Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Wolvega Noordoost
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0098.WolvegaNO-0401

Artikel 14 Leiding - Gas

 
14.1. Bestemmingsomschrijving
 
De voor ‘Leiding – Gas’ aangewezen gronden zijn, naast het bepaalde in de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemmingen), tevens bestemd voor:
  1. een gastransportleiding;
  2. met daarbij behorende:
  3. bouwwerken, geen gebouw zijnde.
  
14.2. Bouwregels
 
14.2.1. In afwijking van het bepaalde op grond van een andere bestemming (basisbestemming) mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming;
 
14.2.2. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd;
 
14.2.3. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste 2 m mag bedragen.
  
14.3. Ontheffing van de bouwregels
 
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de gastransportleiding, ontheffing verlenen van:
  1. het bepaalde in lid 14.2.1 en lid 14.2.2 en toestaan dat de in de basisbestemming genoemde gebouwen worden gebouwd, mits vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder;
  2. het bepaalde in lid 14.2.3 en toestaan dat de in de basisbestemming genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder. 
 
14.4. Specifieke gebruiksregels
 
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval het volgende gerekend:
  1. het gebruik van de gronden ten behoeve van de permanente opslag van goederen.
  
14.5. Aanlegvergunning 
  1. Het is verboden op of in de als ‘Leiding – Gas’ bestemde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
    1. het aanbrengen van gesloten wegdek;
    2. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging;
    3. het verrichten van graafwerkzaamheden anders dan normaal spit- en ploegwerk;
    4. het aanbrengen van diepwortelende beplanting;
    5. het indrijven van voorwerpen in de grond;
  2. Het in lid 14.5. onder a vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die het normale onderhoud betreffen, of die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het bestemmingsplan;
  3. De aanlegvergunning kan slechts worden verleend mits vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder.