 en 5,5 m bij afdekking met een kap. 
9.2.4. Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen gelden de volgende regels:
  1. de inhoud van een gebouw mag niet meer dan 75 m3 bedragen;
  2. de hoogte van een gebouw mag niet meer dan 3 m bedragen.  
9.2.3. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
  1. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen;
  2. de hoogte van lichtmasten mag niet meer bedragen dan 20 m;
  3. de hoogte van vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 10 m;
  4. de hoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 10 m bedragen.