direct naar inhoud van 3.2 Toetsingskader
Plan: Wolvega - Lindenlaan 20 (voormalige Tuindorpschool)
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0098.BPLindelaan20-VG01

3.2 Toetsingskader

Nu aangetoond is dat de gewenste ontwikkeling voldoet aan de randvoorwaarden, kan deze getoetst worden aan het toetsingskader dat is opgenomen bij de wijzigingsbevoegdheid. Daarbij moet aangetoond worden dat door de wijziging voor de ontwikkeling geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de stedenbouwkundige situatie, onder meer gevormd door het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
3.2.1 De stedenbouwkundige situatie

Het plangebied en haar omgeving zijn opgezet in de tuindorpgedachte. Een belangrijk uitgangspunt daarbij was dat bij iedere woning een voor- en achtertuin aanwezig was. Bovendien kenmerkt een dergelijke opzet zich door een specifieke architectuur in de gebouwen.

De stedenbouwkundige situatie in het plangebied en de omgeving ervan wijzigt nauwelijks. De open ruimten rond het gebouw blijven behouden en worden deels ingericht als tuin voor de nieuwe woningen. Daarmee wordt de originele tuindorpgedachte versterkt. Bovendien blijft de architectuur van het gebouw grotendeels gehandhaafd. Dit draagt niet alleen positief bij aan de stedenbouwkundige structuur van de buurt, maar draagt ook bij aan het behoud van het gemeentelijke monument. Enige aanpassing is niet uit te sluiten, maar dit past binnen de uitgangspunten voor het gebouw, zoals opgenomen in het gemeentelijk monumentenbeleid.

3.2.2 De verkeersveiligheid

Het gebouw was voorheen in gebruik als school. In de beginjaren kwamen veel kinderen wandelend of op de fiets naar school. Na de opkomst van de auto en de periode van ouders die beide werken, werden meer kinderen met de auto naar school gebracht. Dit leidde tot onveilige verkeerssituaties.

De verkeersveiligheid wordt rond het plangebied beter door de komst van de woningen. Door het vertrek van de school en de komst van de woningen, neemt het aantal verkeersbewegingen rond het plangebied sterk af. Van en naar de woningen komen immers alleen de bewoners en - zo nu en dan - bezoekers met de auto. De auto's worden nu op het eigen terrein geparkeerd. Dit in tegenstelling tot de situatie toen op het perceel nog een school gevestigd was. Daarbij parkeerden de auto's op straat.

3.2.3 De sociale veiligheid

De sociale veiligheid verbetert door de komst van de woningen. Door de komst van de woningen is er meer toezicht op de omgeving, vooral in de avonduren. Het schoolgebouw werd vooral overdag gebruikt. Op die momenten was er vanuit de school voldoende toezicht op de omgeving. In de avonduren was het er stil en was er weinig tot geen toezicht.

3.2.4 De milieusituatie

De milieusituatie in en rond het plangebied verbetert door de gewenste ontwikkeling. Zoals ook in 3.1.3 aangegeven hebben woningen geen milieucategorie en dus ook geen milieuzones. Een school heeft daarentegen een milieucategorie 2 met een richtafstand van 30 meter. Deze is gebaseerd op mogelijke geluidsoverlast, onder meer veroorzaakt door spelende kinderen op het schoolplein. Met het verdwijnen van de school, verdwijnt ook deze geluidsbron.

3.2.5 De gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden

Door de woningen worden de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden niet nadelig beïnvloed. Zoals ook in 3.1.3 en 3.2.4 aangegeven hebben woningen geen milieuzones en daarom ook vrijwel geen externe werking. Bovendien is in het plangebied sprake van woningen die in een bestaand gebouw worden gerealiseerd, uitbreiding van het gebouw is niet aan de orde. Hierdoor blijft op het erf voldoende ruimte over voor de realisatie van parkeerplaatsen en tuin. Alle bij de woningen horende activiteiten vinden dus op eigen erf plaats.