direct naar inhoud van 4.4 Ecologie
Plan: Buitengebied Vlieland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0096.BP087103-VA01

4.4 Ecologie

4.4.1 Algemeen

Voor het bestemmingsplan (artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening) is het noodzakelijk te kijken naar het al dan niet voorkomen van eventuele effecten op de Ecologische Hoofdstructuur en Weidevogelleefgebieden, beide beschermd op basis van de verordening Romte. Tevens dienen eventuele effecten op gebieden die zijn beschermd in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 inzichtelijk gemaakt te worden. In het kader van de uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan moet worden onderzocht of voor de gewenste ontwikkeling een ontheffing dan wel vergunning benodigd is en of deze kan worden verkregen.

Daarnaast dient een inschatting te worden gemaakt van het voorkomen van door de Flora- en faunawet beschermde soorten, de eventuele overtreding van de verbodsbepalingen en de mogelijkheid daar ontheffing voor te verkrijgen.

4.4.2 Regelgeving / beleid

Natuurbeschermingswet

Op 1 oktober 2005 is de Natuurbeschermingswet 1998 in werking getreden. Deze wet is een wijziging op de eerdere Natuurbeschermingswet 1998 waardoor ook internationale verplichtingen uit Vogelrichtlijn, Habitatrichtlijn en diverse verdragen (bijvoorbeeld het Verdrag van Ramsar betreffende de bescherming van wetlands) in de nationale regelgeving zijn verankerd.

Het merendeel van de beschermde gebieden bestaat uit gebieden die zijn aangewezen of aangemeld voor de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn, de “Natura 2000-gebieden”. Voor elk Natura 2000-gebied is een aanwijzingsbesluit opgesteld waarin is opgenomen voor welke soorten en/ of habitattypen het betreffende gebied van belang is. In de aanwijzingsbesluiten zijn instandhoudingsdoelstellingen (IHD) gedefinieerd. Deze beschrijven per soort of habitattype wat de doelen zijn om de natuurwaarden in een “gunstige staat van instandhouding” te brengen of te behouden. In een Natura 2000-beheerplan moet vervolgens aangegeven worden hoe deze doelen in ruimte en tijd gerealiseerd worden en wat de beoogde resultaten in samenhang met het bestaande gebruik zijn. De beheerplannen voor Vlieland (relevant voor dit bestemmingsplan) zijn nog niet afgerond.

Van nieuwe activiteiten in de vorm van projecten en/ of plannen die in of rondom een Natura 2000-gebied plaatsvinden, moet getoetst worden of deze mogelijk negatieve effecten hebben op de soorten en/ of habitattypen en daarmee ingaan tegen de instandhoudingsdoelstellingen.

Flora- en faunawet

Op 1 april 2002 is de Flora- en faunawet in werking getreden. Deze wet regelt de bescherming van wilde dier- en plantensoorten. In de wet zijn de voormalige Jacht- en Vogelwet opgenomen, alsmede de soortbeschermingsparagrafen uit de Natuurbeschermingswet. Tevens is een deel van de verplichtingen op grond van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn opgenomen. De Flora- en faunawet verbiedt om dieren te doden of hun rust- of verblijfplaats te verstoren. Ook legt de wet de zorgplicht van de burger voor de flora en fauna vast. Er zijn vrijstellingsbepalingen, onder andere in verband met de jacht en de schadebestrijding. Afwijkingen van de verbodsbepalingen zijn mogelijk indien geen afbreuk wordt gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van de soort.

Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en weidevogelgebieden

De Provinciale Verordening Ruimte geeft het beleidskader voor de duurzame ontwikkeling en een verantwoord toekomstig grondgebruik in de vorm van onder andere de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De EHS is een samenhangend netwerk van bestaande en te ontwikkelen natuurgebieden. Het netwerk wordt gevormd door kerngebieden, natuurontwikkelingsgebieden en ecologische verbindingszones. Eventuele effecten op de EHS moeten voorkomen worden of in ieder geval gecompenseerd worden.

4.4.3 Onderzoek

Het bestemmingsplan is in hoofdzaak conserverend van aard. Er worden voor deze gebieden in dit bestemmingsplan geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt waarvoor specifiek ecologisch onderzoek nodig is. Voor de twee ontwikkelingslocaties is specifiek onderzoek gedaan dat onderstaand wordt beschreven:

4.4.3.1 Stelling 12H

Voor Stelling 12H is door Zumkehr Ecologisch Adviesbureau een ecologische beoordeling gemaakt ( 'De inrichting van stelling 12H te Vlieland tot museumbunker: een ecologische beoordeling'). Dit onderzoek is als bijlage 1 toegevoegd aan dit bestemmingsplan. Onderstaand worden de conclusies van het onderzoek beschreven.

De uitvoering van het plan levert geen conflicten op met betrekking tot de instandhoudingsdoelen van Natura2000 gebied Noordzeekustzone. Binnen het plangebied komen vier habitattypen voor die tot de instandhoudingsdoelen behoren van Natura2000 gebied De Duinen van Vlieland. Uitvoering van de plannen heeft op kleine schaal achteruitgang van het oppervlak van deze habitattypen tot gevolg. In vergelijking met het grootschalige voorkomen van de habitattypen binnen Natura2000 gebied De Duinen van Vlieland is geen sprake van een significante aantasting. In strikte zin is echter sprake van strijdigheid met de uitgangspunten van de Natuurbeschermingswet 1998.

De oprichting van nieuwe gebouwen in onbebouwd gebied binnen Natura2000 gebied past niet binnen de uitgangspunten van de Natuurbeschermingswet 1998 en evenmin binnen het beleid van de Provinciale Hoofdstructuur. De uitvoering van het plan heeft een stabiliserende invloed op het duingebied, waar juist voor de verbetering van de kwaliteit van de beschermde habitattypen, en met name habitattype 2130 – Vastgelegde duinen met kruidvegetatie, meer dynamiek vereist is.

Het nemen van mitigerende maatregelen ter bevordering van de kwaliteit is mogelijk door het plaggen of verjongen van een deel van de vergraste vegetatie binnen het plangebied. Ook aan de Zandhagedis kan dit kansen bieden. Voor het verkrijgen van plaggen, nodig voor het opbouwen van oude loopgraven kan in overleg met Staatsbosbeheer worden gekozen voor de aanleg van een klein plaggebiedje ter verbetering van de biodiversiteit in een duinvallei of een heideterrein. Hoewel er mogelijkheden zijn voor compensatie door de investering in de kwaliteit van de habitattypen en het leefgebied van de Zandhagedis, kan financiële compensatie voor het verlies aan oppervlak natuur in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 nodig zijn. Tenslotte wordt in het ecologisch onderzoek een tweetal aanbevelingen gedaan waaraan de gemeente tegemoet zal komen. De fietsenstalling wordt aan de noordzijde van het Ankerpad aangelegd en ten behoeve van het behoud van duisternis worden geen vaste lichtbronnen aangelegd.

Ten aanzien van mogelijk verlies aan EHS (en daarbijbehorende compensatie) heeft de gemeente afspraken met de provincie Fryslan gemaakt. Het compensatiebeginsel van de EHS gaat uit van areaalcompensatie van aangetaste natuur bij voorkuer van dezelfde aard. Nu kent Vlieland geen cultuurgrond, die in aanmerking komt om omgezet te worden tot natuur. Op Vlieland is een oplossing gezocht in de verbetering van de kwaliteit van de natuur en het wegnemen van knelpunten.

Met de provincie heeft de gemeente in het kader van het opstellen van de structuurvisie afspraken gemaakt over compensatie voor de EHS. De lijst die gemaakt is bij het opstellen van de structuurvisie is hiervoor het uitgangspunt. Hoewel geen waarden aand e verschillende activiteiten zijn gehangen blijkt hieruit dat de positieve onderdelen boven de negatieve uitsteken en dat er nog ruimte is voor nieuwe ontwikkelingen zoals Stelling 12H. Daarnaast zijn de ontwikkelingen aan met name de westzijde van het eiland die door Staatsbosbeheer worden ondernomen om de specifieke natuurwaarden beter te ontwikkelen en beheren (het bevorderen van verstuiving) en een zekere vorm van dynamisch kustbeheer van een zeer grote positieve invloed op de natuurwaarden in zijn geheel. Ook is de invloed van de militaire activiteiten de laatste jaren afgenomen. De ontwikkeling van Stelling 12H is passend binnen de afgesproken kaders.

  COMPENSATIE STRUCTUURPLAN - NIEUWE STRUCTUURVISIE    
POSITIEF   NEGATIEF  
uitgevoerd   moet/kan nog   uitgevoerd   moet/kan nog  
natuurlijk beheer Vliehors   verharding weghalen Pad van Zes (indien nog gewenst)   verbetering infrastructuur kampeerterrein Stortemelk   eilandlodges  
afbouwen CSK   saneren energiecentrale   niet doorgaan zonne-energie op platte daken zwembda, terminal, school   woningbouwlokatie Duinwijck  
beheer Kroonpolders bij SBB, incl. 5e Polder   sanering vuilstort (indien nog mogelijk)   uitbreiding bedrijventerrein   Stelling 12H  
verwijderen asfaltmengcentrale   plaatsen zonne-energie op gemeenteloods

 
uitbreiden verbeteren jachthaven   3e baan tennisvereniging  
  COMPENSATIE STRUCTUURPLAN - NIEUWE STRUCTUURVISIE    
POSITIEF   NEGATIEF  
uitgevoerd   moet/kan nog   uitgevoerd   moet/kan nog  
inleveren 5 recreatie-
woningen Ankerplaats  
maatregelen tegen verdroging door het Waterschap   maken energieverdeel-
station bij de aanlanding van de elect. kabel  
toekennen 20 bedden Posthuis  
inleveren 30 bedden Posthuis     energie back-up systeem   uitbreiding nieuwe school  
niet doorgaan fietspad noord-oost       uitbreiden begraafplaats  
niet doorgaan fietspad west       plaatsen molen  
niet doorgaan plaatsen strandhuisjes       kinderboerderij  
verkleinen opslagterrein RWS       strandpaviljoen  
sanering heap of junk Vliehors defensie        
saneren overstort Waddenzee        
saneren Tornado Defensie        
omvormen naaldbos in loofbos        
verwijderen parkeerplaatsen Vlaminghweg        
maken strook beplanting tussen bedrijventerrein en jachthaven        
terugdringen 2e woningbezit Kom        
verbeteringen in het kader van het life project SBB        
correcties i.v.m. Natura 2000        

Tabel 1: overzicht afspraken provincie en gemeente ten aanzien van compensatie EHS.

4.4.3.2 Strandpaviljoen

Ook voor het strandpaviljoen is een specifiek ecologische beoordeling uitgevoerd. In dit onderzoek van Zumkehr Ecologisch Adviesbureau 'De plaatsing van een demontabel strandpaviljoen op het Noordzeestrand van Vlieland; een ecologische beoordeling' wordt onderzocht of een strandpaviljoen op de gekozen locatie vanuit het aspect ecologie op bezwaren stuit. Dit onderzoek is als bijlage 2 aan de toelichting toegevoegd. Belangrijkste conclusies uit het rapport zijn dat er geen sprake is van strijdigheid met de instandhoudingsdoelen van het Natura2000-gebied Waddenzee door uitvoering van het plan. er ten aanzien van de Natuurbeschermingswet 1998 en het Natura2000-gebied Duinen-Vlieland eveneens geen strijdigheid ontstaat en het tenslotte ook gerealiseerd kan worden op grond van de Flora- en faunawet. Het strandpaviljoen kan op grond hiervan ten aanzien van het aspect ecologie gerealiseerd worden.

4.4.3.3 Molen

Op Vlieland heeft ooit een korenmolen gestaan. Deze molen is verdwenen en sindsdien niet meer terug gebouwd. De gemeente wil deze molen weer gaan herbouwen op het eiland. Het bestemmingsplan biedt de mogelijkheid om door middel van een wijzigingsbevoegdheid de molen te realiseren. Op de locatie van de molen heeft de gemeente in het verleden een Natuurvoortoets uitgevoerd. Deze toets is als bijlage 3 aan dit bestemmingsplan toegevoegd. Op basis hiervan is geconstateerd dat het gebied geschikt is om opnieuw een molen te bouwen. Het gebied is sinds deze voortoets qua karakter niet veranderd zodat de gemeente van mening is dat de molen op zich teruggebouwd kan worden op deze plek. Aan de wijzigingsbevoegdheid zijn regels gekoppeld die waarborgen dat voorafgaand aan de wijzigingsprocedure aangetoond moet worden dat er o.a. ten aanzien van het aspect ecologie en landschappelijke inpassing onderzoek uitgevoerd wordt. Als hieruit geen problemen ontstaan kan de wijzgingsbevoegdheid gebruikt worden. Door deze systematiek wordt het aspect ecologie voldoende beschermd bij daadwerkelijke realisatie en geeft het op dit moment geen beperkingen.

4.4.4 Conclusies

Uit ecologisch onderzoek is gebleken dat Stelling 12H en het demontabele strandpaviljoen gerealiseerd kunnen worden zonder significant negatieve effecten ten aanzien van het aspect ecologie. Ook voor het gebied waar de molen gerealiseerd wordt geeft het aspect ecologie op dit moment geen beperkingen.