direct naar inhoud van 4.4 Ecologie
Plan: Hooltpad Zuid Oosterstreek
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0098.BPHooltpadZuid-VA01

4.4 Ecologie

Om te bepalen of er mogelijk beschermde plant- en diersoorten in het plangebied aanwezig zijn is er een ecologisch onderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek: Natuurtoets Uitbreiding Woningbouwlocatie Oosterstreek, onderzoek naar beschermde plant- en diersoorten, projectnr. 217418, d.d. 27 augustuus 2010 is uitgevoerd door Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. Onderstaand zijn de conclusies van dit rapport beschreven.

De natuurwaarden in en nabij het plangebied zijn beperkt van aard. De voorgenomen werkzaamheden leiden niet tot een wezenlijke verandering van de aanwezige biotopen. Vogels die broeden in de aangrenzende bomen, struikbegroeiingen en tuinen kunnen worden verstoord. Vanuit de Flora- en faunawet is het verboden om broedende vogels te verstoren. Hiervoor wordt ook geen ontheffing verleend, omdat dit eenvoudig te voorkomen is door buiten het broedseizoen te werken. De werkzaamheden worden volgens planning ruim buiten het broedseizoen (15 maart tot 15 juli) uitgevoerd. Verstoring van broedende vogels is dan niet aan de orde. De kwaliteit van vliegroutes voor vleermuizen wordt nadelig beïnvloed door lichtverstoring. Om lichtverstoring te voorkomen dient de buitenverlichting, langs de bomenrij ten oosten van het plangebied, te worden beperkt. De gekozen planopzet komt hieraan tegemoet door alle openbare verlichting in het midden van het plangebied aan te leggen. De (achter)tuinen van de woningen liggen het dichtst bij de bomenrij en die zullen veel minder licht voortbrengen dan de openbare verlichting. Binnen het plangebied komen geen verblijfplaatsen van vleermuizen voor. Om die reden veroorzaakt de beoogde ontwikkeling geen conflict met de Flora- en faunawet ten aanzien van verblijfplaatsen van vleermuizen. De overige soorten waarop mogelijke negatieve effecten te verwachten zijn, staan alle vermeld op tabel 1 van de Flora- en faunawet. Voor deze soorten geldt een algehele vrijstelling. Voor de voorgenomen werkzaamheden hoeft dan ook geen ontheffing van de Flora- en faunawet te worden aangevraagd.

Conclusie

Het aspect ecologie geeft geen beperkingen voor het plan.